Genealogie Meeldijk » Claes Jansz van RIJT (± 1650-1719)

Persönliche Daten Claes Jansz van RIJT 

• Er wurde geboren rund 1650.
• Beruf: Schepen van Zouteveen en gerechtsbode. Herbergier aan de Schouw onder Zouteveen.
• Er ist verstorben am 6. November 1719 in Maasland.
• Ein Kind von Jan Willemsz van RIJT und Grietgen Jansd van ALPHEN
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 21. September 2016.

Familie von Claes Jansz van RIJT

Er ist verheiratet mit Marijtje Theunis van VLIET.

Sie haben geheiratet rund 1679.

Kind(er):

1. Jan Claesz van RIJT  1682-1711
2. Grietje Claesd van RIJT  1683-< 1684
3. Grietje Claesd van RIJT  1684-< 1686
4. Grietje Claesd van RIJT  1686-< 1689
5. Theunis Claesz van RIJT  1687-????
6. Grietje Claesd van RIJT  1689-< 1691
7. Grietie Claesd van RIJT  1691-????

Notizen bei Claes Jansz van RIJT

NATI Nederlandse
Begraven impost pro deo.
Overleden te Maasland 6 nov 1719, Aangegeven door Leendert Hodenpijl, de man van zijn nicht Grietje Simonsd van Rijt.
--
Schepen van Zouteveen op 21-5-1680 en gerechtsbode van Zouteveen op 8-9-1688.
--
Claes Jansz¦ van Rijt, herbergier aan het Schouw onder Zouteveen, gerechtsbode en schepen van Zouteveen, overl. aang. Maasland 6-11-1719 (impost pro deo), tr. (otr. Vlaardingen (geref.) 1679 Marijtje Theunis van Vliet, van Zouteveen, overl. aang. Zouteveen 1709.
--
Claas Jans en zijn suster Aaltje Jans worden na belijdenis op 25-12-1717 ingeschreven als lidmaat van de NH-kerk in Maasland, met attestatie van Vlaardingen.
----
Oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van wijlen Jan Jansz. van Rijt, zijn broer, overleden in Vlaardinger Ambacht, zie aldaar, in dato 6 nov. 1682.
--
Op 21 mei 1680 koopt Claes Jansz. van Rijt, schepen te Zouteveen, een huis of herberg aan de Zouteveense kade aan de noordzijde van de Slinkslootse watermolen aan het Schouw, die Huijch Jacobsz. Groen in 1651 heeft laten timmeren.
Op 4 augustus 1690 maken Claes Jansz. van Rijt, gerechtsbode te Zouteveen, en Marijtie Theunis van Vliet, wonend bij het Schouw te Zouteveen, een testament op de langstlevende.
--
ORA Zouteveen.
Nr. 148 folio 131v. d.d. 21-05-1680.
Pieter Jacobsz. Groen, Sijmon Jacobsz. Groen, Geertie Jacobs Groen weduwe Wouter Jansz. Schilperoort, Maritie Jacobs Groen weduwe Jan Leendersz. van Eijck, Neeltie Leenderts weduwe en boedelhoudster van Cornelis Jacobsz. Groen,geassisteerd door Gerrit Cornelisz. Groen haar zoon, item Cornelis en Leentie Engelbrechts Groen, mitsgaders Dirck Arentsz. Mostert president schepen alhier, beneffens Willem Schinckelshoeck substituut schout, gesteld voogd door het gerecht over Isack Engelbrechtsz. Groen, alsmede Samuel Gerritsz., nagelaten zoon en Jannetie Jacobs Groen, allen broeders en zusters, broeder- en zusterkinderen, erfgenamen ab intestato van Huijch Jacobs Groen, in leven bode van Zouteveen, hebben verkocht aan Claes Jansz. van Rijt schepen alhier, een huis of herberg, staande op de Zouteveense kadeaan de noordzijde van de Slinkslootse watermolen aan het schouw, door de voorn. Huijch Jacobsz. Groen laten timmeren, breder volgens de akten van consent van de baljuw, schout, molenmeester en kroosheemraden alhier in dato 09-02-1651, vande heren burgemeesters van Delft in dato 27-02-1651 en van de heren Hoge Heemraden van Delfland in dato 10-05-1651. Belend ten O: en Z: de weduwe van Cornelis Aelbrechtsz. van der Meer, ten W: de Vlaardingse vaart en ten N: de voorsz.kade. Belast met een recognitie van 10 st. t.b.v. de stad Delft en een van 20 st. t.b.v. de Acht Westsluizen vanDelfland. Prijs f 1.225, contant geld.
--
Nr. 185 folio 168 d.d. 08-09-1688.
Arij Jorijs Quack geassisteerd door Pieter Cornelis Langelaen wonende te Pijnacker en Claes Jans van Rijt gerechtsbode alhier, met procuratie van Jan Hendricxz. van Straten wonende te Vlaardingen gehuwd met Trijntie Jooris Quack, deprocuratie verleden voor schepen alhier op 28-07-1688, beiden kinderen en erfgenamen van Joris Jansz. Quack en Maritie Leenderts, in leven echtgenoten, gewoond hebbende en overleden alhier, hebben verkocht aan Leendert Cornelisz. Ouwerkerck mede wonende alhier, een woning als huis, schuur, barg en geboomte met 3 morgen 4 hond 52 roeden vrijpatrimoniaal land en waarop de woning staat met zijn timmerage en plantage, staande en gelegen in Negenhuizen, belend aan de ene zijde de heer Reijer van der Burch en aan de andere zijde de erfgenamen van de heer Ewout Blanckert,strekkende voor van de weg tot achter aan de voorn. heer van der Burch. Belast met hofhuur van 5 duiten op elke morgen.Betaald aan Arij Joorisz. Quack f 700 boven het rantsoen van f 35 en de voorn. van Rijt f 850, tezamen f 1.585 en datmet een som van f 600 kapitaal op het verkocht verbonden en aanbehoord hebbende de heer Reijer van der Burch in dato09-05-1675 en wijders met de somme van f 950 in een schuldbrief van f 1.100, staande op het verkocht in dato 03-12-1681en de f 35 voor het rantsoen, tesamen f 1.585, welke de koper tot zijn last is nemende. Kanttekening: Zie voor deze 2 schuldbrieven de aantekeningen in de marge op folio 117v. en 141r.
--
Nr. 188 folio 172 d.d. 23-02-1690.
Claes Jansz. van Rijt gerechtsbode van Zouteveen met procuratie van Pieter van der Werff Pieterszoon koopman te Dordrecht en juffrouw Anna Crepius echtgenoten, de procuratie verleden op 22-02-1690 voor notaris Hugo van Dijck te Dordrecht, heeft opgedragen aan Nicolaes van der Dussen heer van Zouteveen, baljuw en dijkgraaf van de landen van Strijen, de eigendom van 2 losrentebrieven, beide staande t.n.v. de voorn. Pieter Pietersz. en sprekende ophet land van Holland en West-Friesland, ten comptoir van de Gemene Middelen te Dordrecht, in dato 16-08-1677, gefolieerd7720, de ene houdende in kapitaal f 600 carolus en de andere f 780. Betaald met f 1.380.
--
Nr. 195 folio 178v. d.d. 23-06-1691.
Claes Jansz. van Rijt en Maritie Theunis van Vliet echtgenoten wonende alhier zijn schuldig aan Barent en Volckert Gijsbrechtsz. Langerack kooplieden te Maassuis, beiden zonen en erfgenamen van Gijsbrecht Barentsz. Langerack, de sommevan f 1.100 carolus van 40 gr. Vlaams het stuk, spruitende uit cassatie van een obligatie onder de hand van gelijkesomme, door de voorn. Claes Jansz. van Rijt geleend van de voorn. Gijsbrecht Barentsz. Langerack in dato 01-05-1686. Decomparanten verbinden hieraan hun huis of herberg op de Zouteveense kade aan de noordzijde van de Slinkslootsewatermolen, belend het huis en de grond daaraan gebruikende, ten O: en Z: Annetie Cornelis van der Meer, ten W: deVlaardingse vaart en ten N: de voorn. kade.
Kanttekening: Op 24-05-1717 is vertoond de originele schuldbrief met daarop gesteld een kwitantie door JanSchinkelshoek, Jan Buijs en Gijsbert Deniesch (nomine uxoris), erfgenamen van Leentie Pieters Dorp, in leven weduweBarent Gijsbertsz. Langerack, bij transport voor schout en schepenen van Maassluis, de helft van Volckert Gijsbertsz.Langerack of wel van Trijntie Jans Patijn zijn weduwe, op 19-10-1702 bekomen hebbende.
--
Nr. 202 folio 186 d.d. 21-11-1692.
Claes Jansz. van Rijt en Claes Theunisz. van Vliet gehuwd met Aeltie Jans van Rijt, beiden mede kinderen en erfgenamen van Jan Willemsz. van Rijt, hebben verkocht aan Gerrit en Sijmon Jansz. van Rijt, hun helft in een woning als huis, schuur, bargen en geboomte met de grond waar de woning opstaat alsmede de laan, tezamen groot 5 hond, uitkomende met de laan op de Oostveenseweg, belend ten W: de Acht Westambachten, ten N: de Oostveenseweg en de voorn. Claes Theunisz. van
Vliet en ten O: en Z: dezelve Claes Theunisz. Vrij en niet belast. De wederhelft komen Gerrit en Sijmon Jansz. van Rijt reeds zelf toe. Prijs f 400, contant geld.
--
Nr. 208 folio 191 d.d. eodem die.
