Er ist verheiratet mit Lamberta Schulten.
Sie haben geheiratet vor 26. Juni 1613.
Datum: Uit dit huwelijk zijn kinderen geboren.
Kind(er):
Zoon van Henrick Evertsz Tellevoorn (ovl. voor 1631), burgemeester van Hasselt en Gheerdtghen Eylers Bloemert (ovl voor 1606).
26 juni 1613 : Momberschap (met Lamberta Schulten) - Zwollerkerspel
Coram Richter Herman Knoppert. Keurnoten Ernst van der Lauwick, capt., en Henrick Schulte. In het Gericht is verschenen Maria van Hell, weduwe van zaliger Lephert Scholten, met Evert van Tellevoren [Euert van Telleuoren] als haar in deze zaken "gecoren ende met rechte toegelaten" momber. Hij verklaarde aldaar in dit Gericht voor hun en hun erfgenamen te hebben verkocht en getransporteerd, gelijk "oer met oren momber voorss. dan sulckes in ende vermits desen" voor een somma van penningen, waarvoor [die] zij comparante bedankt de laatste penning met de eerste voor de goede volledige betaling [goeder vollencomene betaling] aan handen en ten behoeve van Cornelis Geertsen, zijn huisvrouw Geesien [-] en hun beider erfgenamen hun zekere 9 morgen Broecklandt in de Genner Merckte [= de Genner marke] onder het Scholtambt van Swolle gelegen, kommervrij van alle uitgaande renten of thinsen [tenzen], en dat met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad vanouds daar toe behorende. En beloofde verder de voorschreven weduwe met haar voorschreven momber deze voorschreven 9 morgen land te willen wachten en waren, rechte waarschap daar van te doen, en altijd desnoods en verzocht zijnde [een] beter vestenis [te doen]. En "genge" zij comparante voor mij Richter en keurnoten met haar meergenoemde momber "des alsoe vuijt met hande met monde met aller oplatinge ende vertichenisse nae Lantrechte behorelick voor allen den geenen die des toe rechte comen willen". Zonder argelist. - De momber, als zijnde haar schoonzoon, zal uit begeerte [van de comparante] naast de Scholte verzegelen. - [Getekend:] Adriaen van Gellre, 1613.
Bronnen: RA Zwollerkerspel nr. 603 fol. 90
19 maart 1618 : Verwantschap - Amersfoort
Naam: Lambertsz., Maes (borgers van Amersfoort) (als man en voogd van:) Bothz, Yda Volmacht: 19-03-1618 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 21 R Opmerkingen: Hij machtigt (mede namens zijn vrouw) zijn cousyn (= neef) Everardt Telvoorn, om uit zijn naam de betaling te vorderen en te ontvangen van de verlopen renten van 8 golt (= goud-) gulden jaarlijks, die hij sprekende heeft op de huijsinge genaamd "d' Roscam", staande binnen Hasselt. Getuigen: Henrick Aertss. van Osch en Gerrit Willemsen
Getuige : Maes Lambertsz, †/1630
Bronnen: Archief Eemland 10169 1618-03-19 Volmacht: 19-03-1618 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 21 R
20 september 1631 : Belening - Hasselt
Claess Cuyper als horige hulder ten behoeve van Evert Telvoren, na de dood van zijn vader Henrick Evertsen Telvoren, eertijds burgemeester van Hasselt.
Bronnen: A.J. Mensema, Repertorium op de leenregisters St. Lebuinus nr. 136
1632 : Verkoop van eigendom - Delden
Acte, waarbij Egbertus ten Tuschede namens Evert en Jan Telvoeren, gebroeders, aan Lubbert van Rensen en diens vrouw Gertruid Donckels de hooimate Wanninckmaethe in Wedehoen verkopen, 1632. 1 charter
Bronnen: Gelders Archief 0521 Familie Van Broeckhuysen Inventaris 2. Zakelijk gedeelte 2.2. Overijssel 2.2.01. Delden 185
8 augustus 1635 : Belening (met Catharina Morrien) - Hasselt
Everhardt Telvoeren en zijn vrouw Catharina Morrien verkrijgen consent om ten behoeve van Jan Verdelfft en zijn vrouw Wilhelmina van Hetten een jaarlijkse rente van 60 guldens te vestigen.
