Bediend op 13-01-1738; 04-09-1779 en 28-05-1786. In 1730 volgde Banckeris zijn broer Cornelis op als molenaar van de Nieuwlandse molen, welke functie hij vervulde tot en met 1745. Zijn laatste rekening voor het 'uijtmalken van water' is over dat jaar. Veel rekeningen en kwitanties van hem komen voor in het archief van het Nieuwland en het Noordland. Reeds vanaf 1731 pachtte hij 5 morgen, 46 roeden 'bonnenland' in de Noordbonnen buiten het Nieuwland en hernieuwde zijn contract in 1736. Verder pachtte hij 7 morgen en 3 hont land van Wolphert Beeltsnijder.
Er ist verheiratet mit Neeltie Willems van Agthoven.
Sie haben geheiratet am 16. November 1732 in Poeldijk, Westland, Zuid-Holland, Nederland.
Op 25-08-1737 maakten Bankras van Zijll en Neeltie Willems van Agthoven, 'egteluijden wonende in het Nieuwland onder Sandambagt', een mutueel testament voor schout en schepenen van Naaldwijk. Daarbij werd de weeskamer van Zandambacht uitgesloten. Getuigen waren: Cornelis van Zijll, broeder van de testateur, en Claes Willemsz. van Achthoven, broeder van de testatrice. Zie RA Naaldwijk nr. 40, acte 82. In een artikel van H. Bauer: 'De parochie Monster-Ambacht en Monster', (Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, II (1874), pag. 419 e.v., wordt gesproken over een bedehuis (schuilkerk) aan de Zwartendijk in de woning van Klaas Thoen. Banckeris was één van de drie kerkmeesters die worden genoemd in een contract dd. 11-12-1776Quelle 1
Kind(er):
Banckeris Corsse van Zijl | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1732 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neeltie Willems van Agthoven |