Er ist verheiratet mit Gijsberta van Vianen.
Sie haben geheiratet vor 13. Dezember 1492.
Kind(er):
Hij is een bastaard. Hij is op 7 mrt. 1494 door zijn broeder Jasper begiftigd met het huis te Amerongen; op 23 okt. 1501 beleend met het goed ten Rijne bij Vechten; vermeld als schout van Culemborg en Everdingen (1530-1533). Het 1e huwelijk vond plaats kort voor de vermelde datum. Uit dit huwelijk stamt een tak Rijsenburg, die in mannelijke lijn op 22 dec. 1681 uitstierf (zie De Navorscher, jaargang 67 (1918), pag. 321-332).
==================
http://www.henrifloor.nl/teksten/driebergen.htm
Gijsberta met Rijsenburgwerd beleend na de dood van haar vader. Zij was na een schaking in 1492 in het huwelijksbootje getreden met Gerhard van Culenborch. Dit huwelijk werd destijds niet door de leden van de familie Van Vianen in dank afgenomen en toen Rijsenburg als Gijsberta's erfdeel in handen van haar zoon Gerrit van Culenborch kwam, bleek de rancune nog diep te zitten. De familie Van Vianen maakte ook aanspraken op Rijsenburg_en het conflict werd via een slepend proces in het voordeel van Gerrit beslecht. In 1530 werd Gerrit officieel beleend met Rijsenburg, nadat hij in 1528 al als lid van de ridderschap van het Sticht was ingeschreven. In 1536 werd Rijsenburgh als ridderhofstad erkend. Een ridderhofstad is een moeilijk te definiëren begrip dat in het leven is geroepen in verband met het heffen van een belasting, het zogenaamde huisgeld.
...
Met heer Jacob van Culenborch van Rijsenburgh stierf in 1681 deze tak van de familie Culenborch in mannelijke lijn uit. Zijn zuster Geertruid bracht het goed in het geslacht van haar man Cornelis Francois van Heemskerk. Toen ook dit geslacht in rechtstreekse lijn in 1767 uitstierf, liet de laatste telg jonkvrouw Hendrina Justina van Heemskerk de ridderhofstad bij testament na aan Marie Anna Geertruid van Bemmel. Van haar erfde haar kleinzoon Willem Jacob Joseph baron van der Heyden tot Baak het kasteel. Hij verkocht het in 1798 aan Justus Hendrik Wiedeman, die het op zijn beurt overdeed aan Willem van Dam ten behoeve van Hendrik de Roo. Deze laatste schijnt het niet geaccepteerd te hebben, waarna het goed uiteindelijk in 1806 verkocht werd aan Petrus Judocus van osthuyse.
Gerrit [illegitimate] van Culemborg | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1492 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gijsberta van Vianen |