Volgens Ben is zij ongeveer 94 jaar geworden.
(1) Sie ist verheiratet mit Jacob Schuijer.
Sie haben geheiratet am 23. Oktober 1895 in Rotterdam , sie war 22 Jahre alt.Quelle 2
Kind(er):
(2) Sie ist verheiratet mit Willem van Alphen.
Hun eerste woonadres na het trouwen was De BOTHASTRAAT 17 bij de Paul Krugerstaat in de Afrikaanderwijk.
Sie haben geheiratet am 3. April 1907 in Rotterdam , sie war 33 Jahre alt.Quelle 3
Akte 607, Huwelijken 1906, 1907 en 1908 uit Family Search.
Heden 3 April
negentien honderd zeven zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgelijke stand van Rotterdam, verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan:
WILLEM van ALPHEN, oud tweeendertig jaren, los werkman, geboren en wonende alhier, meerderjarige zoon van Jan van Alphen en Wilhelmina Elisabeth Overman, beiden overleden.
en
TANNETJE MOLENDIJK, oud drieen dertig jaren, zonder beroep, geboren en wonende alhier, vrouw van JACOB SCHUIJER, meerderjarige dochter van Cornelis Molendijk, overleden en Jannetje de Lege, zonder beroep, wonende alhier.
De beide afkondigingen van dit huwelijk zijn alhier beschied op vierentwintig en eenendertig Maart dezes jaars.
Bij vonnis van de Arrondissements Rechtbank alhier van een en twintig Januari dezes jaars is aan de bruid krachtens artikel vijfhonderdvijftig van het Burgelijk Wetboek vergunning verleend een ander huwelijk aan te gaan.
Ik heb den aanstaanden echtgenooten afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijke staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Eduward Gustav Maltha, oud vijfendertig jaren, adjunctcommies ter Secretarie; Gijsbert Vermeulen, oud achtenvijftig jaren; Anthoniy Eikenhout, oud negenenveertig jaren en Leendert Arnolt, oud veertig jaren, Stadssergeanten, allen wonende alhier..
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Getekend door;
Willem van Alphen
Tannetje Molendijk
en de Sergeanten.
Kind(er):
Was getrouwd met Jacob Schuijer. Deze verdronk met twee collega's bij Hoek van Holland op 13 mei 1902. Omdat zijn lijk niet werd gevonden mocht Tannetje niet direct een nieuw huwelijk aangaan.
Zij ging echter wel op 14-07-1902 met Willem van Alphen samenwonen in Rotterdam op het adres Bothastraat 17.
Van Willem van Alphen kreeg zij twee kinderen, Jan Schuijer (15-04-1904) en Cornelis Schuijer (04-02-1906) die de familienaam Schuijer kregen omdat hun moeder nog de naam van haar vermiste man Schuijer moest voeren.
Zij kreeg op 21 januari 1907 toestemming van de Arrondissements Rechtbank te Rotterdam en een verklaring " Van vermoedelijk overlijden en verlof om een ander huwelijk aan te gaan". Hierdoor kon zij op 3 april 1907 in het huwelijk treden met Willem van Alphen.
In de huwelijkse voorwaarden vinden we het procesverbaal van de Rechtbank.
In naam der Koningin. De Arrondissements Rechtbank te Rotterdam, Eerste kamer heeft het navolgende vonnis gewezen en uitgesproken.
Pro Deo. d.d. 13 November 1903.
Verklaring van vermoedelijk overlijden en verlof om een ander huwelijk aan te gaan. Dagteekening der uitspraak: 21 Januari 1907.
No 6686 in de zaak van TANNETJE MOLENDIJK echtgenoete van JACOB SCHUIJER, zonder beroep, wonende te Rotterdam, domicilie gekozen hebbende ten kantore van en compareerende bij de Procureur Mr. A.J.Eigeman vroeger Mr.S.W.Tromp.
eischeres bij exploit van openbare dagvaardiging van den deurwaarder J.van Noort beteekend 22 september 1906.
CONTRA
Jacob Schuije voormeld gewoond hebbende aan de Hoek van Holland gemeente 's Gravenzande, doch wiens tegenwoordige woon- of verblijfplaats is onbekend.
Gedaagde bij vermeld exploit, en defaillant.(is niet verschenen)
De Heer President spreekt het navolgende vonnis uit:
De Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam, Eerste kamer.
Gehoord de conclusie namens de eischeres ter rolle genomen.
