(1) Er ist verheiratet mit Gerritje Meijerink.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 24. April 1746 in Beekbergen, er war 29 Jahre alt.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Janna Gerrits Wegterholt.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 5. Juni 1750 in Heerde erhalten.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 28. Juni 1750 in Heerde, er war 33 Jahre alt.Kind(er):
Citaten uit het boek “De papiermakers in de provincie Gelderland, alsmede ….”, van H. Voorn (1985):
De Onderste Molen I (164), later korenmolen de Hoop, Blz. 560
In 1745 had deze papiermaker (Sebus Berents van Almen)) een desolate boedel en werd door de eigenaars van de molen een nieuwe huurder aangetrokken: Teunis Woutersen (Wolters) Buitenhuis, die in april 1746 te Beekbergen was getrouwd met Gerritje Cornelis Meijerink, dochter van Cornelis Willems Meijerink, papiermaker op de eerste Tiemensmolen (no 92) en Gijsbertje Jans Schut.
Gerritje is 1 november 1747 in het kindbed overleden, waarna Buitenhuis in juni 1750 hertrouwde met Janna Gerrits Wegterholt (Westerholt).Het kindje uit het korte eerste huwelijk werd slechts een paar maanden oud.
Uit het tweede huwelijk werd een dochtertje geboren, dat na een jaar overleed. Buitenhuis vertrok in november 1753 naar Vaassen, waar hij de oostelijke Holtse molen (no 149) pachtte.
Citaten uit het boek “De papiermakers in de provincie Gelderland, alsmede ….”, van H. Voorn (1985):
De oostelijke Holtse molen (149), te Vaassen. Blz 526 , 527
In maart 1753 werd een pachtovereenkomst opgesteld waarbij met ingang van 1 november 1754 de ‘welgelegen pampiermoelen’, in gebruik bij Willem Brouwer, voor zes jaar tegen 345 gld werd verpacht aan Teunis Wouters Buytenhuys en Janna Westerholt (ook: Wegterholt en Waghterveld). De nieuwe pachter Teunis Wouters Buitenhuis was tot dan pachter geweest van de eerste Onderste Molen (no 164) te Heerde. Zijn verblijf in Vaassen is kort geweest. Op 11 oktober 1762 werd een pachtcontract opgesteld tussen de eigenaars van de Cannenburgh en Derk Bomhof, waarbij per 1 mei 1763 de ‘pampiermoele tot Nyersen, daer voor dese opgewo(o)nd heeft Willem Brouwer’ voor zes jaar voor 250 gld per jaar aan Bomhof werd verpacht.
Citaat uit het boek “De papiermakers in de provincie Gelderland, alsmede ….”, van H. Voorn (1985):
01-05-1755 Inventaris der gerede goederen, actien en creditenvan Jacob Meijrink wedr van wijlen Driesjen Jacobs, en Lambert Meijrink en Jannis Jacobs aangestelde voogden over Gijsbertjen Meijrink minderjarig kind van gem. Jacob Meijrink bij voorn. Driesjen Jacobs in egten staat verwekt.
Een vijf bax water papiermolen genaamt de Winckewijert, huijs en hof, hangschuur en backhuijs.
1/8 part in den boedel van desselfs vader en moeder Cornelis Meijrink en Gijsbertjen Janssen Schut, in leven egtel(ieden), thans nog in ’t gemeen en onverdeelt; ’t versterf van Jacob Gerrits van Amersfoort van desselfs gerede en ongerede goederen, mede nog onverdeelt.
Incomende schulden
Een obligatie aan Teunis Wouters Buijtenhuijs ad100,00
Voor Teunis Wouters Buijtenhuijs betaalt een borgtogt aan Lambert en Nicolaas Lamberts
te Deventer ad 500 gld, waar voor Cornelis Willems Meijerink mede borge voor was, welk half
voor quade schult gerekent wordt 500,00
D’erfgenamen van Cornelis Willems Meijerink wegens costgelt en verschot aan voorn.
C.W. Meijerink120,30
Uijtgaande schulden
Jannetje Meijrink verdient loon 30,00
Hendrik Meijrink geleent gelt 24,16
Teunis Woutersen Buijtenhuijs | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1746 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerritje Meijerink | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1750 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.