Genealogie Van der Valk en van der Valck » Doe Adriaens Luck (Lucq, Locq) (1543-1618)

Persönliche Daten Doe Adriaens Luck (Lucq, Locq) 

• Er wurde geboren im Jahr 1543 in 's Gravenzande.
• Beruf: Bouwman.Quelle 1

  Doe was Bouwman te 's Gravenzande, Schepen en Burgemeester te 's Gravenzande in 1578, 1584 en 1590 tevens was hij Heilige Geestmeester in 1580 en Kerkmeesterbte Naaldwijk

• Eintrag.

  Woond ca 1612 in Naaldwijk.

• Er ist verstorben im Jahr 1618 in Naaldwijk, er war 75 Jahre alt.
• Ein Kind von Adriaen Pietersz Luck und N.N.
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 2. November 2015.

Familie von Doe Adriaens Luck (Lucq, Locq)

(1) Er ist verheiratet mit Marijtje Jansdr van Alenburg.

Sie haben geheiratet

Kind(er):

1. Adriaen Doesen Luck (Lucq, Locq)  
2. Jacob Doesen Luck (Lucq, Locq)   

(2) Er ist verheiratet mit Trijngen Corn(elis)dr van Vliet.

Sie haben geheiratet

Bron HOGENDA
Historisch Archief Westland, Naaldwijk
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1595-1604) INV. NR. 6
bewerkt door Pieter van der Hoeven

[fol. 198] Den Ien julij 1599
Seeckere recognitie van accort tusschen Doe Arijensz. Luck en(de) de kinderen van Trijngen
Corn(elis)dr. zijne huijsvr(ouw)e in dat den XXIIIIen sept. a° XVC en(de) XC reciproce
gepasseert op zeeckere donatie bijde selve Trijngen Corn(elis)dr. dijer tijt op haere kinderen
al te voren gedaen.

(3) Er ist verheiratet mit Annitgen Jans (Coninx).

Sie haben geheiratet

Notizen bei Doe Adriaens Luck (Lucq, Locq)

Bron: Westlandse familienamen, Luck.

Doe Adriaensz Lucq werd in 1543 te 's-Gravenzande geboren (32) als zoon van Adriaen Pietersz Luck. Hij stierf in 1618 te Naaldwijk. Zijn stoffelijk overschot werd in zijn geboorte plaats begraven, zoals de "Kerckerekeninghe" van Naaldwijk lopende over het jaar 1619 uitwijst: Noch een koe voor tlijck van zal Doe Arijensz Lucq ende alsoo Doe Arijensz voors tot Schravesant begraven es ende oversulx gemaect de Schravezantse kerck deen helft van de voors koe ende de wederhelft tot profijte van de Naaldwijckse kerck comt daeromme de somme van 25 L (33).
Doe Adriaensz is driemaal getrouwd geweest: Zijn eerst vrouw was Maritgen Jansdr (van Alenburch), weduwe van Herper Claesz, die bij haar tweede huwelijk met Doe Adriaensz één kind uit haar vorig huwelijk meebracht, Jan Herpersz (Coornhert). Deze trad op 14 december 1585 in het huwelijk en over wiens huwelijkssluiting we het volgende vermeld vinden:"Beijde navolgende conditien zoo zijn metter minne in huwlicxe voorwaerden veraccordeert Jan Harpersz ende Joostgen Jacobsdochter beide ten weder zijden met haer vrienden ende maegen In den eerst en dat Doe Arentsz als getroudt hebbende Marijtgen Jansdr des voors Jan Herpersz moeder zal betalen des voors Jan Harpersz vaderlicke goederen ende patermonien alles vuijtwijsen den vuijtcoopbrieff daervan zijnde daer van hij betalen zal vastelavondt eerstcomende de zomme van negen hondert carolus guldens". De rest zou Doe Arents betalen mei 1587 (34). Uit het tweede huwelijk van Marijtgen Jansdr werden twee kinderen geboren Adriaen en Jacob Doesen Luck. Op 30 juli 1588 compareerde Doe Adriaensz (hij stond op het punt een tweede huwelijk te sluiten) voor schepenen van ’ s-Gravenzande en verklaarde wegens uitkoop schuldig te zijn aan Jan Harpersz, Adriaen Doesen en Jacob Doesen als moederlijke erfenis de som van drie duizend gulden, voor ieder van de kinderen duizend gulden. Als zijn beide zonen kwamen te trouwen, zou hij bovendien elk 100 gulden betalen als brudegomstuck (35).
Zijn tweede vrouw, met wie hij circa 1590 in het huwelijk trad, was Trijntje Cornelisdr, weduwe van Jan Willem Corsse van Vliet. Alvorens daartoe over te gaan, deed de laatste op 1 december 1588 een schenking aan haar beide dochters Machteld Jansdr getrouwd met Joris Cornelisz op de Vliet en Maritgen Jansdr, toen nog ongetrouwd en minderjarig. Ze verklaarde aan haar dochters "uijt moederlicke affectie" geschonken te hebben; 10 ses mergen lands, 20 vijerdalff mergen lands, 30 huis, erf, barg, geboomte, 40 boomgaard een 11 hond lands, 50 kwijtschelding aan Joris Cornelisz van diens verplichting tot het leveren van bepaalde producten in natura. Nadrukkelijk werd er bijgevoegd "indijen zij comparante soude comen te houwelicken dat de geene daer zij mede zouden contraheren daer jegens uijt de gemeene boel in andere goederen begrotet sall werden (36). Een kleine twee jaren later, op 24 september 1590, werd deze regeling in overleg met de kinderen en met hun goedvinden enigszins gewijzigd. Doe Adriaensz en zijn vrouw hadden toen het voornemen om zich te Naaldwijk te vestigen en in verband daarmee hadden zij het huis enz. zelf nodig. De schenking van "de thijendalff mergen landts" bleef gehandhaafd, de rest werd ongedaan gemaakt (37).
In verband met zijn vertrek naar Naaldwijk had Doe Adriaensz zijn bedrijf te ’s-Gravenzande niet meer nodig. Hij verkocht zijn boerderij aan zijn zoon Jacob Doesen Luck. Daartoe compareerden zij op 1 november 1594 voor schepenen van ’ s-Gravenzande en voor die te Santambacht. De vader "woonende binnen den dorpe van naeldwijck" verkocht zijn gehele bedrijf te ’s-Gravenzande voor 11.100 gulden aan zijn zoon. Deze betaalde contant 6. 000 gulden en verder jaarlijks 300 gulden. Bovendien moest hij aan zijn vader elk jaar "vier van de beste meijsche scaepe kaesen, 2 groene en 2 witte" leveren (38).
In 1609 stierf de tweede vrouw van Doe Adriaensz, Ze werd in de kerk te Naaldwijk begraven. Over haar bijzetting vinden we vermeld: 21 september 1609 Trintje Cornelis laatst huisvrouw van Doe Adriaensz Luck 3. 15. 0 (39). Trijntje Cornelisdr had bij haar overlijden twee erfgenamen; Reijer Vranckens van Adrichem, de man van haar dochter Maritgen Jan Willem Corssedr van Vliet en Christiaen Jorisz van der houw tot Delft, da man van haar kleindochter Martje Jorisdr van Vliedt, wier moeder Machtelt Jan Willem Corssedr van Vliet op 7 november 1591 in de kraam gestorven was. Doe Adriaensz Luck deed aan de twee erfgenamen een uitkering in totaal van 10. 000 gulden, waardoor hij algeheel eigenaar van de gehele boerderij werd (40).
De derde vrouw van Doe Adriaensz was Annetgen Jansdr (Coninx), die korte tijd na het overlijden van haar man een tweede huwelijk sloot, met Jacob Engelsz (41 en 42).
Tegenover zijn familieleden toonde Doe Adriaensz zich bij verschillende gelegenheden een trouwe helper. Zo compareerde hij op 12 december 1593 voor schepenen in den ambachte van Monster en hield een wakend oog op de geldelijke belangen van zijn neefje Pellenaer Lenerts, het nagelaten kind van zijn overleden zuster Jannetje Adriaensdr (43). Ook later zien we hem telkens voor dit vader- en moederloze kind optreden. Verder compareerde hij op 3 mei 1600 voor schepenen van Naaldwijk en trad voor zijn neef Adriaen Jansz Lucq als een der beide borgen op toen deze te Naaldwijk voor duizend gulden een huis kocht (44). Bijzonder zorgzaam trad hij op tegenover zijn ouderloze kleinkinderen Maritgen en Jacob Adriaensz Lucq, de kinderen van zijn in 1602 aan de pest gestorven zoon Adriaen Doesen L uck. Op 6 november 1612 compareerden voor schepenen van Sandtambacht Doe Adriaensz Lucq met de andere voogden en verklaarden in hun kwaliteit van voogden 4500 gulden wegens koop van 15 mergen land in Sandtambacht schuldig te zijn aan Jouffrouw Margareta de Stoppelaire te Gent (45). Enkele jaren later verkochten zij dit land voor 6.000 gulden aan Jonkheer Justus van Rijsenburch. De winst van 1.500 gulden kwam de erfenis van de weeskinderen ten goede (46). Doe Adriaensz heeft in de tijd toen hij te ’s-Gravenzande woonde aldaar verschillende ambten bekleed. In 1578, 1584 en 1590 nam hij het burgemeestersambt waar, terwijl hij al vroeg als schepen optrad. Verder vinden we genoteerd: "Rechtdach den sevenden mij 1500 80" "op dees dag is Doe Adriaensz mette stemm van de gemeente wethouders geeligeert tot heijlige geestmeester van sgravesandt" (47). Te Naaldwijk is hij vele jaren achtereen kerkmeester geweest.