Gehoord de conclusie van den Heer Officier, strekkende:
"Tot toewijzing van de vordering met veroordeling van de gedaagde in de kosten".
Gezien de overlegde stukken, voor zoveel nodig geregistreerd.
Gelet meer bepaaldelijk op het vonnis dezer Rechtbank van den 18 Juni 1906 waarbij aan de eischeres verlof is gegeven, om hare afwezige echtgenoot, den gedaagde, op voorgeschreven termijn en wijze, voor de derde maal bij openbare dagvaardiging op te roepen,- mitsgaders op de diensvolgens bij exploit van 22 september gedane openbare dagvaardiging tegen 7 januari 1907 aangeplakt als bevolen en geplaatst in de Nederlandsche Staats- en Nieuwe Rotterdamsche Couranten respectievelijk van den 28 en 30 september j.l.
Overwegende, dat de eischeres, procedeerde, na bekomen verlof, zoo tot vermoedelijk- overlijden- verklaring van den gedaagde, als tot bekoming van vergunning, om een ander huwelijk aan te gaan, den gedaagde met wien zij blijkt te Rotterdam, den 23 oktober 1895 te zijn gehuwd, bij driemaal herhaalde openbare dagvaardiging, voor deze Rechtbank heeft opgeroepen.
Overwegende dat op geene dier indagingen, bepaaldelijk ook thans niet op de bij exploit van 22 September l.l. gedane derde openbare dagvaardiging, de gedaagde is opgekomen, of iemand voor hem, die van zijn aanwezen heeft doen blijke.
Overwegende, dat de eischeres ten grondslag harer vorderingen gelegd heeft de omstandigheden:
Tekst.
Dat op Dinsdag 13 Mei 1902 Jacob Schuijer voornoemd toen hij met 2 andere roeiers in eene vlet aan den Hoek van Holland een aankomend schip tegemoet ging, door het overboordslaan van de mast van de vlet en het dientengevolge omkantelen van de vlet met zijne beide kameraden is te water geraakt, dat van de drie personen slechts een dood is aangespoeld en van de beide anderen, waaronder ook Jacob Schuijer voornoemd tot nu toe dus gedurende meer dan een jaar geen bewijs van leven of dood is ingekomen nadat de noodlottige gebeurtenis heeft plaats gehad bij 's lands kust.
Einde tekst
Welke omstandighedem in den stands des gedings genoegzaam gestaafd kunnen geoordeeld worden om tot toewijzing der gedane vorderingen, zonder nader onderzoek of langer uitstel, aanleiding te geven.
Gezien Burgelijk Wetboek art. 523, 524, 525, 539,254 no 2, Wet van 9 Juli 1855, Staatsblad no 67, art 2 Wetboek van Burgelijke Rechtsvordering, art,56
Verleent, voor zoo veel noodig, verstek tegen den gedaagde, immers aan de eischeres akte van zijne niet verschijning.
Verklaart, dat er rechtsvermoeden bestaat van des Gedaagden overlijden sedert 13 mei 1902.
Verleent aan de eischeres vergunning, om een ander huwelijk aan te gaan.
En oordeelt den gedaagde in de kosten der procedure, tot op deze uitspraak begrooet op Fl.150.
Aldus gewezen door de HH Mrs. van Heukelom President, Telting en Koksma Rechters, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 Januari 1907 in tegenwoordigheid van de HH Mrs. Boot Officier van Justitie en Thomas Griffier.
Getekend.
J.van Heukelom H.W.B.Thomas
Voor eerste Grosse uitgegeven aan den Heer Mr. A.J.Eigeman Procureur
De Griffier Mees
In de kantlijn.
In Debet.
Gereistreerd te Rotterdam den Zeven Februari 1907 deel 154, folie 185 rechts.
Vak 5, een blad, geen renvooi
Te Rotterdam voor recht Drie gulden zestig cents.
De ontvanger, was getekend.
Uit de Tilburgsche Courant van 16-05-1902 het volgende bericht;
Omtrent het ongeluk te Hoek van Holland, waar een vlet, bemand met drie personen, omsloeg, waardoor allen den dood in de golven vonden, meldt men nog dat J.Bos een vrouw met 4 kinderen achterlaat, J.Schuijer een vrouw met drie kinderen en een 4de in verwachting en K.Ruyter een vrouw met 1 kind.
Tannetje Molendijk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1895 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Schuijer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1907 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem van Alphen |