Claes Jansz. van Rijt gerechtsbode alhier bekent schuldig te zijn aan Gerrit Foppe de Willige, de somme van f 1.000 carolus, spruitende uit een gelijke somme welke hij tot zijn last heeft genomen van een obligatie van f 4.000, gestaan hebbende tlv. Gerrit Jansz. van Rijt, item hij comparant en Sijmon Jansz. van Rijt als mede Leendert Ouwerkerck als voogd van Aeltie Jans van Rijt en t.b.v. de weduwe en voogd van het kind van Willem Jansz. van Rijt, in dato 03-06-1683. Hem komt ten laste ¼ part. Hij verbindt hieraan een stuk land van 5 morgen gelegen aan de Oostveenseweg, belend ten Z: de voorn. weg, ten W: de Acht Westambachten van Delfland, ten N: de Slinksloot en ten O: Sijmon Jansz. van
Rijt. Hem aanbestorven van zijn ouders.
Kanttekening: Op 08-05-1710 is alhier vertoond de originele schuldbrief met een kwitantie daarop getekend door Gerrit Foppe de Willigen. De schuldbrief is geroijeerd.
--
ORA.
Op 29.12.1679 maken Claas Jansz van Rijt en Marijtge Teunis van Vliet, echtelieden onder Zouteveen, hun testament. Ze benoemen de langstlevende tot erfgenaam en voogd, op voorwaarde dat deze de kinderen behoorlijk opvoedt en hun bij het bereiken van de meerderjarigheid een bedrag van f 500 uitkeert. Zijn er geen kinderen, dan dient er f 500 naar de erfgenamen ab intestato van de eerststervende te gaan.
--
Op 19.4.1680 passen ze hun testament aan. Als er geen kinderen zijn, is de langstlevende erfgenaam. Bij diens hertrouwen gaat er f 100 naar de vrinden van de eerststervende. Hertrouwt de langstlevende niet, dan gaat na diens overlijden de nalatenschap in twee gelijke delen naar de verwanten van weerszijden.
--
Op 21.5.1680 koopt Claes Jansz van Rijt, schepen te Zouteveen,
- een huis of herberg, staande op de Zouteveense kade aan de noordzijde van de Slinkslootse watermolen aan het Schouw, die Huijch Jacobsz Groen in 1651 heeft laten timmeren, grenzend aan: oost en zuid de weduwe van Cornelis Aelbrechtsz van der Meer, west de Vlaardingse vaart, noord voornoemde kade, belast met een recognitie van 10 stuivers aan de stad Delft en een van 20 stuivers aan de Acht Westsluizen van Delfland, voor f 1.225, contant geld, van de erfgenamen ab intestato van Huijch Jacobs Groen, in leven bode van Zouteveen.
--
Op 4.8.1690 maken Claes Jansz van Rijt, gerechtsbode te Zouteveen, en Marijtie Theunis van Vliet, wonend bij het Schouw te Zouteveen, opnieuw een testament.
Benoemen de langstlevende tot universeel erfgenaam, op voorwaarde dat deze de kinderen behoorlijk opvoedt en hun samen bij het bereiken van de meerderjarigheid een bedrag van f 100 uitkeert. Als ze beiden zonder kinderen zouden komen te overlijden, gaat de helft van de nalatenschap naar de vrinden ab intestato van de man en de helft naar de vrinden van de vrouw.
--
Op 1.5.1686 leent Claes Jansz van Rijt ondershands een bedrag van f 1.100 van Gijsbrecht Barentsz Langerack. Op 23.6.1691 wordt die lening door Claes Jansz van Rij en zijn vrouw Maritie Theunis van Vliet omgezet in een schepenschuldbrief van een gelijke som ten behoeve van Barent en Volckert Gijsbrechtsz Langerack, kooplieden te Maassluis, beiden zonen en erfgenamen van Gijsbrecht Barentsz Langerack. De comparanten verbinden hieraan
- hun huis of herberg op de Zouteveense kade aan de noordzijde van de Slinkslootse watermolen, grenzend aan: oost en zuid Annetie Cornelis van der Meer west de Vlaardingse vaart noord de voornoemde kade.
Kanttekening: Op 24.5.1717 is vertoond de originele schuldbrief met daarop gesteld een kwitantie.
--
Op 26.5.1693 laat Claes Jansz van Rijt, gerechtsbode alhier, optekenen dat hij f 1.000 schuldig is aan Gerrit Foppe de Willige, spruitende uit een gelijke somme welke hij tot zijn last heeft genomen van een obligatie van f 4.000 in dato 3.6.1683, gestaan hebbende ten laste van Gerrit Jansz van Rijt, de comparant, Sijmon Jansz van Rijt en Leendert Ouwerkerck als voogd van Aeltie Jans van Rijt en ten behoeve van de weduwe en voogd van het kind van Willem Jansz van Rijt. Aan de comparant komt ten laste ¼ deel. Hij verbindt hiervoor
