Genlias vermeldt geboorteakte no 22 d.d.18 april 1862. Zijn persoonskaart vermeldt Utrecht 1
januari 1900 Oudegracht 105; 7 mei 1929 Biltstraat 95
(1) Er ist verheiratet mit Hendrika Jacoba STROOBACH.
Sie haben geheiratet am 29. März 1894 in Haarlem, Noord-Holland, Nederland , er war 31 Jahre alt.
Huwelijksakte no. 76
GenLias vermeldt Echtscheidingsakte no 852 d.d. 18 december 1914 te Utrecht. De inschrijving in de
B.S. van Utrecht van deze akte no 852 luidt alsvolgt: Op heden den achttienden December
negentienhonderd veertien is voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van
Utrecht, in het Huis der gemeente verschenen: Meester Lambertus van Lier, advocaat en procureur,
oud zeven en zestig jaren, wonende alhier, die handelend voor en in naam van Hendrika Jacoba
Stroobach, zonder beroep, wonende alhier ons ter inschrijving in de registers van den
Burgerlijken Stand heeft overgelegd een vonnis van de Arrondissements-Rechtbank te Utrecht, bij
verstek gewezen den twee en twintigsten October negentien honderd veertien, waarbij is verklaard
geworden, dat het huwelijk tusschen Hendrika Jacoba Stroobach voornoemd en Jan Willem
Roeloffs, tandarts, wonende alhier, voltrokken te Haarlem den negen en twintigsten Maart
achttien honderd vier en negentig, door echtscheiding is ontbonden op grond van overspel door den
gedaagde gepleegd. Hierbij is overgelegd eene verklaring van den griffier der voormelde Rechtbank
van den tienden dezer maand ten bewijze strekkende dat gemeld vonnis op den zesden der vorige
maand in persoon is beteekend en dat op zijn register geene aantekening van verzet tregen gemeld
vonnis is geschied. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. Dan volgen de
handtekeningen..
ARRONDISSEMENTS RECHTBANK, TOEGANG 382, INV. NR. 635, NO 1678.
Hendrika Jacoba Stroobach, zonder beroep, wonende te Utrecht, eischeres bij exploot van
dagvaarding van de deurwaarder J.A. Groenendaal d.d. 12 September 1914, Mr. L. van Lier contra
Jan Willem Roeloffs, tandarts, wonend te Utrecht, gedaagde bij de gemelde exploot, niet
verschenen, heeft de rechtbank het volgende vonnis gewezen:
De Arrondissements Rechtbank te Utrecht, kamer voor burgerlijke Zaken:
Gezien de stukken en daaronder in 't bijzonder het verzoekschrift van de eischeres aan de
voorzitter der Rechtbank met de daaropgegeven beschikking.
Gehoord eischeres in de door haar genomen conclusie.
Gehoord de conclusie van 't Openbaar Ministerie, strekkende tot toewijzing van eischeres vordering
ten profijte van het tegen gedaagde te verlenen verstek.
wat aangaat de feiten:
Overwegende dat nu eischeres zich bij introductief request tot den voorzitter der rechtbank heeft
gewend met het verzoek om, aangezien zij den 29 Maart 1894 te Haarlem is gehuwd met Jan Willem
Roeloffs, tandarts, wonende te Utrecht, uit welk huwelijk twee kinderen geboren zijn, te weten
een zoon, genaamd Jacobus Hendrik op 14 September 1897 en eene dochter genaamd Johanna Wilhelmina
op 28 Mei 1900 en gedurende dat huwelijk heeft moeten ondervinden dat haar voornoemde echtgenoot
vleeschelijke gemeenschap heeft gehad met andere vrouwen dan zijne echtgenote, verlof te mogen
bekomen tot het instellen van eene vordering, tot ontbinden van het huwelijk van partijen door
echtscheiding op grond van overspel door den man gepleegd, met de gevolgen daaraan door de wet
verbonden, een en ander met bepaling van den dag waarop het in artikel 284 Burgerlijk Wetboek
bedoelde verhoor zal plaats vinden en met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding .
Overwegende dat eischeres, na verlof van genoemde voorzitter te hebben bekomen tot het instellen
van de bovenomschreven vordering, bij dagvaarding en daarmede overeenstemmende conclusie van
eisch heeft doen zeggen, dat zij zich wenscht te gedragen naar de gronden en middelen van eisch
in boven genoemd verzoekschrift vervat en derhalve concludeert dat het huwelijk van partijen den
20 Maart 1894 te Haarlem gesloten, zal worden ontbonden verklaard door echtscheiding op grond van
overspel door den gedaagde gepleegd, met de gevolgen daarvan door de wet verbonden en dat de dag
zal worden bepaald, waarop de ouders en bloedverwanten of aangehuwden van Jacobus Hendrik en
Johanna Wilhelmina Roeloffs zullen worden gehoord om met de voorziening in de voogdij en de
toeziende voogdij; alles met verwijzing van den gedaagde in de kosten van 't rechtsgeding en
onder voorbehoud van de zijde van eischeres om in de loop van 't geding zoodanige incidenteele
vorderingen te doen en maatregelen van voorzorg te nemen, als zij naar aanleiding van de haar bij
de wet verleende bevoegdheden zal vermeenen te behooren.
Overwegende dat gedaagde hoewel behoorlijk gedagvaard is in gebreke gebleven een procurem te
stellen, waarop eischeres tegen den niet verschenen gedaagde heeft verstek gevraagd.
Ten aanzien van 't recht
Overwegende dat de termijnen en formaliteiten door de Wet voorgeschreven zijn in acht genomen en
mitsdien het gevraagde verstek moet worden verleend, dat verder de vordering, strekkende tot
echtscheiding aan de Rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt en dus moet worden
toegewezen, omdat overspel, zooals gesteld, een grond oplevert voor echtscheiding.
Gezien de betrekkelijke wetsartikelen, waaronder de artikelen 262, 264, 284 Burgerlijk Wetboek 56,
76, 138 van het wetboek van Burgerlijk recht van de Rechtdoende in naam der Koningin.
Verleent verstek tegen den niet verschenen gedaagde en ten profijte van dien; verklaart het
huwelijk op 29 Maart 1894 te Haarlem tusschen partijen gesloten ontbonden op grond van overspel
van gedaagde.
Bepaalt dat de ouders en bloedverwanten of aangehuwden van de minderjarige kinderen van partijen:
Jacobus Hendrik en Johanna Wilhelmina door de rechtbank zullen worden gehoord over de voorziening
in de voogdij en de toeziende voogdij op Donderdag 26 November 1914, des namiddags te 2 en een
half uur in 't gebouw der rechtbank te Utrecht.
Veroordeelt gedaagde in de kosten van 't rechtsgeding tot op de uitspraak van het vonnis begroot
op 58.67.
Gedaan en gewezen door de heeren Mrs. Boers, vice-president, Jhr. Schuurbeijne Boeije en
Kranenburg, rechters en uitgesproken ter openbare terechtzitting van Donderdag den twee en
twintigsten October negentienhonderd en veertien in tegenwoordigheid van Mrs. Amshoff,
substituut-officier van Justitie en Hooft Graafland, Substituut-griffier.
Gedaagde heeft geen procurem doen stellen, d.w.z. heeft geen procureur (= advocaat) opdracht
gegeven zich namens hem in de procedure te stellen. Dat was toen en is nog wettelijk verplicht om
rechtsgeldig in rechte te kunnen optreden. Gedaagde is dus in deze echtscheidings procedure niet
rechtsgeldig in rechte verschenen, weshalve tegen hem verstek is verleend en de vordering van de
vrouw zonder weerwoord van de man is toegewezen. De echtscheidingsgrond overspel was tot eind
jaren 60 de enige wettelijke grond tot echtscheiding, naast mishandeling. Partijen die wilden
scheiden spraken dus tevoren af dat de een zou stellen dat de ander overspel had gepleegd. Die
ander voerde dan, zoals in dit geval, geen verweer zodat voor de rechter vaststond dat overspel
had plaatsgevonden en de echtscheiding kon worden uitgesproken. Meestal was van daadwerkelijk
overspel in het geheel geen sprake geweest. Uiteindelijk is door de voortschrijdende
ontkerkelijking de strenge op het geloof gebaseerde leer verlaten en is de duurzame ontwrichting
van het huwelijk als echtscheidings grond ingevoerd. De zgn. grote leugen was vanaf dat moment
niet meer nodig.
Kind(er):
Das Ehepaar wurde geschieden von 18. Dezember 1914 bei Utrecht, Utrecht, Nederland .
(2) Er ist verheiratet mit Margaretha Johanna de BRUIJN.
Sie haben geheiratet am 29. Dezember 1917 in Utrecht, Utrecht, Nederland , er war 55 Jahre alt.
Jan Willem ROELOFFS | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1894 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrika Jacoba STROOBACH | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1917 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margaretha Johanna de BRUIJN |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.