Doopgetuige: Mart Jans uit Oosterend
(1) Sie ist verheiratet mit Cornelis Gerritsz Smit.
Die Eheerklärung wurde am 23. Januar 1765 zu Texel gegeben.Quelle 2
Sie haben geheiratetKind(er):
(2) Sie ist verheiratet mit Gerrit Sijmensz Hartog.
Sie haben geheiratet im Jahr 1774 in Texel.
Sie sind am 27. Juni 1774 in Texel einen Ehevertrag eingegangen.
Huwelijkse voorwaarden tussen Gerrit Hartog en Aaltje Hendriks:
Volgen de goederen van Aaltje Hendriks
Eerstelijk alle de Vaste goederen, so van haare ouders als van Jan Corn. Bos, Dirk Ratelaar en Trijntje Cornelis afkomstig, benevens die welke verder staande haar eerste Huwelijk zijn aangekogt, sodanig alle deselve tegenswoordig door haar beheert en gebruijkt worden, en gelegen zijn in de Polders Everstekoog, Gerritsland, Operen,, Zuijthaffel en de Westen, dog welke thans niet gevoeglijk gespecificeert hebben kunnen worden.
Jan Cornelisz Kuijt, als in Huwelijk hebbende des Inventarientes zuster Neeltje Hendriks, competeert van de Invertariente op het overlijden van hunne moeder Antje Jans, de somma van Eenduijsend guldens, en zulks uit hoofde van zeker accoord van uijtkoop van den boedel en nalatenschap van wijlen Hendrik Schilder en deselven Antje Jans aangegaan.
Bron: Irene Maas
Het lijkt erop dat na de dood van Hendrik Schilder de Nieuwe Bleekerij is voortgezet door zijn dochter Aaltje. Dat verklaart meteen de bijnaam van haar zoon Hendrik, namelijk Bleeker. Hij is opgegroeid op de Nieuwe Bleekerij.
Ook zou Hendrik de Oude Bleekerij van Jan Bos hebben gekocht, wellicht als woning voor zijn dochter en Cornelis Smit (die zouden op het Elzenbosch gewoond hebben, een spookboerderij waar verder niemand ooit gewoond heeft, maar gezien het onroerend goed dat Aaltje laat beschrijven zou het heel goed dit huis geweest hebben kunnen zijn).
Bron: Irene Maas
Zij woonde in haar laatste jaren niet meer op de Nieuwe Bleekerij, maar woonde op de Catharinahoeve.
Inwonen bij schoonmoeder
Trijn Cornelis [schoonmoeder van Aaltje Hendriks Schilder], laatst weduwe van Dirk Ratelaar en Aaltje Hendriks, weduwe van Cornelis Gerritsz Smit kwamen overeen dat Trijn aan Aaltje verkocht 'het vee en boeregereedschap', dat zij al in gebruik had, tegen een jaarlijkse lijfrente van 'seventig guldens, so lange de eerste comparante in desen zal leven'.
Hoe lang Aaltje al bij haar schoonmoeder in huis woonde staat er niet bij. Ze was in 1773 weduwe geworden, maar kan al langer ingewoond hebben met haar man en zoontje. Trijn alleen kon het boerenwerk niet doen en dan kun je beter je zoon als boer in huis halen dan een extra knecht te moeten betalen.
Maar Trijn kan ook naar Den Burg zijn vertrokken. In 1767 had ze daar een huisje in de Warmoestraat, tussen Maarten Rey en Cornelis Vos in. Ook tegenwoordig gaan de meeste buitendorpers op hun oude dag naar het dorp, waar het leven toch veel gemakkelijker is dan er buiten.
Toen Aaltje in 1774 de overeenkomst met Trijn Cornelis maakte zal er niet gedacht zijn aan de mogelijkheid dat Trijn iedereen zou overleven. Aaltje heeft vast wel haar mooiste spulletjes meegenomen naar haar schoonmoeders huis, veel zal dat niet geweest zijn, want dat huis was al propvol. Er was geen plaats voor Aaltjes kopjes en schoteltjes. Die waren al ruimschoots voorhanden.
Trijn had 'een half dozijn bruijn porseleijn theegoed, een half dozijn blauw dito, een delftse trekpot', voor de sier in de kamer '17 delftse koppen op de kast so kleijn als groot, 20 dito klapmutsen, 5 dito egale schotels, 25 dito van differente soort, 20 dito bords so kleijn als groot', en 'nog eenig rood aardewerk tot dagelijks gebruik dienende', alles bij elkaar erg veel voor die kleine kamer.
Wat ontbreekt (volgens archeoloog en aardewerkspecialist Michiel Bartels) en dus door Aaltje is meegenomen: Tafelborden, diameter tussen de 16 en 24 cm ontbreken volledig terwijl deze gewoonlijk 60% van het vondstcomplex uitmaken en hier is (nog) geen enkel exemplaar gevonden? Heel vreemd!
Bron: Irene Maas
Zie ook de notitie NHA OM 4901 1774 Relatief tot een Huwelijkse Voorwaarden bij haar 2e echtgenoot.
Aaltje Hendriks Schilder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelis Gerritsz Smit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1774 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerrit Sijmensz Hartog |