Bij Erfmagescheid Mill dd. 19.1.1781: wordt de Schettering (huis, schuur, schop,varkenskooi met oliemolen) toebedeeld aan Johannes Gerritse x Maria van Beusecom. Frans van Sambeek x Eerke van Beusekom; ontvangen 653 gld. en 4 st.
Er ist verheiratet mit Helena Jans Kempe.
Sie haben geheiratet am 7. Dezember 1723 in Mill.
Getuigen zijn Maria Wilibert en Petronella Thomassen.
Kind(er):
Eigenaar van boerderij Den Schettener te Mill.
745.57.Q Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk (745.57.Q), 21 jan. 1724
Goduaert van den Heuvel, weduwnaar van Geertruijdt Janssen als vader en voogd over zijn onmondige kinderen geassisteerd met Johan Nielen, zwager als toegevoegde momboir en Jan Wilberts en Gosewinus van Beusecom als bloedoom en zwager en momboiren over de kinderen van Jan Wilberts en Adriana Adriaans. Zij zouden graag bomen verkopen, staande op de bouwhof genaamd de Dorshees onder Haps en vragen toestemming hiervoor.
7040.547 Index schepenprotocol Mill (7040.547), 11 nov. 1736, pag 146-147
Jan Derx Vos en Elisabeth Baltussen echtelieden hebben verkocht aan Goossen van Beusecom en Helena Jans Kempen echtelieden een huis, schuur, bakhuis en hof met aangelegen bouwland groot ongeveer twee Hollandse morgen onder Mill aan t Kleinven en grenzend aan een zijde aan het erf van Anthonij Verstraeten, het ene eind aan de gemeene straat, het andere eind aan het erf van Peter van den Heuvel. Nog twee weikampjes groot ongeveer een Hollandse morgen in den Voortsen dijck, grenzend met een zijde het erf van Jan Aarts, de andere zijde de Voortsen dijck, en een eind het erf van Jacobus Smits, het andere eind het erf van de erfgenamen van Jan Jans Theunissen. En nog een weikampje van ongeveer een halve Hollandse morgen groot, grenzend met een zijde aan het erf van Hendricus Beckers, de andere zijde aan Aart van Empel en het laatste eind op t Bloemcamp. Het recht van de 40e penning is betaald aan de heer W. Thorsinck en de akte is gepasseerd op 11 november 1736 te Mill ten overstaan van de getuigen Anthonij Verstraeten schout, Thomas Derx en Jan Derx Hammen schepenen.
7040.562 Index schepenprotocol Mill (7040.562), 12 sept. 1738, pag. 9-16
Adriaenus de Quaij en zijn moeder Catharina Ragaij weduwe van Johan Godefried de Quaij, met volmacht van haar dochter Ludophina de Quaij verkopen aan Goossen van Beusekom en zijn vrouw Helena van Kempen een bouwhof genaamd de Schettert onder Mill, op het Hoogveld, oost en zuid Gerrit Derx, west de gemene beek en noord den Princen hof. Verder diverse lopen bouwland o.a. Ketelaars Camp aan de Karstraat voor de som van f. 600,-.
7040.548 Index schepenprotocol Mill (7040.548), 15 sept. 1738, pag. 30-33
Adrianus de Quay en zijn moeder Catharina Ragaij weduwe van Johan Godefridus de Quay, in leven burgemeester te Grave, als gelaste van haar dochter Ludolphina de Quay verkopen aan Goossen van Beusecom en Helena Kempen, echtelieden, en hun erfgenamen een bouwhof, genaamd de Schettert onder Mill, bestaande uit huis, schuur, moeshof, opstal op het Hooge Veldt, oost, zuid Gerrit Derx, west de gemeene Beek, noord de Princenhoff jaarlijks belast met 3 gulden, met 7 stuivers tijns en een malder rogge aan de domeinen tot Grave, en 3 gulden en 15 stuivers aan het St. Catharina Gasthuis te Grave; vier loopen bouwland achter de schuur van de bouwhof, groot 4 hont en roedens; twee loopen bouwland naast de speck achter de bouwhof, groot 2 hont en roedens; een stuk weiland, groot 2 mergen en roedens, gelegen tussen de twee voornoemde loopen in. Twee loopen bouwland, gelegen voor de poort van de Schettert, aan beide zijden Gerrit Derx en naast de navolgende zes loopen bouwland jaarlijks belast met 1 gulden, 11 stuivers en 6 deniers en een hoen tijns a 3 stuivers aan de domeinen tot Grave; zes loopen bouwland, ongeveer 1 mergen groot, aangekomen van Derck Rutten, oost de poort van de Schettert en naast de vorige twee loopen bouwland; drie loopen bouwland, groot 3 hont aan de Karstraat, bij de poort van de Schettert, naast Goossen van Beusecom voornoemd en de vorige zes akkers; vier en een half loop bouwland, groot 1 mergen en roedens, genaamd Ketelaars Camp, zuid de Karstraat, noord Zijne Hoogheid, langs Anthonij Verstraten jaarlijks belast met 10 stuivers en 6 deniers tijns, tevens een hoen a 3 stuivers tijns, verder 5 gulden en 5 stuivers , en een hoen a 3 stuivers aan domeinen; vijf loopen bouwland, groot 3 mergen en roedens achter de kerk, bebouwd geweest door Jan Jans Smit, west en zuid Hendrick Beckers, noord Zijne Hoogheid. Dit voor de somma van F 600,-- opgedragen. T.o.v. Anthonij Verstraten, gesubs. scholtus en schepen, en Jan Peters Diependaal, schepen.
