Genealogie Gomes » Hendrik Claasz Decker (1721-1789)

Persönliche Daten Hendrik Claasz Decker 

• Auch bekannt als Hendrik Klaasz Dekker.
• Er wurde getauft am 20. August 1721 in Den Burg (Texel, NH).Quelle 1

  Doopgetuige: Dieuwertje Hendriks Deij

• Beruf: strandvonder van Eierland (vanaf 1747); kastelein van het Eierland (1748).
• Glaube: Rooms Katholiek.
• Er ist verstorben am 7. Juli 1789 in Den Burg (Texel, NH).
• Ein Kind von Claes Jansz Decker und Lijsbet Goosens
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 15. Januar 2023.

Familie von Hendrik Claasz Decker

Er ist verheiratet mit Margaretha Hendriks van der Merct.

Sie haben in der Kirche geheiratet am 22. September 1748 in de ger. kerk te den Burg.Quelle 2

Kind(er):

1. Lijsbeth Hendriks Dekker  1748-1800 

Notizen bei Hendrik Claasz Decker

Zie: http://www.irenemaas.nl/pages/Verhalen/Dekker.htm

---
Uit Den Burg 1622-1830 van Thijs en Miriam Klaassen.

B124 (kad 326) Huis en erf Koogerstraat
Dit huis grensde aan de noordelijke kant aan het Vermaningsglop. Verschillende eigenaaars bezaten ook de tuin aan de overkant van het glop.
1752 - 1761 Meijert Cornelis Boon wilde dit huis in 1752 kopen voor f 625,-, maar het werd genaast door Hendrik Klaas Dekker een zoon uit een eerder huwelijk van Lijsbeth Gosens. Hendrik trouwde met Margaretha Hendriks van der Merct, weduwe van Albert Lammerts Kikkert. Door deze relatie werd hij ook kastelein van het Eierland. Het gezin verhuisde naar de 'Koning van Polen' aan de Binnenburg (B12).

B12 Huis en erf Binnenburg Herberg "De Koning van Polen"
Aan de zuidzijde grensde "De koning van Polen" aan de Nieuwstraat.
Dit huis had twee schoorstenen.
Vanaf 1761 hoorde bij deze herberg een schuur, die achter het huis in de Nieuwstraat stond (kad, 43)
1761 - Hendrik Klaas Dekker kocht het huis voor f 1200,-
Na zijn overlijde en het overlijden van zijn echtgenote werd de boedel geïnventariseerd.
Hoewel dit echtpaar twee herbergen in eigendom had, was de totale waarde ven hun bezit minder dan f 2000,-.
Uit deze boedelinventaris kan de indeling van "De Koning van Polen" worden opgemaakt. Op de begane grond waren de volgende vertrekken: voorhuis, opkamertje, zijkamertje, voorkamer, gang, achterkamer, keuken. De eerste verdieping bestond uit drie kamertjes en een grote zolder. Uiteraard had de herberg een grote kelder, waarin onder andere bottels met kruisbessen en vier kannetjes Spawater te vinden waren.
In het huis waren grotendeels dezelfde voorwerpen te vinden als worden opgesomd in de boedelinventaris van de vorige eigenaar Lammert Alberts Kikkert. De beschrijving is echter gedetailleerder, waardoor we bijvoorbeeld te weten komen dat de meeste meubels van notenbomenhout gemaakt waren. Voor het raam van de voorkamer stonden drie Chinese wortelhouten figuren en twee porseleinen padden, samen met wat ander porseleingoed.

---
Notaris Jan Star
N 18
Den 10-5-1752 compareerden voor mij Jan Star, notaris publicq bij den Ed. Hove van Holland geadmitteert, op den Eijland Texel residerende, in presentie van de nagenoemde getuigen
De Heeren Jacob van der Mect en Hendrik Dekker, in huwelijk hebbende Juffr. Margareta van der Merct, beijde alhier woonagtig, mij Notaris bekend, dewelke verklaarden in de kragtigste forma doenlijk, bij desen onwederroepelijk te constitueren en magtig te maken de Heer Daniel Adrianus Beukelaar, makelaar in Amsterdam, omme in haare Constituanten namen 't sij publicq off uijterhand te verkopen en tot gelden te maken, een dubbele graft, gelegen in de Westerkerk, tot Amsterdam, zijnde in de Middelkerk N 269 en 270, staande den 19-12-1673 op de naam van Lucas Schorer; 't selven verkogt hebbende behoorlijke Acte van Koop off contract 't zij notarieel ofte onder de hand te passeren, en daar in te stellen sodanige conditie, als hij geconstitueerde het meergemelde graft in hun comparanten naam te leveren bij wettig decreet van de Ed. Hoove van Holland, en tot het optineren van het selve te verkiesen enz

N 32: 24-10-1767
Hendrik Dekker en Magaretha van der Merct lenen 600.- van Pieter Sijbrandsz Keijser

N 34: 16-11-1767 sc 219
Hendrik Dekker, strandvonder van 't Eijerland leende van de Arme Kamers in de Waalderstraat 300.-
Bron: Irene Maas

