Er ist verheiratet mit Maartje Hofstede.
Weesboek is nog niet geheel klaar.
-- Weesdag, gehouwden 16 november 1787,
--- Maartje Hofstee geevt te kennen dat haar man Johannis van der Tang is koomen te overlijden, sonder te hebben voorsien op de voogdije zijner kinderen, nalaatende twee minderjaarige met naame Cornelis, oud 22 jaar en Teunis oud circa 13 jaaren versoekende, dat haar mogt worden toegestaan twee voogden over deselve te mogen adsumeeren, welk versoek bij schout en weesmannen is in advies gehouwden om daarover nader te delibereeren (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 057 links).
-- Weesdag, gehouwden 27 november 1787,
--- Ter weeskamer ingekoomen dit navolgende request
Aan de edele en achtbare heeren schout en weesmeesteren van Langer Aar.
Geevt reverentelijk te kennen Maartje Hofstee, weduwe Johannes van der Tang, dat nu onlangs overleeden zijnde de suppliante man den voornoemde Johannes van der Tang agterlaatende twee minderjaarige kinderen met naamen Cornelis van der Tang, oud omtrent 22 jaar, en Theunis van der Tang, oud omtrent 14 jaar, beide bij de suppliant in huwelijk verwekt, zonder eenige voorzieninge nopens de voogdije over gemelde minderjaarige kinderen in hebben gedaan.
Dat 't overzulx nodig is dat er voogden over dezelve werden gecommitteerd en aangesteld, en als personen daartoe geschikt en bequaam onder 't welgevallen van u edele achtbare zig aan bieden Abraham Hofstee, woonende aan den Bilderdam, en Sijmen Schoenmaker, woonende aan 't Goudse Tolhuijs, zijnde de eerstgenoemde de suppliante broeder en de tweede haare goede vriend, welke beide geneegen zijn die commissie op zig te nemen en uyt te voeren uyt liefde voor de voornoemde minderjaarige, en alzo zonder voor de zelver verdienstelijk verdiensten iets te rekenen.
Redenen waarom de suppliant zig keert tot u edele achtbare reverentelijk verzoekende dat u edele achtbare tot voogden over de voornoemde twee minderjaarige kinderen van de suppliant en wijlen haren oveerledene man Johannes van der Tang, met namen Cornelis van der Tang en Theunis van der Tang, en administratie van derzelver goederen gelieven te committeren en aan te stellen Abrahsa Hofstee, en Sijmen Schoenmaker, mits die commissies zig nemende en uytvoerende uyt liefde voor de voornoemde minderjrige, en alzoo zonder voor derzleve vediensten iets te reekenen en daartoe te verleenen acte in commissie forma (onderstond),
't Welk doende is geteekend, Maartje Hofstee.
(lagerstond)
Wij ondergetekende Abraham Hofstee en Sijmon Schoenmaker in de vorenstaande requeste gemeld, declareeren geneegen en bereyd te zijn om de voogdije bij dezelve requeste verzorgt aan en op ons te neemen, uytte voeren uyt liefde voorde minderjarige; en alzo zonder voor onze verdiensten iets te rekenen,
Actum den nobember 1787 / is geteekend / Abraham Hofstee Symon Schoenmaker,
waarover gedelibreerd zijnde, is geresolveerd aan 't verzoek de suppliante te voldoen, en den scretaris gelast behoorlijke acte diesweegens te conçipiëeren omme op den eerstvolgende weesdag te resumeeren en vervolgens te arresteeren (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 057 rechts en 058 links).gehouwden den 30ste november 1787
-- Uytgegeeven op zegel, 24 stuyvers.
--- Naar gedaane resumptie van voorgemelde acte is gearresteerd dit volgende appointement ter hand te stellen aan den daar bij aangestelde voogden, luydende als volgd:
Alsoo Naartje Hofstee, weduw van Jloahn nes van der Tang, woonende alhier onder LAnger Aar, aan schout en weesmannen van Der Aar bij requeste heeft te kennen gegeeven; dat nu onlangs overleeden zinde der spuppliante man den voornoemde Johannes van der Tang, agterlaatende twee minderjaarige kinderen, met naamen Cornelis van der Tang, oud omtrent 22 jaar, en Theunis van der Tang, oud omtrent 14 jaar, beide bij de suppliante in huwelijk verwekt, zonder eenige voorzieninge nopende de voogdije over gemelde minderjaarige kinderen te hebben gedaan.
