Genealogie Gomes » Trijntje Cornelis Buijsekool (1765-1854)

Persönliche Daten Trijntje Cornelis Buijsekool 

• Sie wurde getauft am 10. März 1765 in Oudeschild (Texel, NH).Quelle 1

  Doopgetuige: haar tante Jantje Michiels Buijsekool

• Beruf: winkelierster (1813, 1825).
• Eigentum: overlijdensakte; bonnetje van de Gemeene Armen (2x).
• Sie ist verstorben am 10. März 1854 in Oudeschild (Texel, NH).

  Zij is overleden om 12.00u; aangifte overl op 11 mrt 1854 door Simon Vos, 54 jaar, brievenbesteller, wonende in Oudeschild en Anthon Diderich Voigt, 27 jaar, makelaar, wonende in Den Burg; de overlijdensakte vermeld haar leeftijd als 92 jaar

• Ein Kind von Cornelis Michielsz Buijsekool und Jantje Teunis van der Sterre
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 3. Dezember 2019.

Familie von Trijntje Cornelis Buijsekool

(1) Sie ist verheiratet mit Simon Reijersz Swaan.

Sie haben geheiratet

(2) Sie ist verheiratet mit Thijs Cornelisz van der Sterre.

Die Eheerklärung wurde am 20. Dezember 1798 zu de Municipaliteit van Texel gegeben.Quelle 2

Kind(er):

1. Cornelis Thijsz van der Sterre  1799-1821 
2. Jan van der Sterre  1805-1878 

(3) Sie ist verheiratet mit Henderik Hagen.

Sie haben geheiratet am 12. August 1813 in Texel.Quelle 3

Notizen bei Trijntje Cornelis Buijsekool

In het huwelijksregister komt een toevoeging in de marge voor, waardoor een wijziging in het maatschappelijk bestel duidelijk werd gemaakt. Er staat: ‘1798: Den 20 December hebben alhier hunne kerkelijke huwelijks geboden gegeven Tijs Cornelis van der Sterre Jongman en Trijntje Cornelis Buysekool weduwe, beide geboren en wonende aan ’t Oude Schild alhier. En na 3 gewoone voorstellen bij ons alhier in de kerk getrouwd op den 6 Jan 1799.’ En in de marge staat: ‘den 19 December zijn bij de Municipaliteit van Texel in ondertrouw genomen en den 4 Jan. 1799 voor de Municipaliteit aldaar getrouwd.’
Beroep : Zeeman (Registre Civique 1811)
Tijs Cornelis wil grossier worden in wijn, brandewijn en gedestilleerde wateren (fiat 04-02-1799: Oudrechterlijk archief, geappoincteerde requesten, inventarisnrs. 6815-6817)