Historisch Archief Westland, Naaldwijk, HOGENDA
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1595-1604) INV. NR. 6
bewerkt door Pieter van der Hoeven
[fol. 1] 8-6-1595: Clara Francken van(der) Meer wed(uw)e wijlen Reijer Heijnrixz. van(der)
Burch met haer voochds hand in desen Franck Reijersz. van der Burch hare zoon, Clara
Willemsdr. wed(uw)e wijlen Jan Dircxz. Bugge met haer voochds hand in deesen Dirck
Jansz. Bugge hare zoon alle wonende binnen der steede Delff ende bekenden d’voors. Clara
Franckendr. voor twee derdepaerten en(de) Clara W(ille)msdr. voor een derdepaert vercoft te
hebben Doe Adrijaensz. Luck drie margen drie hond lands gelegen binnen den ambachte
voors.

Historisch Archief Westland, Naaldwijk
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1605-1613) INV. NR. 7
bewerkt door Pieter van der Hoeven

[fol. 111v.] 12-4-1609: Sijmon Franssen woonen(de) op Hontscholr(edijck) bekende vercoft
te hebben aen Doe Adriaensz. Lucq sekere vijer mergen soo weij als teelant

[fol. 139v.] 2-12-1610: Crijn Jorisz. buijrman vanden voors. ambachte van Naeldijck ende
bekende schuldich te wesen Simon Isaacxz. van der Graft wonende tot Delfft de somme van
seventienhondert carolus gulden spruijtende uijt saecke van coope van(de) beterschap van(de)
erffpacht van seven margen teelandts mitsgaders drie morgen geestlandt hijer onder ten
hijpoteecque gestelt.
Compareerde mede Doe Adriaensz. Lucq wonen(de) binnen den dorpe van Naeldijck die
welcke sijn selven gesteldt heeft borge.

[fol. 200] (voor schout en schepenen van Naeltwijck, schepenen in Santambacht en schepenen
tot Schipluijden) 3-6-1612: Reijer Vranckesz. van Adrichem wonende in Santambacht als
man ende voocht van Maritgen Jan Willem Corssendr. van Vliet, ende Christiaen Jorisz. van
der Hoeve tot Delff als man ende voocht van Maritghen Jorisdr. van Vliet te zaemen
erffgenamen van za: Trijntghen Cornelisdr. van Vliet in haer leven huijsvrouwe van Doe
Ariensz. Lucq tot Naeltwijck ende bekenden elcx in der voors. qualite te zaemen vercocht te
hebben ten behouve vanden voorn. Doe Ariensz. Lucq inden eersten den eijgendom van de
gerechte helfte van seker huijs erff schuijr barghen ende geboomte op het selve erve staende
alles staende ende geleghen binnen den dorpe van Naeltwijck alwaer den voorn. Doe Ariensz.
jegenwoordich es wonende,noch de helfte van zekeren bogaert met de helft van elff hont lants teijnden aen den voors.
bogaert geleghen groot int geheel te zaemen omtrent vijerdalff morghen,
noch de helfte van omtrent drie morghen lants gecomen van Philips Jansz. Baeck gelegen aen
den Achterwech in den ambachte van Naeltwijck,
noch omtrent de helfte van vierdalff morghen geestlants gelegen in den voors. ambachte van
Naeltwijck,
noch omtrent de helfte van vier morghen met het vlietgen gelegen in den Corten Brouck tot
Naeltwijck gecomen van Sijmon Fransz.,
noch omtrent de helfte van seventhien hont lants geleghen in Santambacht in Teijlinger thient,
noch omtrent de helfte van elff morghen lants gelegen tot Schipluijde gecomen van de stadt
Delff.
Sij comparanten bekenden noch in der voors. qualite ten behouve van(den) voorn. Doe
Adriaensz. vercocht te hebben de gerechte helfte van alle de roeren(de) goederen in sulcker
vougen de zelve bij de voorn. Trijntghen Cornelisdr. van Vliet metter doot geruijmpt ende
naegelaeten sijn als namentlicken imboel huijsraet levende haeff ende anders mitsgaders de
gerechte helfte van(de) toegifte van alle de bruijckwaerlanden die jegenwoordich bij den
voorn. Doe Ariensz. werden gebruijct ende dit alles zoo tselve hun comparanten inder voors.
qualite opgecomen ende aenbestorven es deur doode ende overlijden van(de) voorn.
Trijntghen Cornelisdr. van Vliet des voors. Maritghen Jan Willem Corssendr. van Vliets
moeder ende Maritghen Jorisdr. van Vliets grootmoeder alles bijden voorn. Doe Adriaensz.
Lucq vercreghen bij uijtcoope breder blijckende bijde uijtcoopcedulle hijer annex in date den
naestlesten januarij anno XVIC thien waer van de wederhelfte van alle de voorn. goederen den
voorn. Doe Ariensz. selffs es toebehoren(de).
[marge: 17-12-1617: Vrijwaring door Doe Adriaensz. Lucq]