7040.427 Index schepenprotocol Cuijk (7040.427), 20 febr. 1772, pag. 447-458
Huwelijkscontract tussen Gerardus Elbers weduwnaar van Hendrijn Thomassen, geassisteerd met Willem Schraeven, Cornelis van Duijnhoven, Thom Kerstens en Hermen Elbers, momboiren van zijn 3 minderjarige kinderen en Johanna Maria van Beusecom, meerderjarige jd, geassisteerd met haar vader Gossen van Beusecom, haar momboir. De 3 voorkinderen krijgen als moederlijk bewijs ieder 300 gulden, uit te keren bij mondigheid of huwelijk. Als er kinderen in dit huwelijk worden geboren en bruid of bruidegom komt te overlijden, zal de nalatenschap van de ouders van de bruid Goossen van Beusecom en Helena Jans Kempen in de gemeenschap van goederen worden ingebracht, ook als de bruid voor haar ouders komt te overlijden. Kinderen uit dit huwelijk worden gelijkgesteld aan de voorkinderen en krijgen een gelijk deel uit de nalatenschap, met aftrek van voornoemd moederlijk bewijs. Als er geen kinderen worden geboren zal er geen gemeenschap van goederen plaatsvinden. Bij vooroverlijden van de bruidegom in dit geval binnen 1 jaar en 6 weken krijgt de bruid de door haar ingebrachte goederen en 250 gulden uit de boedel van de bruidegom. Na deze periode krijgt de bruid haar goederen en 500 gulden. Bij vooroverlijden van de bruid binnen een jaar en 6 weken krijgen bruids erfgenamen de door haar ingebrachte goederen en krijgt de bruidegom 250 gulden. Na deze periode krijgt de bruidegom 500 gulden. Mocht er tekort zijn, zullen de ouders van de bruid dit compenseren. Goossen van Beusecom en Helena Jans Kempen verklaren zich akkoord met bovenstaande.
7624.3 Index notarieel protocol Land van Ravenstein (7624.3), 10 febr. 1774
Adriaen van Beusecom, weduwnaar van Willemina Peters, geassisteerd met Wilbert Peters en Willem Nelissen als bloedmomboiren van zijn vier minderjarige kinderen, bruidegom en Maria Wouters Clomp, meerderjarige jonge dochter, geassisteerd met haar broer Peter Wouters Clomp, bruid. Aan de vier voorkinderen ieder een som van f 3,-- en het goud en zilver dat hun moeder toebehoorde, alsmede de helft van een portie, hen toebedeeld bij afsterven van Peter Jans en Jenneke Jans, grootvader en grootmoeder moederszijde. Laatstgenoemden verklaren tevreden te zijn met de gemaakte afspraken. Compareerden mede Goosen van Beusecom en Helena Jans Kempen, die verklaren, dat ingeval Adriaan van Beusecom, hun zoon, als eerste overlijdt, zij hun testament niet zullen veranderen betreffende de erfportie der kinderen.
7040.562 Index schepenprotocol Mill (7040.562), 19 jan. 1781, pg. 79-98
Jan van Beusecom en zijn vrouw Josina Aarts Jaspers, Frans van Sambeek en zijn vrouw Eerke van Beusecom, Christiaan Wilbers en zijn vrouw Louisa van Beusecom, Wouter van Stippent en zijn vrouw Willemijn van Beusecom, Gerardus Elbers en zijn vrouw Johanna Maria van Beusecom, Johannes Gerrits en zijn vrouw Maria van Beusecom alsmede Christiaan Wilbers, Johannes Gerrits, Wilbert Peters en Willem Nelissen als bloedmomboiren over de drie minderjarige kinderen van Adriaan van Beusecom en Willemijn Peters, allen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van Goossen van Beusecom en Helena Kempen. Aan Johannes Gerrits en Maria van Beusecom wordt toebedeeld een huis, schuur, schop en varkenskooi, den Schettener genaamd, met de oliemolen en de gereedschappen, met aangelegen hof en weiland en diverse lopen bouwland elders in Mill. Met de verplichting uit te keren aan Jan van Beusecom en Josina Aarts f. 1830.4.-; aan Frans van Sambeek en Eerke van Beusecom de som van f. 653.4.-; aan Christiaan Wilbers en Louisa van Beusecom f. 314.4.-; aan Wouter van Stippent en Willemijn van Beusecom f. 1163.4.-; aan Gerardus Elbers en Johanna Maria van Beusecom f. 162.6.- en aan de minderjarige kinderen van Adriaan van Beusecom en Willemijn Peters de som van f. 530.14.-. Daarnaast aan Frans van Sambeek weiland, een elsbosje. Aan Christiaan Wilbers een weide en een huisje rondom in het erf van Godefridus Kempen met recht van put en oven, een moeshof aan het Klein Ven met verrekening van schulden aan de boedel. Aan Jan van Beusecom de som van f. 125,- verschuldigd aan de boedel. Aan Wouter van Stippent voornoemde f. 1163.4.-. Aan Gerardus Elbers een stuk bouwland en uit verkopen van gerede goederen de sommen van f. 40.3.-; f. 345.-; f. 200.1.- en f. 175.14.- aan gereed geld uit de boedel alsmede voornoemde f. 162.6.-. Aan de minderjarige kinderen een kapitaal van f. 600,- verschuldigd door Johannes Gerrits tegen een interest van 3½ %; nog f. 11.10.- van dezelfde wegens verkoop van een boom en de hiervoor genoemde som van f. 530.14.-. tot de gezamenlijke boedel blijft nog vier jaren huishuur van Thoon Peters de Haen en het koren op het veld dat in 1781 zal verschijnen en dan onderling worden verdeeld.
Gosewinus van Beusecom | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1723 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Helena Jans Kempe |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.