---
Notaris Beets 1813
Hendrik Hagen en Trijntje Buijssekool
N 45 Voor Simon Theodorus Beets, Keizerlijk Notaris, dezen onderteekend hebbende, residerende op Texel, arrondissement Alkmaar, Departement van de Zuiderzee, en in tegenwoordigheid van de nagenoemde en mede onergeteekende getuigen, zijn gecompareerd:
De Heer Hendrik Hagen, aan den Hoorn, N 195; Weduwnaar, met 3 kinderen, van wijle Mejuffrouw Catharina Oijevaar; makende hij Heer Comparant de bedingen ten dezen op zijnen eigen naam, ter eenre; en
Mejuffrouw Trijntje Cornelisd Buijssekool, eerder Weduwe van Simon Zwaan, en nu laatstelijk Weduwe, met 2 kinderen, van wijlen Tijs van der Sterre; doende zij Juffrouw Comparante Winkel in onderscheidene Koopwaren, en wonende mede binnen deze gemeente, aan het Oude-Schild, N 72; bedingende insgelijks bij deze acte op haren naam, ter andere zijde.
Dewelke, in aanmerking van het voorgenomen huwelijk tusschen hem Heer Hendrik Hagen en haar Juffrouw Trijntje Cornelisd Buijssekool, Weduwe Tijs van der Sterre, en waarvan de voltrekking eerdaags staat te geschieden met zoodanige formaliteiten als bij de wet zijn oorgeschreven, hebben gemaakt en vastgesteld de voorwaarden van hun toekomstig huwelijk, in maniere navolgende:
1 Er zal tusschen de aanstaande Echtgenoten gemeenschap van goederen zijn.
2 Echter zal dze gemeenschap geene plaats hebben dan ten aanzien van de roerende en onroerende goederen, welke zij gedurende hun huwelijk, door aanwinsten, verkrijgen zullen; zoo dat alle de goederen, roerende en onroerende, zonder eenige uitzondering noch voorbehouding, welke de voornoemde aanstaanden Echtgenoten thans ten huwelijk aanbrengen, benevens alle die genen welke, gedurende hetzelve huwelijk, aan elk van hun zullen opkomen, bij Erf-volgingen, giften, legaten, of anderzints, zullen zijn en blijven het Eigendom van diengenen der beide voornoemde Echtgenoten aan wien zij zullen zijn te beurt gevallen, ten einde elk van hun, bij de ontbinding der gemeenschap, dezelve respectivelijk naar zich neme als eene Zaak aan hem of haar toebehorende.
3 De aanstaande Echtgenoten zullen niet aansprakelijk zijn wegens de Schulden en hijpotheken door den een of ander van hun voor de voltrekking van hun huwelijk verschuldigd, noch wegens die genen welke zij bij vervolg, ieder afzonderlijk, zouden mogen contracteren; welke persoonlijk schulden zullen gekweten worden door dien genen der voornoemde aanstaande Echtgenoten die dezelve gemaakt of gecontracteerd zal hebben. Terwijl daarentegen de Schulden die, gedurende het aanstaande huwelijk, ter zake van het bestuur der gemeenschap gemaakt zullen worden, door de voorschreve gemeenschap zullen worden gedragen worden.
4 Niettegenstaande de beheersing der goederen van de Juffrouw aanstaande Bruid, naar aanleiding der bepalingen bij de Wetten in dit Contract gemaakt, aan de Heer aanstaande Bruidegom verbleven is, is men overeengekomen dat zij Juffrouw aanstaande Bruid zal hebben het regt om persoonlijk en alleen te beheren en te administreren alle zaken tot haar Winkel betrekking hebbende; en dienvolgende, buiten concurrentie of andere toestemming van hem Heer aanstaanden Bruidegom, te mogen kopen en verkopen, en voorts generalijk alle zoodanige handelingen aantegaan als tot de belangen van hare gemelde Winkel zoude kunnen gerekend worden in onmiddelijke relatie te staan. Ten welken einde hij Heer aanstaande Bruidegom, bij deze tegenwoordige acte, de Juffrouw aanstaande Bruid onherroepelijk autoriseert om, ter dien zake, niet alleen alle quitantien, tot de ontvangst van gelden, aftegeven; maar ook alle andere acten, hoe ook genaamd en geene uitgezonderd, te mogen passeren.
5 Wat betreft de roerende goederen, van welken aard zij ook zijn, die, gedurende het voorschreeve huwelijk, aan elk der aanstaande Echtgenoten zullen opkomen, onder welke titel het ook zoude mogen zijn, is men overeengekomen, dat, indien dezelve goederen aankomen van de zijde van den aanstaanden Bruidegom, dezelve zal gehouden zijn daarvan te doen blijken door Inventarissen en authentieke actens in den behoorlijken vorm verleden; bij gebreke van het welk de gemelde Heer aanstaande Bruidegom, bij de ontbinding der voorschreeve gemeenschap, zijne actie tot terugbekoming van die goederen niet zal mogen doen gelden, als welke goederen, in dat geval, voor aanwinsten der gemeenschap zullen gehouden worden, en als zoodanig in de deelbare massa des boedels moeten komen.
