Bij zijn overlijden is hij 60 jaar
Er ist verheiratet mit Marijtje Jans Kersemaker.
Die Eheerklärung wurde am 3. Juni 1772 zu Texel gegeben.Quelle 1
Sie haben geheiratet im Jahr 1772 in Texel, er war 27 Jahre alt.Kind(er):
Uit Den Burg 1622-1830 van Thijs en Miriam Klaassen
Waarschijnlijk deze:
B175 (kad 273) Huis en erf Weverstraat
1776 - 1797 De katholieke Simon Jans Quast kocht het huis voor f 1025,-. Hij was kapitein van beroep. Zijn ouders Jan Simons Quast en Grietje Spierdijk woonden in de Schermer.
B49 Stenen windkorenmolen 'De drie gebroeders'
Van deze ronde molen wordt voor het eerst melding gemaakt in 1687. Met de molen werd alle tarwe, rogge en graan gemalen die in Den Burg, Oudeschild en De Koog door mensen werd geconsumeerd en daarnaast ook veevoer.
In 1923 is 'De drie gebroeders' gesloopt.
Het maalloon voor de meelmolenaars van Texel werd in 1898 voor vijf jaar vastgesteld. Ze kregen 5 stuivers voor een zak rogge, 10 stuivers voor een zak tarwe en 6 stuivers voor een zak veevoer. Voor het maken van gepelde gerst tot meel kregen ze 13 stuivers per zak en voor iedere zak zemelen 5 stuivers. Afgesproken werd dat de molenaar van Den Burg jaarlijks f 200,- zou uitkeren aan de eigenaar van de molen in Den Hoorn en f 50,- aan de eigenaar van de molen in Oosterend.
1790-1816 Simon voer op zee en liet de molen bemalen door een knecht. In 1802 was dat Cornelis Priem, die in Medemblik was geboren en in december 1801 met zijn vrouw vanuit Den Helder naar Texel kwam.
Meerdere malen vroeg Simon Jans Quast om een verhoging van het maalloon, en aan dit verzoek werd in ieder geval een keer met een zeer geringe verhoging voldaan. Na zijn dood bleef zijn weduwe Marijtje Jans Kerssemaker de eigenares. In haar testament van 1810 noemt ze de naam van haar molenaarsknecht. Op dat moment was dat Hubertus de Ruijter, de echtgenoot van Gertrudis Groot.
In 1810 liet Pieter Oenes Former, een kapitein die op Ameland woonde maar onroerend goed op Texel bezat, notarieel vastleggen dat hij belangstelling voor deze molen had, mocht de molen te koop staan of geveild woren.
B50 Huis, schhuur en erf en 150 roeden land Molenstraat
Dit huis stond aan het eind van de Molenstraat. Het was meestals in handen van de families die ook de molens bezaten.
1791-1816 Simon Jans Quast betaalde f 1200,- voor het huis en het bijbehorende stukje grond. ook hi was tevens eigenaar van 'De drie gebroeders', aan de overkant van de straat. Nadat zijn weduwe Marijtje Jans Kerssemaker in 1812 was overleden, werd het huis enige tijd verhuurd aan Lodewijk Vermeulen, die getrouwd was met Trijntje Pieters van der Wielen. Vervolgens wer het opnbaar verkocht.
B48 Huis en erf Molenstraat 'Het Molenhuis'
Ten zuiden van dit huis stond de molen 'De drie gebroeders'. De eigenaar van de molen bezat vrijwel altijd ook dit huis, maar woonde hier niet.
Dit huis werd voor de invoering van het kadaster afgebroken.
1796-1810 Voor f 250,- kwam het in handen van Simon Jans Quast, die vrijwel al het onroerend goed aan het eind van de Molenstraat in bezit kreeg. Zijn vrouw Marijtje Jans Kerssemaker was blind en vermaakte dit huis aan haar knecht Hubertus de Ruijter, die hier op dat moment woonde. Toch heeft hij het huis uiteindelijk niet geërfd.
B47 Huis en erf Molenstraat 'De Fluit'.
1797-1808 Simon Jans Quast betaalde slechts f 90,- voor het huis, Hij was ook eigenaar van de stenen windkorenmolen 'De drie gebroeders'. Zijn weduwe Marijtje Jans Kerssemaker verkocht dit huis voor f 42,- en 8 penningen.
Simon Jansz Quast | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1772 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marijtje Jans Kersemaker |