100 jaar later wordt Henk, zoon van Piet Groot(1914) en Lena Zaal Geboren.
Tijdstip: 18:30
Over Piet wordt verteld dat hij niet erg van werken hield. Het verhaal gaat dat er een boer bij hem langs kwam om te vragen of hij de volgende dag kon komen helpen hooien, hij aan Grietje vroeg of er nog iets in de broodtrommel zat. Grietje antwoorde 1 brood waarop hij de boer antwoorde morgen niet maar misschien overmorgen.
Er ist verheiratet mit Grietje Kos.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 2. Mai 1879 in Bergen (Noord-Holland) erhalten .Quelle 1
Sie haben geheiratet am 16. Mai 1879 in Warmenhuizen , er war 28 Jahre alt.Quelle 1Bron Burgerlijke stand - Huwelijk
Archieflocatie Noord-Hollands Archief
Algemeen Toegangnr: 358
Inventarisnr: 358.130
Gemeente: Warmenhuizen
Soort akte: Huwelijksakte
Aktenummer: 5
Datum: 16-05-1879
Bruidegom Pieter Groot
Leeftijd: 28
Geboorteplaats: Warmenhuizen
Bruid Grietje Kos
Leeftijd: 24
Geboorteplaats: Bergen
Vader bruidegom Klaas Groot
Moeder bruidegom Grietje Bleeker
Vader bruid Cornelis Kos
Moeder bruid Geertje Beijl
Nadere informatie beroep Bg.: werkman; beroep vader Bg.: werkman; beroep vader Bd.: werkman
Kind(er):
Piet Groot heeft als bijnaam Piet pap
Piet Groot (1914) vertelde dat dat ze het nooit over opa en oma v/d Berg of Groot hadden maar altijd over opie noord (Groot) en opie zuid (v/d Berg).
Opie en opa waren hele laconieke mensen;. ze maakten zich niet gauw ergens druk over. Of opa lui was weet ik niet, ik denk dat het meer minachting was voor de hogere stand. Ik denk dat hij in zijn tijd al een socialist was.
Het regende hard en opa moest op het land aan het werk bij Kraakman. Toen de deur openging, ging ook de hond naar buiten. He, he, hondje zei Kraakman, het is veel te lelijk weer voor jou, ik zou maar binnen blijven. O zei opa, voor de hond slecht weer, voor Piet ook slecht weer. En hij ging niet aan het werk.
Bron: Lau Komen
Ze hadden het niet rijk, dus op n keer werden ze het huis uitgezet; ze waren erg achter met de huur. Opa laadde alles in een schuit (zoveel huisraad hadden ze niet) en hij voer ermee naar het huis van de burgemeester. Daar zette hij het fornuisje op het erf achter het huis. Het was etenstijd, dus de kachel werd opgestookt, de brandstof waren koolstruiken. Beste brandstof maar het rookte geweldig. Omdat opa de pijp richting huis had gezet, kon de burgemeester ervan genieten. Het duurde niet lang of opa kreeg de sleutel weer.
Ik herinner me opa als een pittig mannetje met een korte grijze baard en zn hondje Duuk, een wit kortharig hondje met zwarte vlekken.
Bron: Lau Komen