Getuige : Jan Cornelisz Verdelft, †/1638
Bronnen: A.J. Mensema, Repertorium op de leenregisters St. Lebuinus nr. 137
4 juli 1636 : Belening (met Catharina Morrien) - Hasselt
Jan Derixen Schuyrman, na opdracht door Everhardt Telvoren en zijn vrouw Catharina Morrien, met Claes Cuiper als hun hulder.
Bronnen: A.J. Mensema, Repertorium op de leenregisters St. Lebuinus nr. 138
13 december 1642 : Eigendom - Zwollerkerspel
Richter Henr. Ter Cuijlen. Keurnoten Jonker Arent van Oldeniel en Jonker Henrick Knoppert. Daar [alsoo] de erfgenamen van zaliger capt. Robrecht de Baecke 3 april 1638 uit kracht van gehouden sententies [sententien] en aaneigening, na voorgaande kerkenspraken, gerichtelijk hadden laten veilen en verkopen [een] zekere "vierdehalve" [= 3 1/2] morgen land, met de helft van de kooi die daar op staat, gelegen in Mastenbroeck in dit Scholtambt van Swolle, toebehorende Evert Telvoren, waarvan "bij keersen uitganck" koper was geworden Jonker Joachim de Baecke, en rekening heeft gedaan van deze kooppenningen gedaan. En ten eerste verklaard heeft, hoedat bij die verkoping was gemeend, dat Evert Telvoren [zijn] landerijen] "waren bedraegende vierdehalve [= 3 1/2] margen" en een halve kooi. Daar echter hem aan deze maar 2 morgen en een vierendeel, en de halve kooi "waeren competerende", volgens de "onderrichtinge" en het bewijs naderhand daar van vernomen, zodat hij voor zodanige vijf vierendeel morgens, die het minder is, volgens de koopcedule, korting aan de kooppenningen ter somma van 1300 goudguldens had te doen tenminste tot 400 goudguldens, zodat dan over "solde" blijven 900 goudguldens, waarvan het trekgeld tot 10 goudguldens nog moest afgaan, blijvende "alsoo" maar 890 goudguldens. Dewelke hij naast zijn zusters als erfgenamen van hun zaliger vader capt. [-] Baecke op rekening van de somma van 3362 Caroli gulden, 13 stuiver en 12 penningen, item 165 [-] gulden en één mudde rogge cum interesse, zoals hun bij sententie van dit Ed. Gericht in dato 30 september 1637 zijn geadjudicieerd, en in cas d' appel door Burgemeesters, Schepenen en Raad van deze stad Swolle op 10 februari 1638 geconfirmeerd, "is nemende". En verkocht "oversulcx", dat hem van dit gekochte land en de halve kooi opdracht [= overdracht] en brieven in behoorlijke vorm van het Gericht mag worden verleend, om te strekken na behoren. "Aldewiel" de twee jaren, zoals Evert Telvoren tot de redemptie en de losse waren gereserveerd, [al] lang waren verstreken, zonder dat hij [-] Telvoren of iemand "sijnent-halven" getracht heeft dit geëxecuteerde land weer te lossen of te redimeren, [heeft] het Gericht de requirant zijn verzoek van bevestiging en overdracht geaccordeerd, en zal daarvan een brief in forma worden "gedepecheert". [Geen ondertekening vermeld].
Bronnen: RA Zwollerkerspel nr. 606 f214 Transcriptie G.J.A. Rientjes
Everardt Telvoren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1613 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lamberta Schulten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.