Pass auf: Beerdigt (3. August 1729) vor Eheschließung (27. November 1763).
(1) Sie ist verheiratet mit Cornelis Gerritsz VEIJL.
Sie haben geheiratet
(2) Sie ist verheiratet mit Arij Jacobsz HILLENAAR.
Sie haben geheiratet am 27. November 1763 in 's-Gravenhage.
Dirkje Claesdr van der KADE
Geboren ca. 1640
Begraven Den Haag 3-8-1729 (impost fl.15)
Alias Bouman. Testeren 25-6-1677, ook met bakker Adrianus Jacobs vermeld 29-5-1672. Aangezien beide kinderen met katholieken trouwen, zal Dirkje mogelijk ook katholiek zijn geweest.
ONA ?s-Gravenhage (1624:50 dd 6-3-1728) Dirkje van der Kaade, weduwe Adrianus Hillenaar, ?sieckelijck zijnde echter haar verstant, memorie, ende uijtspraake ten vollen machtigh ende gebruijckende?, testeert. Aan het kind o de kinderen van haar zoon Jacobus Hillenaar legateert zij haar huis ?daar de steur uijthanght?, waarin haar zoon Jacobus tegenwoordig woont. Hetzelfde geldt voor het achterhuisje daarnaast en vier andere huisjes, staande in de Katerstraat (1), het slop van de houten hamer (2) en de Doubletstraat (1). Voorwaarde is dat Jacobus en zijn vrouw hier vruchtgebruik van krijgen (en de lasten dragen). Dirkje legateert aan haar zoon verder een huisje in de Katerstraat, nu gehuurd door Jacobus Oprecht. Aan haar dochter Cornelia (gehuwd met Johannes Schrijver) legateert ze vier huisjes op het Visserdijck, twee huisjes aan de Zuidsingel, en een stukje land van 2 morgen bij Den Olifant. Haar verdere nalatenschap (meubelen etc.) moeten Jacobus en Cornelia onderling gelijk verdelen. Als voogden voor haar zoons minderjarige kinderen benoemt zij Florentius Lippert en Johannes Schrijver, beiden alhier in Den Haag.
ONA ?s-Gravenhage (1625:66 dd 24-9-1729) Testament van Johannes Schrijver en Cornelia Hillenaar op de langstlevende. De langstlevende zal legateren aan de vrienden van de eerstoverledene: een poort met vijf huisjes in de Beesemstraat, een huis en erf in de Corte Achterom genaamd het Lint Tonnetje, twee huizen en erven aan het Westeinde naast het huis De Drie Boeren (als hier iets van afbrandt, hoeft het niet herbouwd te worden maar wordt de kale grond gelegateerd), een som van fl. 100 in contant geld, en ten slotte alle wollen kleding van de overledene. Mochten zich in de nalatenschap van de eerstoverledene boeken bevinden, dan gaan deze uitsluitend naar die vrienden, die van de Roomse religie zijn en gehoorzaamheid bewijzen aan de paus van Rome.
Als Johannes als eerste overlijdt, legateert hij nog meer aan zijn specifieke vrienden: aan Christina, de dochter van zijn oudste broer Steeven Schrijver, fl. 100; aan de twee dochters van zijn broer Barend Schrijver ieder fl. 150; het overschot van zijn goederen wordt in gelijke delen verdeeld onder alle kinderen, momenteel acht, van zijn twee broers, plus (voor een halve staak) het kind van zijn halfzuster, Willem Goese, geboren binnen Delft.
Als Cornelia als eerste overlijdt, gaat een helft van haar nalatenschap naar haar broer Jacobus Hillenaer, de andere helft naar zijn kinderen.
Executeurs van het testament zijn Joost van Leeuwen, bode van Den Haag, en Johannes van Noorden en Herman Kaiman (beiden te Delft),
Cohier van de 200ste penning 1674 (Die Haghe 1914:94): Arij Jacobsz Hillenaaerr, bakker, met overschrijving van Delft; vermogen fl. 3000, belastingopbrengst fl. 15.-.-. ?Overschrijving? geeft aan dat Adriaan ook in Delft goed bezat; om dubbele belasting te voorkomen is dit overgeschreven naar Den Haag.
Adriaen Hillenaar Jacobsz wordt 1696 vermeld in Delft als borg van Leendert Corstiaens van Claveren in een procuratie van (kennelijk) de nazaten van wijlen ene Jan van Rijn. (ONA Delft 2535B:55 dd 30-9-1696)
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.