Op 17 juli 1816 werd voor de Burgerlijke Stand van Wijk bij Duurstede van Gijsbertus van Lunsen een akte van overlijden opgemaakt die het navolgende vermeldt:
"De ondergetekende administrateuren van 't Zevende Bataillon Infanterie Nationale Militie verklaaren bij deze dat de persoon van Gijsbertus van Lunsen zoon van Johannes van Lunsen en Everdina Groen geboortig van Wijk bij Duurstede als fuselier gedient hebbende bij de 4e Compagnie van vermelde Bataljon op den vijftiende December des jaars 1800 vijftien in het Hospitaal te Perrone in Frankrijk is overleden. Philipville den 6 july 1816 de administrateurs voornoemd was getekend Langedon(ck) (=Singendonck ?)Luitenant Colonel A.G. Bronkhorst Captain op hedend 17 Juli in dat (het) register geïnseneerd (?) door ons Burgemeester".
Het was dus een half jaar na zijn overlijden dat de ouders van Gijsbertus van Lunsen hiervan in kennis werden gesteld.
Over het Zevende Bataljon Infanterie Nationele Militie is het volgende bekend:
Op 18 januari 1814 werden in de Noordelijke Nederlanden 20 Bataljons Landmilitie opgericht. In het kader van de omnummering werd het 6e Bataljon Landmilitie op 24 maart 1815 het 7e Bataljon Nationale Militie. Het stond onder leiding van de Luitenant Colonel Singendonck. Het 7e Bataljon Nationale Militie behoorde tot de 2e Brigade (o.l.v. de Generaal Majoor W.F. Graaf van Bijlandt) van de 2e Nederlandse Divisie (o.l.v. de Perponcher) van de Koninklijke Landmacht anno 1815. Als zodanig was dit Bataljon actief betrokken bij de verdediging van het "Bois de Bossu" tijdens de "Slag bij Quatre Bras" op 16 juni 1815. Hierbij werden aanzienlijke verliezen aan manschappen geleden. De 2e Brigade, daarna op 18 juni 1815 opgesteld in het centrum van de Engels-Nederlandse troepen tijdens de "Slag bij Waterloo", leed in de beginfase van de strijd wederom aanzienlijke verliezen door artillerievuur van de Fransen en moest later tijdens de slag achter de linies als reserve gereed staan. Over de 4e Compagnie is apart niets bekend. In het kader van de algemene bezetting van Noord Frankrijk in 1815 door de geallieerden werden Nederlandse militaire onderdelen bij Péronne gestationeerd. Na een belegering en artilleriebeschietingen van de halve Baterrij Petter werd de stad op 26 Juni 1815 door fuseliers ingenomen. De fuselier behoorde tot de eenheden der infanterie, welke laatste door het verrichten van tactische manoeuvres en het afgeven van gericht vuur volgens formatie en opstelling bij moest dragen tot bereiking van het einddoel van het gevecht. Uit deze informatie blijkt dus dat Gijsbertus van Lunsen actief deel nam aan de "Slag bij Quatre Bras" en de "Slag bij Waterloo". Het 7e Bataljon Nationale Militie werd later omgenummerd in het 5e Regiment Infanterie. Tegenwoordig staat het bekend als het "Regiment Oranje Gelderland" (Bron: H. Rignoir, "De Nederlandse Infanterie", C.A.J. van Dishoeck, Bussum 1967).
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.