- een stuk land van 5 morgen gelegen aan de Oostveenseweg, grenzend aan oost Sijmon Jansz van Rijt, zuid de voornoemde weg west de Acht Westambachten van Delfland noord de Slinksloot, hem aanbestorven van zijn ouders.
Kanttekening: Op 8.5.1710 is alhier vertoond de originele schuldbrief met een kwitantie daarop getekend door Gerrit Foppe de Willigen.
--
Op 31.1.1700 leent Claas Jansse van Rijt f 1.000 van Leendert Cornelisse Ouwerkerck. De penningen zijn verstrekt aan Lijsbeth Meesse Leeuwenschilt, weduwe van Andries Jansse van Rijt, tot uitkoop en voldoening van de vordering die zij had ter zake van de erfenis haar competerende uit de nagelaten boedel van Andries. Hij verbindt daarvoor
- 3 morgen 257 roeden land in de Broekpolder in Vlaardingerambacht, grenzend aan: oost Claas Theunisse van Vliet zuid Arent van der Bergh met bruikwaar west de Broekweg noord Abraham Breedervelt.
--
Uit de erfenis van Grietie Jans van Alphen, weduwe en boedelhoudster van Jan Willems van Rijt, krijgt Claes Jans van Rijt te Zouteveen bij officiele deling op 17.5.1701 gevolgd door een nadere onderhandse deling op 21.1.1703
- 5 morgen te Zouteveen, in 2 kampen achter elkaar, strekkende van de Oostveenseweg tot aan of in de Slinksloot, grenzend aan: oost Gerrit en Sijmon Jans van Rijt zuid de dwarsweg west de Acht Westambachten van Delfland noord de Slinksloot,
- 3 morgen 257 roeden in Vlaardingerbroek, grenzend aan: oost zijn zwager Claas Theunisse van Vliet zuid Arent van der Bergh met bruikwaar west de Broekweg noord Abraham Bredervelt met bruikwaar.
--
Op 21.10.1709 transporteert Claas Janse van Rijt te Zouteveen
- 3 morgen 257 roeden in Vlaardingerbroek, grenzend aan: oost en zuid Arij Arijentsz van den Bergh met bruikwaar
west de Broekweg noord Abraham Bredervelt en Aaltje Jans van Rhijt, voor f 1.200 aan Cornelis Ouwerkerck.
--
Op 26.10.1709 verkoopt Claas Jansz van Rijt
- een stuk land, groot 5 morgen, in Zouteveen, in 2 kampen, strekkende van de Oostveenseweg tot de Slinksloot, grenzend aan: oost en west Gerrit Jansz van Rijt en de koper zuid de voornoemde weg noord de voornoemde Slinksloot,
voor f 2.000 aan medeschepen Leendert Cornelisz Hodenpijl. Het transport vindt plaats op 15.5.1710.
--
In zijn testament legateert Gerrit Jans van Rijt aan zijn broer en zus Claes en Aaltje, wonend onder Zouteveen aan het Vlaardingse gat of Schouw, de vrije bewoning van zijn huis onder Zouteveen. Blijkbaar woont Aaltje Jans van Rijt sinds ze is verlaten door haar man Leendert Jans van Dijck, bij haar broer Claes in. Na het overlijden van Gerrit laten Claes en Aaltje op 4.2.1717 weten dat ze geen gebruik willen maken van het legaat. Ter compensatie belooft Leendert Cornelisz Hodenpijll, bouwman in de zuidbuurt van Maasland, getrouwd met Grietje Simons van Rijt, geïnstitueerde erfgenaam en executeur van Gerrit Jansz van Rijt, op 4.3.1717 om aan zijn eigen huis twee ruimtes te laten aanbouwen waarvan Claas en Aaltje hun leven lang vrije bewoning zullen hebben.
--
Op 26.2.1717 verkoopt Claas Jansz van Rijt, gerechtsbode in Zouteveen, na een publieke veiling
- een huis of herberg, op de Zouteveense kade aan de noordzijde van de Slinksloter watermolen aan het Schouw, grenzend aan: oost en zuid de erfgenamen van Annetie Cornelisdr van der Meer west de Vlaardingse vaart noord de voornoemde kade, volgens de opdrachtbrief van 21.5.1680 op naam van Claas Jansz van Rijt, voor f 1.591 aan Thomas Brouwer. Het transport vindt plaats op 24.5.1717 op naam van Daam Pietersz Berghman, aan wie Thomas Brouwer het huis in de tussentijd heeft overgedaan. Claas wordt bij het transport aangeduid als gewezen gerechtsbode van Zouteveen.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Claes Jansz van RIJT?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Claes Jansz van RIJT

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder