Geloof: RK
Er ist verheiratet mit Martijntje Mouritsdr van Ruijten.
-- Weesdag, gehouwden den 7 juny 1776
--- Pieter Jacobsz van der Hoorn exhibeerd testament van hem en zijn vrouw Martijntje Mauritsdr van Ruyten, gepasseerd voor den notaris Johan Burghard en getuygen te Langer Aar in dato 2 april 1723, waaruyt bleek dat hij met seclusie van de weeskamer als langstleevende was aangesteld tot voogd haaar dogters' kinderen (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 035 links).
Sie haben geheiratet am 26. Januar 1723 in Ter Aar.Quelle 1
-- Het wettelijk huwelijk tussen Pieter Jacobs van der Hoorn en Martijntje Mourits van Ruijten is gesloten door de schout Jacob Beverlander, waarbij aanwezig zijn de schepenen van de ambacht 'der Aer' Willem de Graat en Johannes Smits.
Kind(er):
-- Pieter Jacobs van der Hoorn was in 1751 de grootste turfbaggeraar van Ter Aar (Langeraar); hij baggerde daar totaal 1321 roeden (zie: A.J.J. van 't Riet, 'Meeten, boren en besien' (2005) (blz.nr. 73).
-- In 1738 kocht Pieter Jacobs van der Hoorn tesamen met Maarten van der Giet (Oudshoorn), Willem Sijmens Buurman, Corneliss Dirks Rijnsburger en Cornelis Pieter van Heijningen een huis en erf, groot 230 roeden, met bijna 8 morgen veenland voor 28.007 gulden. Er werd slechts 1007 gulden contant betaald, terwijl de rest door middel van een custing brief, waarop een hypotheek berust, werd voldaan (zie: A.J.J. van 't Riet, 'Meeten, boren en besien' (2005) (blz.nr. 129).
-- Tevens kocht Pieter Jacobsz van der Hoorn, tesamen met Jacob Pietersz van der Hoorn in die zelfde buurt ruim 5 morgen verveenbaar land voor 18.000 gulden. Ook toen werd slechts 1000 gulden contant betaald en de rest door middel van een custing brief (zie: A.J.J. van 't Riet, 'Meeten, boren en besien' (2005) (blz.nr. 129).
-- Pieter Jacobsz van der Hoorn investeerde voor een bepaald gedeelte in een huis en schuren in het Friese dorp St. Jansga (Sint Johannesga), maar ook in een zate en veenlanden in Rotsterhaule, dat ook in Friesland ligt.
Met deze investering kwam een compagnieschap ten goede tussen hem, Pieter Pietersz Marsse, Cornelis Pietersz Marsse en Dirk Rijnsburger. Het compagnieschap bezat behalve onroerend goed ook schuren, turfbokken, schuiten, tenten turfmakersgereedschappen en van alles wat nog bij de 'graverij' toebehoorde. Het (Friese) deel van het nalatenschap werd eigendom van zijn dochter Cornelia Pietersdr van der Hoorn, en toen Cornelia overleed in 1787 kwam e.e.a. in handen van haar geestelijke zus Maria Pietersdr. van der Hoorn (zie: A.J.J. van 't Riet, 'Meeten, boren en besien' (2005) (blz.nr. 171).
-- Nog compareerde als vooren Pieter Jacobsz van der Hoorn, exhibeerende testamentaire dispositie van Martje Jacobsz van Zijl, zijnde gepasseerd voor den notaris Cornelis van Oudendorp Corneliszoon te Langer Aar in dato 23 augusutus 1761 waarbij bleek dat de weeskamer was uytgeslooten en hij comparant, woonende alhier, beneevens Pieter Cornelisz Marsse, woonende onder Cudelstaart, tot voogden aangesteld over haare minderjaarige erfgenaamen (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 021 links).
-- Weesdag gehouwden den 19 november 1782
De heer Cornelis van Oudendorp exhibeerd extract-testament van Pieter Jacobse van der Hoorn, gepasseerd voor gemelde notaris Oudendorp en getuygen te Rhynsterwoude in dat 23 november 1776, waarbij met seclusie van de weeskamer tot voogden zijn aangesteld Hendrik Wilhelmusz van der Hoorn en Pieter Kroone, woonende alhier en Pieter Marsse onder Cudelstaart en wiens plaats als zijnde overleeden uyt kragte der clausule reservatoir, bij acte de dato 31 mey 1782 is aangesteld gemelde heer Cornelis van Oudendorp, schout van Rhynsaterwoude (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 043 rechts).
Pieter Jacobsz van der Hoorn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1723 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Martijntje Mouritsdr van Ruijten |