[fol. 201v.] 3-6-1612: Doe Adriaensz. Lucq wonende binnen den dorpe van Naeltwijck ende
bekende schuldich te wesen Reijer Vranckesz. van Adrichem wonende in Santambacht ende
Christiaen Jorisz. van der Houve tot Delff de zomme van thienduijsent carolus guldens
spruijtende uijt coop van de gerechte helfte van seker huijs … (enz.)

Bron HOGENDA
Historisch Archief Westland, Naaldwijk
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1613-1624, 1626) INV. NR. 8
bewerkt door Pieter van der Hoeven

[fol. 6] 28-11-1613: Leuntgen Florisdr. wedue wijlen Huijch Jacobzoon wonende tot
Naeldwijck geassisteert met Dirck Huijgen haer zoone ende Jan Heijnrixz. cleermaker haer
schoonzoone beijde haer vercooren voochden in desen, ende bekende vercocht te hebben ende
sulcx schuldich te wesen Arent van Leeuwen secret(ari)s tot Naeldwijck een losrente van twee
carolus guldens vijff stuijvers thijen penn(ingen).
Compareerde mede Doe Adriaensz. Lucq ende Jacob Dircxz. van Zwieten beijde wonende tot
Naeldwijck ende verclaerden sich voor de voorn. Leuntgen Floris te constitueren borge

Bron HOGENDA
Historisch Archief Westland, Naaldwijk
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1623-1629) INV. NR. 9
bewerkt door Pieter van der Hoeven

[fol. 64v.] 21-5-1626: Jacob Engelsz. woonende binnen den dorpe van Naeldwijck, ende
bekende verocht te hebben aen Joris Cornelisz. van Vliet inden eersten seker huijs ende erve
mitsgaders drie bargen ende seeckeren boomgaert met alle tgeene wes daer inne an op, en(de)
bij aert ende nagelvast gepotet ende geplantet is ende met zoodanige vrijdomme ende
servituijten als Jacob Engelsz. ende za: Doe Adriaensz. Lucq de voors. goederen gepossideert
ende beseten hebben alles staende en(de) gelegen in den dorpe van Naeldwijck over de
Coningstrat, noch alle het hoij stroo, en(de) mis leggen(de) inde voors. huijsinghe bouhuijs,
schuijren, ende opt voors. erve mitsgaders een lange wageschotte banck met drie slooten,
twee wageschotte cassen, twee wageschotte betsteden, een ijseren heugelboom, alle de
plancken opde til leggende ende voorts alle de till ende tilberhaeff.

[fol. 71v.] 15-5-1626: Jacob Doesen Lucq woonende binnen der stede sGravesande, soo voor
hem selven, ende als oom en(de) bloetvoocht van Maritgen Lucquen, woonende tot
Rotterdam, ende bekende in der voors. qualite met advijs van bailliu ende weesmeesters van
Naeldwijck vercocht te hebben aen Jacob Engelsz. woonen(de) binnen den dorpe van
Naeldwijck de gerechte helfte van seecker huijs ende erve mitsgaders drie bargen ende
seeckeren boomgaert me zoodanige vrijdommen servituijten ende laste als Doe Adriaensz.
Lucq de voors. goederen gepossideert ende beseten heeft alle staende ende gelegen binnen
den dorpe van Naeldwijck over de Coninghstraet van welck voors. huijs ende erve mitsgaders
de drie bargen en(de) boomgaert den voorn. Jacob Engelsz. van wegen zijn overleden
huijsvrou Annitgen Jansdr. de wederhelfte selffs es toebehoren(de).

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Doe Adriaens Luck (Lucq, Locq)?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Doe Adriaens Luck (Lucq, Locq)

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder