Kind(er):
Behalve de 3 getraceerde kinderen, vermelden de documenten van de Hoornder gereformeerde gemeente heel weinig over hem. Het wil niet zeggen dat hij geen lidmaat zou zijn geweest. Het kerkboek van deze gemeente begint in 1668. Persoonsnamen komen daarna te voorschijn door benoeming van leden in het kerkbestuur, attestaties of toelating als lidmaat. Voor 1668 waren er ongetwijfeld al lidmaten, die als ze niet in de lidmatenlijst van 1711 zijn genoemd in de vergetelheid van de geschiedenis tussen 1668 en 1711 onbekend zullen blijven. In een aantal gevallen geeft het trouwregister van de kerk, dat huwelijken vanaf 1625 vermeldt, dan nog uitsluitsel. Van Jan Krijnen weten we feitelijk alleen zijn doopnaam door zijn zoon Aarjen Jansz en door zijn dochter Aaltje. De laatste was getuige bij het tweede huwelijk van Aarjen Jansz Krijnen in 1685. Op 25 september 1669 wordt een Cornelis Crijne lidmaat van de gereformeerde gemeente. Dit tijdstip ligt een jaar voor de toetreding van Aarjen Jansz. De conclusie is gerechtvaardigd dat dit ook een zoon van Jan Krijnen moet zijn. Het lidmaatschap van een Aaltje Jans wordt vermeld op 2 december 1668. Dit laatste betekent dat Jan Krienen omstreeks 1650 is getrouwd en is geboren omstreeks 1630. Het is onwaarschijnlijk, niet onmogelijk, dat hij of zijn vrouw toch nog in het lidmatenregister van 1711 voorkomt. Volgens de traditie in de doopnamen is Cornelis de oudste zoon, zodat Jan het patroniem (naam van de vader) Cornelisz zou moeten hebben, hoewel Jan Adriaansz ook mogelijk is. De huwelijken voor 1650 aan Den Burg en Den Hoorn geven enkele mogelijkheden. Patroniemen als Pietersz, Jacobsz, Leendertsz, Simonsz enz. passen niet in de traditie van de naamgeving van de kinderen of kleinkinderen.
Deze vallen dus af. Op Texel komt men dan aan: -Jan Adriaansz, weduwnaar van Noordhaffel en Antje Cornelis, weduwe, getrouwd in 1633 aan Den Hoorn.
In dit geval is Jan dan voor 1615 geboren en heeft de eerst geborene, Aaltje, lang op zich laten wachten. Het betekent niet dat niet eerder kinderen zouden zijn geboren. Ze zijn in ieder geval niet duidelijk te traceren of, in het geval van Cornelis en/of Adriaan voor 1650 onder die doopnamen overleden.
-Jan Jansz, chirurgijn, komend van Harlingen, getrouwd in 1626 aan Den Burg met Neeltje Arents. -Jan Cornelisz, in 1650 getrouwd aan Den Burg met Neeltje Cornelis. -Jan Adriaansz (Blanckenburg), in 1643 aan Den Burg getrouwd met Aaltje Cornelis. De geslachtsnaam Blankenburg komt daarna op Texel niet meer voor, zodat de toevoeging betekent dat hij afkomstig was uit Blankenburg (Dld). -Jan Jansz, komend van Bremen. In 1627 getrouwd met Lijsbeth Cornelis.
Behalve de patroniemen Cornelisz, Adriaansz, en zelfs Hendriksz is ook Krijnsz niet uitgesloten. De geslachtsnaam van Jan is niet te bewijzen en kan gewoon Krijnsz. zijn. Een aansluiting op een Krijnenfamilie, genoemd in de katholieke kerkdocumenten is onwaarschijnlijk. Een aansluiting op de Krijnenfamilie (volgens Dijt Krijnen 2 en 3) mag men vrijwel uitsluiten omdat de doopnaam Jacob daar veelvuldig voorkomt, terwijl die naam bij de andere Krijnenfamilie pas veel later ingang vindt.
Het loodsregister geeft slechts zwakke aanknopingspunten. Zou hij loods zijn geweest, dan moet het registernummer onder nr 400 liggen. Hier begon de baljuw/schout, Hendrik de Gooijer, een nieuwe nummering bij de aanvaarding van zijn ambt. Boven de 400 betreft het hoofdzakelijk loodsen vanaf de "lichting" 1650. Bij de aanvaarding van het schoutsambt noteerde hij wel de loodsnummers van de toen levende loodsen, zodat de nummering van 1 tot 370 verre van compleet is. In ieder geval moet Jan Krijnsz/Cornelisz/Adriaansz/Hendriksz vermeld zijn omdat er kinderen na 1650 zijn geboren. De registernummers die hier in aanmerking komen: nr.16 een Jan, (patroniem onleesbaar), die het loodsnummer overnam van Jan Turck, en nr.26 ook een Jan (patroniem onleesbaar), waarvan het nummer werd "verhandigt" na zijn overlijden aan Dirk Klaasz in Oudeschild.
Gegevens van Krijnen in Callantsoog of Petten hebben nog geen resultaten opgeleverd. De data daarvan vallen in een later tijdvak. Mogelijkheden zijn er nog in een aantal notariele protocollen in Noord-Holland. Één daarvan is een acte van notaris Reijer van Sgorel van 3 februari 1646 tussen de echtelieden Jan Claas Bakker en Catrijn Cornelis uit Oud-Petten. Getuige was een Jan Cornelisz Krijnen.
Mogelijk een broer van Jan Krienen, vindt men in een opgave van namen (periode 1636-1649) van kolonisten in Rensselaerswyck aan de bovenloop van de Hudsonrivier in de Staat New-York. In 1640 vestigde zich daar Cornelis Kryne, afkomstig van Texel. Aannemelijk is dat hij omstreeks 1620 werd geboren.
Bon: Dirck Meurs
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.