Dat overzulx nodig is, dat er voogden over dezelve worden gecommitteerd en aangesteld en als persoonen daar toe geschikt en bequaam onder ;te welgevallen van hun edele achtbare zig aanbieden Abraham Hofstee woonende aan den Bilderdam en Sijmen Schoenmaker woonende aan 't Goudse Tolhuys, zinnde de eerstgenoemde der suppliante broeder en de tweede haar goede vriend, welke beide geneegen zijn die commissie op zig te neemen en uyt te voeren uyt liefde voor de voornoemde minderjaarige en al zo zonder voor derzelver verdiensten iets te reekenen.
Redenen waaromme de suppliante zig keerde tot hun edel achtbare reverentelijk versoekende dat hun edel achtbare tot voogden over de voornoemde twee minderjaarige kin deren van de su[lliante en wijle haare overleedene man Johannes van der Tang, met naamen Cornelis van der Tang en Theunis van der Tang en administrateurs van dezelve goederen gelieven te committeren en aan te stellen Abraham Hofstee en Sijmon SChoenmaker, mits die commissie op zich neemende uytvoerende uyt liefde voor de voornoemde minderjaarige en alsoo sonder voor derselver verdiensten iets te reekenen en daartoe te verleenen acte in commune forma.
Met bijgevoegd schriftelijk declaratoir van Abrham Hofstee en Sijmon Schoenmaaker en de vooren staan de requeste gemeld, dat zij geneegen en bereijd zijn omme de voogdije bij deselve requeste versogt aan- en op hun te neemenen uyt te voeren uyt liefde voor de minderjarigen en alsoo sonder voor hunne verdiensten iets te reekenen.
Zoo is 't dat schout en weesmannen van Der Aar in overweeging neemdne het intrest dier minderjaarige kinderen en hunne gehouwdentheyr omme ingevolgde de weeskens alhier vigeerende deswegens voorziening te doen, gecommitteerd en aangestled hebben gelijk zij committeeren en aanstellen bij dezen de persoonen Abraham Hofstee, woonende aan de Bilderdam, en Sijmon Schoenmaaker woonende aan 't Goudse Tolhuijs, tot voogden over de minderjaarige kinderen, naagelaten bij Johannes van der Tang, un huwelijke verwekt bij Maartje Hofstee omme onder het oppersag en toesigt vsn schout en weesmannen voornoemt van gemelde weduw van Johannis van der Tang in qualité als boedelhoudster af te vorderen behoorlijke staaten-inventaris van de gemeene boedel van haar en haare overleedene man voorts omme met communicatie-overleg en approbatie van schout en weesmannen voornoemt het intrest van gemelde kinderen waar te nemen en te behartigen en daar omtrent te observeren en na te koomen de voorgemelde weeskinderen, wijders en onder tet oppergezag en toesigte voornoemt alles te doen en te berigten wat goede en grtrouwe voogden gehouden en schuldig zijn te doen.
Verklaarende schout en weesmannen van Der Aar degenreuse aanbieding en toezegging van bovengenoemde Abraham Hofstee en Sijmen Schoenmaker ten behoeve van meergemelde minderjaarige kinderen van Johannes van der Tang gedaan, omme namentlijk gemelde voogdije aan en op hun te neemen en uytvoeren uyt liefde voor de minderjarigen en dus zonder voor hunne verdiensten iets te reekenen, dankelijk te acceptereeren en aan te neemen.
Actum te weeskamer van Lang- en Corter Aar, huyden den dertigsten november 1700 seeven en tagtig
In kennisse van mij, secretaris, G.C. Born,
Zijnde navolgends van boode gelast gemelde Maartje Hofstee ter weeskamer deeses ambagts te inviteeren teegens maandag den 3 december eerstkomende des morgens ten 10 uuren, omme als dan met haar en de aangestelde voogden nader te resolveeren soo als noodig zal werden bevonden (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 058 rechts, folio 059 links en rechts, folio 060 links).
-- Weesdag, gehouwden den 3 december 1787,
--- Compareerde voor schout en weesmannen van der Aar Maartje Hofstede, wedue Johannes van der Tang, Abraham Hofstee en Sijmen Schoenmaker, bovengemelde in qualité als aangestelde voogden over de minderjaerige kinderen van meergemelde Johannes van der Tang, zijnde hun vooor den secretaris voorgeleesen bovengemelde acte van aanstelling, en vervolgens hun ter hand gesteld, voorts is de dag tot 't inventariseeren der gemelde gemeen zijnde boedel gereguleerd op den 11den december aanstaande (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 060 links).
-- Weesdag, gehouden 11 december 1787,
--- Ten huyse van Maartje Hofstee, weduw Johannes van der Tang, gevadeerd?, en aldaar ten overstaan van schout en weesmannen, volgens 't op- en aangeven van meergemelde Maartje Hofstee, staat en inventaris geconcipieerd van alle de goederen en schulden concerneerende de gemeenen boedel van Jlohannes van der Tang, alhier op den 29ste october 1787 intestatus overleden en desselvs weduwMaartje Hofstee soo als dezelve gemeene boedel op 't overlijden van meergemelde Johannes van der Tang zig bevonden heeft. En is vervolgens de dag tot het sluyten van gemelde inventaris gereguleerd op 19 december 1787 (bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 060 rechts).
-- Weesdag, gehouden den 19 december 1787,
--- Compareerde ter weeskamer van Der Aar Maartje Hofstee, exhibeerende deese navolgende staat en inventaris, luydende als volgt:
---- Staat en invantaris van alle de goederen en schulden concerveerende de gemeenen boedel van Johannes van der Tang alhier te Langer Aar io den 29e october 1787 intestatie overleden, en desselfs weduwe Maartje Hofstee, woonende binnen dezen ambagtem zo als deelve gemeenen boedel op 't overlijden van gemelde Johannes van der Tang, zich bevonden heeft.
Gedaan maaken door gemelde Maartje Hofstee in qualiteit als boedelhoudster in voorzijde gemeene boedel ten verzoeke van Abram Hofstee woonende aan den Bildeedam en Sijmon Schoenmaaker woonende aan 't Goudse Tolhuis, in qualité als bij schout en weesmannen van der Aar, onder hun edele achtbare oppergesag en toezigt op den dertigste november deezes jaars 1787 aangestelde voogdden over haare twee minderjarige zoons, Cornelis van der Tang, oud circa 22 jaaren en Theunis van der Tang, oud circa 14 jaaren, beijde in 't voorschreven huwelijk verwekt.
Ten overstaan van mr. Gerard Caspar Born als vervangende mr. Johan Morrees, schout, Jacob Kapiteijn en Pieter Mulder, weesmannen van Lang- en Corter Aar.
Vaste goederen: een huys en erve, staande en gelegen onder den ambagte van Rhijnsaterwoude, op 't Moolenpad, belend ten oosten ..... zuijden ..... westen ..... en ten noorden ..... zijnde in huur bij de diaconie Armen van Rhijnsaterwoude jaarlijks voor eene somme van vier en twintig guldens, dus alhier f 24,--,--.
In schulden: van de heer Nn. Meijer te Amsterdm, weegens geleeverde booter, een somme van drie en negentig guldens en tien stuyvers, dus f 93,10,--.
Van d'heer Jan Frederik Meijer te Amsterdam wegens als boven, eende somme van sestig guldens, dus f 60,--.--.
Van de heer Hermanus Meijer, meede te Amsterdam, weegens als vooren, eene somme van vijvtien guldens, dus f 15,--,--.
Van de wel eerwaarde heer Coenraad, predikant te limmen weegens als boven eene somme van dertig guldens, dus f 30,--,--.
Nog van diversche persoonen weegens geleverde haver, stroo en melk en andere eene somme van vijvtig guldens, dus f 50,--,--.
Nog weegens gedaane leveing ten dienste van de Pruijssische troepen ende volgens ingeleeverde reekening f 297,--,--.
Contante penningen: in diversche speciën in den boedel gevonden eene somme van tagtig guldens, dus f 80,--,--.
Goud en zilver: een paar goude hembdroksknoopen, een paar zilvere schoengespen. 'tVerdere goud en zilver heeft den overleedene bij zijn leeven aan zijne kinderen gegeven, dit dient hier voor memorie. Voorts sustinieerd de inventariente om gehouden te zijn, 't goud en zilve hsar toebehoorende, als mede van haare kinderen op te geven, als teegens den anderen gecompenseerd werdende, dit per ..... memorie.
Muebilaire goederen: in 't zomerhuys, een blauw geverfd regtbankje, elf diversche stoelen, thee tafels, een rekje met twaalv borden zoo groot als klijn, een tinnen schotel, vijv blikke trommeltjes, een kofijmolen, een tinnen bierkan, , een blikke theebos, een zwarte trekpot, , een blik keteltje, een spiegel, agt Delftshe schootels, vier dito kommetjes, een koopere ketel, een ijsere mengel, een dito asschop, een dito tang, een kopere koffijketel, vier stooven.
In de keuken: een bruine kast, daarop een selsel van vijv stuks (Delfstch), een groen zakje met eenige glaazen daarop, een groote bijbel met koper besalg, twee bruine blaadjes, een slagklok, een spiegel, een blaauw koffieblat, twee tafels, twee stoeln, een kapstok, negentien Delftsche achootels, vijf en twintig dito borden, een rakje, een kopere koffijkan, een dito blikke, een kopere koffijketel, twee blikke theebossen, een tinne peperdoos, drie Delftsche kommetjes, een rood kopere welketel, twee geel koperen melkketels, een taafel, een kasje met 5 Delftsche kommetjes, daarop een blaauwe blikke trommel, een bruine kerkstoov, een bed, peuluw, twee kussens, twee laakens, twee sloopen, een catoene deeken, een wolle dito, twee bedstee gordijnen en val.
Manskleederen: vijv kamizools, vijv broeken, vier rokken, vier hembdrokken, twee onderbroeken, een hoed.
Vrouwe dito: agt rokken, vijv jakken of mantels, twee schorten, een schoudermantel.
Linnen doed: zes vrouwe hembden, zes mans dito, vijv beddelaakens, zes servetten, zes sloopen, zes halsdoeken, zes mopmutsen, twee ondermutsen, 7 paar kousen, 3 kinder deekens, een borstrok, ewen blikken trommel, een stroode hoed.
Op de zolder: agt en dertig comijnde kaazen, zeven kaasplanken, een wieg, een vuurmand.
In 't voorhuysje: een kuip met vlees, een kuipje met spek.
Bouwerij, gereedschap: twee parsen, een kaan, twee wringknipen, twee kaasvaaten, twee waschtobbens, zes melkemmers, twee roomstaaren, een berrij, twee femissen, een karnmelkston, een melkkop, zestien melktesten, een tafeltje, zeventien lb. gewigt, eenig vaatwerk.
Op 't kamertje in de stal: eenbed, peuluw, twee kussens, twee laakens,, twee sloopen, twee wolle deekens.
In 't stal: vijv gebetende melkkoeijen, zeven ongebetende dito, zeven vaarsen, zeeven paarden zoo oud als jong, twintig schaapen. vijv kalveren, een snijbank, en eenige tuigen.
Op de werv: een zes roeden barg met hooij en daarop eenige rogge, een schelv hooij met eenig koorn, daarop een zes roeden barg met haver en drkiehonderd bossen stroo daarin, een schelv paardeboonen, een blokwielde wagen, een beslaagen dito, een chais (wagen), twee kaarens, drie ploegen, drie eggens, een rolblok, eenige kippen.
Op de koornzoldeer: een paalhijtje rogge, een paalhijtje haver, 3 â 400 bossen roggestroo, een vischzeegen, een windmolen.
Voorts heeft den inventariente rakende de post der contan te penningen hier vooren folio 8 verso voorts sluyten deezer, nader opgegeven, dat zij als boedelhoudster na doode van haar man wel eenige penningen heeft ontfangen, soo van melkgelden, verkogt koorn, als anders dog dat zij daar tegens ook heeft betaald de pagt der bij haar man gekogte tienden onder Langer Aar ter somme van twee honder drieen vijftig guldens welke uytgaav gemelde ontvang wel snipasfeerd dog uiy generensiteit teegens elkander composeerd.
Nopens de post van goud en zilver mede folio 3 volgend declareerde dezelve als boven dat 't goud en zilver haar toebehoorende bestaat in 't navolgende: een zilveren beugeltas, een dito snuifdoos, een goeddopje aan een ketting, een goude ring, een paar zilveren schoengespen, van haar zoon Cornelis van der Tang een paar goude hembdknoopen, een zilver zakhorologie, een paar dito schoengespen, een paar dito broeksgespen, een paar dito broeksknoopen, een risje doorlugtige zilver hembdroksknoopen; van haar zoon Theunis van der Tang, een paar goude hebdsknoopen, een paar zilvere schoengespen, een paar dito broeksgespen, een paar dito broeksknoopen, zijnde halve guldens, een risje gladde dito hembdroksknoopen.
Schulden en lasten: een jaar huis- en landhuur van de woon ing en landeren verschijnd kerstmis 1787 en mmay 1788, eene somme van zes honderd en twee en zeventig guldens, dus f 673,--,--; een jaar landhuur van 4 morgen land van Hendrik van der Mark â 18 gulden 't morgen, verschijnende kersttijd 1787, eene somme van twee en zeventig guldens, dus f 72,--,--; Aan Sijmen Schoenmaaker voor leverancie van een glagtkae, een somme van agt en vijftig gulden, dus f 58,--,--; Wegens dorpskosten van den jaare 1786, eene somme van twintig guldens en agt stuyvers, dus f 20,08,--; Aan Gerrit Roos wegens leverancie van 13 zak rogge â ..... de zak, een somme van ....; aan Cornelis van Gunnik wagenmaker te Langer Aar wegens leverancie en arbeidsloon, eene somme van .....; Aan Jan Ocksenius, smit, wegens als boven, een somme van .....; Aan Jan van Zijl, schoenmaker, als vooren, eene somma van .....; Aan Willem Uitting, kleermaker, als boven, eene somme van .....; Aan de zaalemaaker te Alphen als vooren, eene somme van ....; AAn Jacob Oppelaar, biersteeker te Oydshoorn, een somme van ..... Komt de meid voor een jaar huur, ingegaan primo maij 1787, beneevens een comijnde kaas, de somme van vijvtig guldfens, dus f 50,--,--; Komt de knegt voor een jaar huur ingegaan primo maij 1787, de somme van seventig guldens, dus f 70,--,--;
Doodschulden en begraveniskosten: wegens aangeving van 't lijk ter secretarie van Der Aar, voor 's lands regt de somme van drie gulden s en vijftien stuyvers, dus f 3,15,--; Aan de kosters, een somma van twaalf guldens, dus f 12,--,--; aan agt draagers van het lijk oeder eene gulden, de somma va 8 guldens, dus f 8,--,--'AAn Jan Paling, broodbakker wegens geleeverd brood eende somme van tien guldens, dus f 10,--,--; Aan Jan Zwaaneveld voor 't maaken van de doodskist, de somme van tien guldens, dus f 10,--,--.
Huijden den 19 december 1787 compareerde te weeskamer van Der Aar Maartje Hofstee, wedue Johannes van der Tang, woonende alhier, de welke verklaarde in 't op- en aangeven der vooren staande inventaris soo der goederen en baaten, als lasten en schulden deezes gemeen zijnde boedels als in 't hoofd breeder staat vermeld, zig in alles opregt en getrouw gedraagen te hebben, zonder diesweegens ieets te voorbedagtelijk te hebben versweegen ofte agtergehouden directof indirect bereid zijnde des verzogt werdende deese met de behoorlijke boedel eed te bevestigen, belevende zoo wanneer buyten vermoede iets naders en voor- of nadeele deeses boedels haar inventariente mogte opkomen, deese door meede te zullen amplieren / is geteekend / Maartje Hofstee.
Aldus deese inventaris geslooten ter preseentie in overstaan van mr. Gerard Caspar Bprn, secretaris, als vervan gende weegens ziekte mr. Johan Morrees, schout, Jcob Kapiteijn, en Pieter Mulder, weesmannen van Der Aar / is geteekend / G. C. Born. Jacon Kspiteijn, Pieter Mulder.
(bron: weeskamer Ter Aar, 1760-1805, folio 061 links t/m 0068 links).
Die Eheerklärung wurde am 16. Dezember 1764 zu Leimuiden gegeben.Quelle 2
Kind(er):
-- Johannis van der Tang woont te Ter Aar (Langeraar) (bron: inventarisnr. 763, GA-Ter Aar)
-- Hypotheek tussen Johannis van der Tang te Langeraar en Willem van der Breggen te Rijnsaterwoude (bron: notariele akten, standplaats Oude Wetering, toegang: 170.2.02, inv.nr.: 035, collectie: Repertoria, 1812-1827; aktedatum: 10-04-1816).
Johannis van der Tang | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maartje Hofstede | |||||||||||||||||||||||||||||||||||