(1) Er hat eine Beziehung mit Antje Eiberts Stienstra.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Neeltje Barends Bakker.
Sie haben geheiratet am 11. Juli 1751 in Den Hoorn (Texel, NH), er war 46 Jahre alt.Quelle 1
Kind(er):
Stuijfsak.
Sieger Hendriksz Stuijfsak, of Stuijvesak (1705-1780), een schoenmaker, en Tjeerd, zijn broer, een arbeider en veeschutter, werden in 1736 aangenomen als leden van de gereformeerde kerk te Den Hoorn; hun herkomst bleef onbekend. Tjeerd stierf ongehuwd. Sieger werd in 1738 door schepenen veroordeeld een dochter van Antje Eiberts Stienstra (uit Friesland), genoemd Barber Siegers, te alimenteren, ook al ontkende hij het vaderschap hardnekkig.
Hij huwde in 1751 met Neeltje Barends Bakker. Zowel van zijn onechte dochter (gehuwd met Dirk van der Werff) als van zijn echte dochter, Antje, gehuwd met Dirk Gollenstein, stammen vele Texelaars af.
---
Notaris Jan Star
N46: 26-10-1752
Sieger Stuijfzak oud 47 jaren en Cornelis Lap oud 35 jaren, beijde aan den Hoorn op desen Eijlande woonagtig, dewelke beijde verklaarden ten versoeken van Maarten Dirksz de Boer, mede aldaar woonagtig, hoe waar en waaragtig is; en eerst verklaarde de eerste deposant Sieger Stuijfzak, dat hem nog seer wel in geheugen is, dat het afdak van t huijs van Maarten Aldertsz Dekker, staande aan de oostzijde nevens de huijsinge van den requirant, reets over mee dan 18 a 19 jaaren in diervoegen afgebroken is geweest en alsoo gestaan heeft als het heden nog is te sien, uijtgesondert dat er als doen maar een venster is geweest, 't geene nu bij gemelde Maarten Dekker is verandert geworden. Ook verklaarde hij deposant, dat geduurnde de gantsche tijd dat hij het huijs staande aan de westzijde van den Requirant bewoont heeft, zijnde reets 20 jaren gelden, hem niet anders bewust is geweest en heden nog is of dat de Eijgenaars van het huijs van den Requirant altoos in vollen vrijen Eijgendom hebben beseten en sonder tegenseggen van iemand gebruijkt het stuk Erf strekkende van de agtermuur van des Req: huijs langs de zijmuur van 't huijs van Maarten Dekker tot aan de xuijnen (of oude afbraak) van het genoemde zijn afgebrooken afdak toe en verder langs hem na agteren.
De tweede deposant Cornelis Lap verklaarde mede dat geduurende de gantsche tijd dat zijn Moeder Antje Cornelis het meergemelde huijs van den Requirant als in eijgendom bewoond en gebruijkt heeft, zijnde van 't jaar 1737 a 1738 tot in den jaar 1740, sij het stuk Erff in de depositie van de eerste deposant gemelt, vrij, vredig en sonder tegenseggen van iemand gebruijkt heeft, ja zelfs dat den depos: met en benevens sijne andere Broeders, het selve stuk Erf met planken, zooden en schulpen heeft belegt en overdekt, sonder mede daarbij van iemand in verhindert of belet te werden.
Laatstelijk verklaarden de deposanten gesamentlijk de tweede deposant dat hij wel weet (dog in beijder opsigte niet verder strekkende als de bepaalden tijd in ieders depositie boven gemelt) dat er geen Bloemen of eenig ander gewas door de Eijgenaars of bewoonders van het genoemde huijs van Maarten Dekker of het meergemelde stuk Erf zijn gesaaijt of geplant geworden; en de eerste deposant dat hem niet bekend aldaar sodanig bloemen of andere gewas te hebben gesien.
Waar mede dese eijndigende gevende van t gedeposeerde voor redenen van wetenschap als in den Text, verklaarden van al 't selve nog goede geheugen te hebben met presentatie dese desnoods en versogt zijnde met Eede solemneel nader te bevestigen.-
Aldus gepasseert aan den Hoorn op Texel present Tijs Schouten en Jan Groot als getuijgen.
Bron: Irene Maas