(1) Er ist verheiratet mit Metjen Meijerink.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 11. März 1768 in Beekbergen erhalten.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 27. März 1768 in Beekbergen, er war 27 Jahre alt.Beekbergen trouwen : 11-03-1768 Harmen Coerts j.m. soon van Derk Coerts en Wendelina Peters geboortig van Brummen, thans Custos en Schoolmeester alhier en Metje Meijerink j.d. van Lambert Meijerink en Hendrika Westenink gebooren en wonende te Uchelen onder Beekbergen alhier getrouwt den 27 maart.
(2) Er ist verheiratet mit Egbertjen Kruimer.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 15. November 1782 in Beekbergen erhalten.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 8. Dezember 1782 in Beekbergen, er war 41 Jahre alt.Beekbergen trouwen : 15-11-1782 Harmen Coerts Weduwnaar van Metje Meijerink, Cuater en Schoolmeester en Egbertjen Willems Kruimer jd te Beekbergen. Na 3 afkondigingen hier getrouwd op 8 december.
BEGRAAFBOEK BEEKBERGEN 1795 - 1811
Hier staat een deel van 't Rijk der Dooden
Daar 's niemand die dit Rijk ontgaat,
Ja wie, wie is dit Rijk ontvlooden
Al was hij nog zoo hoog van staat.
Mogt ieder maar zijn Hart opheffen
Na 't zalig Rijk hier boven staan
En leeven onder die beseffen
Dat Doodsrijk kan ik niet ontgaan.
Harmen Coers
Custos te Beekbergen
Anno 1795
Vooral in bescheiden welke tot de 'oude archieven' (daterende van voor 1811) behoren, kunnen interessante vondsten voorkomen. Vaak betreft het dan schrijfoefeningen, zoals herhaalde stukjes tekst van een of enkele regels, dan wel de naam van de schrijver. Maar ook versjes en andere 'dichtwerken' komen nog al eens voor.
In dit begraafregister treffen wij als opening een levenswijsheid aan, opgetekend door koster Coers, die tijdens het aanleggen van het register vermoedelijk reeds op leeftijd was of begon te raken (2). Afgezien van de inhoudelijke waarde van deze bladvulling, heb ik deze (voorzichtige) conclusie met betrekking tot zijn leeftijd
getrokken uit de lijst van lidmaten van de Hervormde Gemeente van Beekbergen over 1732 - 1820 (3) en het Beekbergense doopboek van 1795 - 1811, waar in beide gevallen voorkomt Derk Coers. Deze wordt in 1807 als lidmaat aangenomen en laat in 1809 van hem en zijn echtgenote Luitje Jansen Ruimers een zoontje Harmen
dopen. Dat het hier om grootvader en kleinzoon zal gaan ligt min of meer voor de hand aangezien in de bedoelde doopinschrijving ook Derk Coers koster en tevens schoolonderwijzer wordt genoemd. Aannemelijk is dat hij zijn vader – zoals gebruikelijk - is opgevolgd. Evenals in het origineel, is ook de eerste bladzijde van de
transcriptie aan het 'werk' van Harmen Coers sr. gewijd.
Citaten uit het boek “De papiermakers in de provincie Gelderland, alsmede ….”, van H. Voorn (1985):
De Bazemolen II (106) in Apeldoorn, Ugchelen
De resterende 2/3 parten gingen (ca 1754) gingen naar de kinderen van haar (Jacobje Daniels Schut) overleden broer Jan Daniels Schut, en wel 1/3 voor Gijsbertje Schut, gehuwd met Cornelis Willems Meijerink, 1/6 voor Janneke, gehuwd met Jan Claassen Wegenaar en 1/6 voor Daniël Schut, gehuwd met Stijntje Klaassen van Amersfoort.
De molen werd gebruikt en bewoond als pachter door Lambert Cornelis Meijerink, zoon van Gijsbertje Schut, in december 1745 gehuwd met Henrica Westenenck. Zijn vader, die in 1754 overleed, was papiermaker op de eerste Tiemensmolen (no 92).
In april 1737 kocht Lambert een herberg aan de Brink te Orden, ‘waar de Fortuyn is uythangende’, maar verkocht deze reeds een jaar later aan Gerrits Lubberts, papiermaker op de Keyersmolen.
Het 1/6 part in de molen, dat Janneke Jans Schut en Jan Wegenaar hadden geërfd, is na hun dood in 1757 voor 433 gld afgestaan aan de kinderen van wijlen Cornelis Meijerink en Gijsbertje Schut. Na het overlijden van Lamberts vader had in november 1760 een erfmagescheid plaats, waarbij Lambert en zijn vrouw hun 1/3 part in de Bazemolen krgen, tegen overname van 2100 gld aan obligatieschulden en uitkering van ruim 92 gld aan de overige kinderen. Lambert Meijerink kon zijn bezit nog vergroten door in juli 1769 voor 200 gld 1/18 part te kopen van Gerrit Capel en Jacobje Schut. Maar een jaar later ging weer 1/18 part, dat Arent Daniels Schut en Hilletje Daniels Schut te kopen hadden, niet naar Lambert maar naar Jan Capel, weduwnaar van Wiesje Schut. Lambert Meijerink overleed op 30 november 1773; een zoon overleed in 1775, een dochter in 1777.
Hendrika Westenenk bleef als weduwe achter met één dochter, Metje, getrouwd met de Beekbergse custos Herman Coer(t)s. De weduwe Meijerink overleed op 1 februari 1780, maar kort tevoren, in september 1778 had zij voor zich zelf en haar dochter Metje het 1/3 part in de molen gekocht, dat aan de erfgenamen van Jan Derks Schut toebehoorde. Op 30 september 1781 overleed ook Metje. Nu de voornaamste eigenaars waren overleden, Lambert Meyrinks weduwe en dochter hadden uiteindelijk 8/9 parten bezeten, het resterende 1/9 part was van Jan Capel, werd de molen verpacht door de custos Coerts en de overige erfgenamen aan Egbert Schuerman. De eigenaars van de Bazemolen hebben de molen verkocht op 1 mei 1782 voor 4350 gld aan Hendrik Wilbrink en Elisabeth Cluyvers.
Harmen Coer(t)s | ||||||||||
(1) 1768 | ||||||||||
Metjen Meijerink | ||||||||||
(2) 1782 | ||||||||||
Egbertjen Kruimer |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.