---
Notaris Adriaan Wentel 1742-1760
408: 24-11-1754 Hendrik Dekker Castelijn en Margareta van der Marct Casteleijnesse, beijde op 't Eijerland, alsmede Lammert Kikkert verklaarden op versoek van seker Anthonie uijt Spanjen
Dat sij op den 21-3-1753 praesent op t Eijerland zijnde alsdoen aldaar bij de strand is verongelukt een Spaans schip genaamt El Cesar gevoert bij Capiteijn Joseph de Alvares komende van Bilboa gedest: na Amsterdam van welk schip al het volk is verongelukt uijt genomen een Matroos genaamt Anthonie zijnde de req: in desen en nog een man zijnde de kok of koksmaat genaamt de Mingo welke beijde bijna naakt en blood op groot Levensgevaar aan strand zijn gekomen hebbende niets meer als een hemt en een Linnen broek aan sig zeggende gemelde Anthonie dat hij eenige Contanten in het schip had gehad die hij met het stranden in een kous aan de boegspriet van het schip had vast gemaakt- hebbende bij hem nog ook in sijn kist die aan de Wal quam drijven geen het minste gelt of Contanten gemerkt nog bevonden en ook in vervolg soo ver haar deposanten bekent is- van bovengemelde Contanten niets geborgen
Bron: Irene Maas

---
Notaris Bernardus van Dam 1759-1769
528: 5-3-1765 huurcedul Hendrik Claasz Dekker als representeerende zijn hv Margretha van der Merct ter eenre ende Pieter Cornelisz Dijker ter andere zijde-
Dat er sekere onenigheid was gereesen over een contract van Huur ingaande 6 weeken voor meij 1765 en eijndigende 6 weeken voor meij 1766- wegens het Huijs onder de Zanddijk en boe op de Quelder met zijn Et en Hooijland, zoo het bij de laaste Huurder in gebruijk is geweest- en dat Dijker nu niet genegen is die huur te aanvaarden-
Tot voorkoming van verdere verwijdering te verblijven aan de uijtspraak van de Regeerende Schepenen Meijert Boon en Maarten Groot- Dijker moet aan Dekker betalen 90.-
Brob: Irene Maas

---
Kasboek van de Armenkamers in de Waalderstraat uitgaven vanaf 1747-1847

1767 Novem: 9 Aan Jacob Willemsz Blom op intrest gegeven Een Som van 200.-.-
D: Aan d' Casteleijn Hendrik Klaasz Dekker onder suffisante borgtogt tot d' maand Meij aanstaande op intrest gegeven Een Somma van 300.-.-

20 Maart 1780
Ontfangen van Hendrik Kl: Dekker Twee Jaar Intrest verschenen den 21 Maart 1779 35.-.-

21 april 1782
Ontfange van H: Klaasz Dekker Een Jaar intrest Dat verschene is den 21 maart 1783 17.10.-

den 24 februarij 1794 wegens aflossing eener obliegatie ten lasten Hendrik Klasen Dekker ontfangen 484.3.12
[Het bedrag is na zijn dood door de erven afgelost (Lijsbeth Dekker en Arien Kikket)].
Bron: Irene Maas

---
Notaris Star
N 7-2-1785 procuratie
Den Heer Hendrik Dekker Castelijn en Strandvonder van het Eijerland machtigde de heer D. vd Lion Arons sollicteur in Amsterdam.

Idem Simon Bakker, Jan Spigt, Cornelis Sluijsman en Harmen de Boer
D’Lion Arons vanwege het schip de Twee Gebroeders op 26 en 27-11-1784 geborgen goederen

Idem verklaring:
Dat de 3 eerste deposanten (die aan de Koog woonagtig, en dit nu apart verklaaren) van daar des morgens van den 26-11-1784 een schip gewaar werden, in gevaar zijnde in de Eijerlandsche gronden, resolveerden om zig ten spoedigste naar het Eijerland te begven, en aldaar haar dienst aan te bieden ten eijnde het zelve schip zo veel mogelijk te assisteren;
Dat zij getuijgen toen in het heengaan de 4e getuijge, die nu mede verklaart, rencontreerden, en hun intentie aan dezelve te kennen gaven, welke daar toe mede genegen was, en alzo gezamentlijk met hun vieren op het Eijerland zijn gearriveert.
Dat zij getuijgen te dier tijd met behulp van een haaringschuijt na het voorn: schip zijn gevaren, ’t geen zij bevonden in de Eijerlandsche gronden zeer gevaarlijk rondsom in de branding te zitten, welk schip hun nader gebleken is te zijn geweest het kofschip genaamt de Twee gebroeders, gevoert bij Jacob Steenblink, welk schipper diestijds met zijn Equipagie bereijds aan de wal was.
Dat zij getuijgen daar op met behulp van hunne verdere mede Compagnons, die onderwijl met hun samengesproken waren, aan het bergen van Coopmansgoederen uijt het voorsz: schip zijn gegaan, en daar mede dien dag en de volgende hebben gecontinueert;
Dog aangezien zij geen groot Vaartuijg bij zig hadden om die goederen daar in te kunnen overschepen, hadden zij dezelve op ordre van voorn: schipper Steenbrink, welke geadsisteerd was met de heer Jacobus van Steenbergen, aan strand gebragt, van waar dezelve met wagens op het Eijerland zijn opgereden, en in ’s Lands Magazijn aldaar geplaats geworden, bestaande dezelve geborgene goederen in Baajen, Corsaajen, flenel, Bevers, Lakens, durant, calaminken, Engelsch, aardwerk, messen Cramerij, Blik &a.- alles conform eene specifique notitie door voornoemde heer Steenbergen bij het opschepen daar van geformeert.
Bron: Irene Maas

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Hendrik Claasz Decker?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Hendrik Claasz Decker

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder