(1) Er ist verheiratet mit Lutgerd van van Raesfeld.
Sie haben geheiratet rund 1465.
(2) Er ist verheiratet mit Gostouwe van van Keppel.
Sie haben geheiratet rund 1437.
Sie sind in 1437 einen Vor-Ehevertrag eingegangen.Quelle 9
Bron: Gelders Archief. De oudst bekende vermelding van de naam Van Hackfort is te vinden in een akte uit 1343, waarin een Jacob van Hackfort (H/I-1) genoemd wordt. Het is zeer waarschijnlijk dat hij degene is die als Jacob van der Weelle in de hierboven genoemde akte van 1324 vermeld wordt als koper van het goed Hackfort. Vermoedelijk ontleende hij zijn naam toen nog aan het goed Welle bij Baak onder Steenderen. Dit goed komt in 1405 voor als Gelders leen in het bezit van een latere Jacob van Hackfort. Na de verwerving van Hackfort moet Jacob van der Weelle zich naar dit goed zijn gaan noemen, want sindsdien lijkt de naam Van der Weelle in onbruik te zijn geraakt.
De volgende vermelding van een Van Hackfort vinden we in een akte uit 1356. Daarin worden Gerard (H/II-1), Diederik (H/II-2) en Hendrik (H/II-3) van Hackenvoorde beleend met het huis te Sinderen. Vermoedelijk waren zij de zonen van Jacob van Hackfort alias Van der Weelle (H/I-1) en Lutgard van Sinderen * . De eerstgenoemde van de broers komt in 1369 voor als Gerrit van Bake geheten van Hacforde, uit welke benaming nog een herinnering aan zijn afkomst te beluisteren valt. Hij was getrouwd met Bertrade van Vorden * .
Uit dit huwelijk werd onder meer een zoon Jacob (H/III-1) geboren, die in 1392 door Willem van Bronckhorst beleend werd met Hackfort. In 1405 erfde hij ook het huis Vorden van zijn oom Berend van Vorden, die het hem reeds in 1387 had toegezegd. Volgens diverse bronnen was Jacob eerst getrouwd met een Van Bein(h)em, maar volgens de leenakten was zijn echtgenote in 1392 Aleid Jacobsdr. van der Ehze. In 1405 komt als zijn (tweede of derde) vrouw voor Johanna Ploegh. Uit deze huwelijken werden zeven kinderen geboren.
Na Jacobs overlijden in 1424 kwam Vorden aan zijn oudste zoon Gerrit (H/IV-2). De tweede zoon, weer een Jacob (H/IV-3), ridder en raad van de hertog van Gelre, kreeg Hackfort. Om het bezit bijeen te houden had Jacob (H/III-1) echter bepaald dat Hackfort van Gerrit in leen gehouden zou worden, evenals de goederen die de derde zoon Steven (H/IV-4) waren toebedeeld * . Gerrit (H/IV-2) overleed in 1483. Nu werd zijn zoon Jacob (H/V- 2) met Vorden beleend * . Dirk (H/V-4) erfde in 1488 Hackfort van zijn kinderloze oom Jacob (H/IV-3) * .
Toen ook Dirk (H/V-4) in 1499 zonder nakomelingen overleed, viel Hackfort terug aan zijn oudere broer Jacob (H/V- 2) * .
Na diens dood in 1504 erfde zijn oudste zoon Hendrik (H/VI-1) het huis te Vorden, terwijl de tweede zoon Bernt (H/VI- 2) Hackfort en enige andere bezittingen kreeg * . Hiermee was de éénherigheid van Vorden en Hackfort afgelopen. Het huis Vorden vererfde later in de familie Ripperda.
Bernt of Berend van Hackfort (H/VI-2) was de laatste mannelijke nazaat van dit geslacht en ook de bekendste. Hij was een belangrijk bevelhebber van hertog Karel van Gelre in diens strijd tegen het Bourgondisch-Habsburgse huis * . Vanwege zijn diensten kreeg hij vele ambten en goederen in pand, zoals het huis Schuilenburg met het bijbehorende drostambt. Het ambt van scholt van Zutphen kocht hij in 1534, nadat hij van 1522 tot 1528 landdrost van Zutphen was geweest.
In 1504 was hij getrouwd met Margaretha van Egmond, via wie het huis Baak in de familie Van Hackfort kwam. Uit dit huwelijk werden twee dochters geboren, Jacoba (H/VIIa-1) en Agnes (H/VIIa-2).
Bron: graafschap-middeleeuwen.nl
Jacob III Ψ, 1424/27-1488
Noot 4Hackfort komt na de dood van Jacob II in handen van zijn gelijknamige jongere zoon. Jacob III moet zijn oudere broer Gerrit II erkennen als zijn leenheer. Beide broers staan in goede verhouding tot elkaar, want ze treden gebroederlijk bij diverse gelegenheden op. Ze tekenen samen in 1436 de overeenkomst waarin steden en edelen elkaar steun beloven tegen de hertog van Gelre. Ze getuigen meermalen samen in 1441, 1443 en 1447.
Wanneer Jacob III in 1437 met Gostouwe Ψ trouwt, treedt Gerrit II op als zijn getuige. Jacob III's bruid Gostouwe is een dochter van Derck V van Keppel van Verwolde Ψ. Jacob III en Gostouwe krijgen geen nakomelingen. Overigens krijgt Gostouwe wel een bastaardzoon, die zij vlak voor haar dood in 1460 erkent.
Jacob III staat op goede voet met hertog Arnold van Gelre. Hij steunt hem in diens strijd tegen zijn zoon Adolf van Gelre. Ook reist hij in 1451-1452 met hem naar het Beloofde Land. Dat is zijn tweede reis, want in 1448 is hij er ook al heen gereisd.
In 1465 hertrouwt Jacob III met Lutgard Ψ, een dochter van Bitter van Raesdfelt Ψ, heer van Ostendorf, en Bertha Ψ, op haar beurt een dochter van Willem van Baak Ψ en Lutgard van Dorth Ψ. In zijn nadagen verricht Jacob III nog een goede daad, want hij laat in 1478 aan de Spittaalstraat in Zutphen acht armenhuisjes bouwen. Deze zijn bedoeld voor de arme boeren van de Hackfortse goederen, zodat zij van een rustige oude dag kunnen genieten. Jacob III heeft goed geboerd, want de arme boeren krijgen daarnaast nog een jaarrente van twintig Rijnse guldens. Naast de woningen aan de Spittaalstraat bezit Jacob III ook de zogenaamde 'Proosdij'.
Grafsteen van Gerrit II van Vorden.Uit het tweede huwelijk komen ook geen kinderen, zodat Hackfort na de dood van Jacob III in 1488 terugkeert in de hoofdtak. Echter niet bij zijn broer Gerrit II, want die is drie jaar voor Jacob III overleden, maar bij diens zoon Dirk.
Jacob van van Hackfort | ||||||||||||||||||
(1) ± 1465 | ||||||||||||||||||
(2) ± 1437 | ||||||||||||||||||
Gostouwe van van Keppel |
Regest 66: Allphartt Kribbe en Arentt Peyne, kerkmeesters der St. Walburgskerk te Zutphen,verklaren de 8 woningen, die heer Jacob van Hacfurtt, ridder, gebouwd heeft buiten de poort van het hospitall vóór de eerste poort, te aanvaarden, en geven regels voor het gebruik.
Regest: Notaris Johannes Oestendorp de Warendorp instrumenteert, dat vrouwe Lutgert de Hacfort, inwoonster van Sutphania ten eenre, en Jacobus, Sanderus en Theodericus de Hacfort, als erfgenamen ten andere, de schenkingen van wijlen Jacobus van Hacfort, ridder, aan zijn vrouw [Ludgard van Raesfelt] bevestigen.
Regest: Johan, heer toe Voirst en Keppell, verklaart, dat hij uit de horigheid heeft ontslagen Guede toe Benteler Lammesdr., wonende in het kerspel Lochem in de buurschap Swiip, en haar overdraagt aan heer Jacob van Hacfoirt, ridder, die hem daarvoor overdraagt Heylwich ten Oesternkampt, dochter van wijlen Heylwich ten Oesternkamp, wonende in de buurschap Lynde onder Worden.
Regest: Gheryt van Hacfoirde belooft zijn broeder heer Jacop van Hacfoirde, ridder, schadeloos te houden voor zijn borgtocht voor de hertog van Gelre bij het huwelijk van diens dochter met de hertog van Beyeren.
Regest: Wynant van Arnhem, ridder, belooft heer Jacob van Hackvoirt, ridder, schadeloos te houden voor een belofte aan heer Adryaen van Broichusen, ridder.
Zie Regest
Medezegelaars zijn oa: Gijsbert van Bronckhorst, Dirk van Bronckhorst, Hendrik van Wisch, Jacob van Hackfort, Arnt van Middachten.
Zie Afschrift