Dan ingevalle er goederen aan de gemelde Juffrouw aanstaande Bruid zouden mogen opkomen, verbind zich den Heer aanstaande bruidegom insgelijks om het beloop en de waarde daarvan te doen blijken door gelijke Inventarissen of andere authentieke acten, mede in den behoorlijke vorm gepasseerd; op straffe, dat hij Heer aanstaande Bruidegom, bij de ontbinding der voorschreeve gemeenschap, zal moeten vrijwaren en aansprakelijk zijn voor alle verliezen, kosten, schaden en Interessen, aan de gemelde aanstaande Bruid, of de haaren, ten aanzien van de actie tot de terugbekoming welke zij deswegens geregtigd zal of zullen zijn te doen gelden.
6 De voornoemde Heer aanstaande Bruidegom verklaart, dat hetgeen hij tot het tegenswoordig huwelijk aanbrengt en zijn huwelijks-goed zal uitmaken, bestaat
1 In de helft, aan den Heer aanstaanden Bruidegom toekomende; in de gemeenschap van goederen, die tusschen hem en wijle Mejuffrouw Catharina Oijevaar, zijne eerdere huisvrouw, bestaan heeft, achtervolgens het Land-regt, hetwelk ten tijde van het aangaan van hunlieder huwelijk alhier vigerende was.
2 In het gene al verder aan hem Heer aanstaanden Bruidegom toekomt in de nalatenschap van gedachte zijne eerdere Huisvrouw, uit krachte van de Testamentaire dispositie, door haar op den 9 September des Jaars 1800, ten overstaan van den Notaris Jan Star en getuigen, alhier op Texel gepasseerd, en op den derden Februarij dezes jaars behoorlijk geregistreerd: zijnde van de goederen tot de voorschreve gemeenschap en den nalatenschap van gemelde Juffrouw Catharina Oijevaar behorende behoorlijke Inventaris gemaakt geworden, bij acte voor mij Notaris, in tegenwoordigheid van getuigen, gepasseerd, in den aanvang gedateerd den 24e Juny 1813, en den 28e dier maand geregistreerd; van welken Inventaris en daarbij beschreven goederen de Juffrouw aanstaand Bruid verklaart behoorlijke visie en kennisse genomen te hebben.
3 In eene Waarde van 1050 Franken, bestaande in een Schuldvordering van gelijke somma ten lasten van Jan Dekker en Marretje Visser, Echtelieden, aan het Oude Schild voornoemt woonachtig, en voortspruitende uit de eigene wensten en bezuinigingen van hem Heer aanstaande Bruidegom, zedert het overlijden zijner eerste huisvrouw, gehad en gemaakt, en waarvan hij aan de Juffrouw aanstaande bruid heeft doen blijken, die zulks ook erkent.
7 De gemelde Juffrouw aanstaand Bruid verklaart desgelijks, dat het gene door haar ten huwelijk zal worden aangebragt en hare huwelijks-gift zal uitmaken, mede bestaat:
1 in de voordeelen der gemeenschap van goederen, die tusschen haar en wijlen den voornoemden Tijs van der Sterre, haren laatstoverleden man, volgens het gemelde Land-regt, bestaan heeft; en
2 In hetgene alverder aan haar Juffrouw aansteende Bruid toekomt in de nalatenschap van haren gemelden overleden man, ingevolge deszelfs Testament, op den 7 Februarij 1812, voor den Notaris Hendrik Happo, in tegenwoordigheid van getuigen, binnen Amsterdam gepasseerd, en op den 9 April des zelven jaars behoorlijk geregistreerd, welke regten zullen worden daargesteld door de Vereffening en Verdeeling die tusschen de gezegde Juffrouw aanstaande Bruid en den toezienden Voogd harer 2 kinderen onverwijld zal worden tot stand gebragt; Verklarende wijders, dat na doode van den gemelden Tijs van der Sterre, haren laatstoverleden man, Inventaris is gemaakt geworden van alle de goederen, uitmakende de gemeenschap die tusschen hen bestaan heeft, en zulks bij acte voor mij Notaris, in tegenwoordigheid van getuigen, gepasseerd, bij den aanvang gedateerd den 29 Juny 1813, en den derden July daaraanvolgende geregistreerd; van welken Inventaris en daarbij beschrevene goederen de Heer aanstaande Bruidegom insgelijks verklaart behoorlijke visie en kennis genomen te hebben. Als mede nog in eene waarde van 9450 Franken, bestaande in eenige Schuldvorderingen ten lasten van onderscheidene personen, te zamen ten bedrage van 4200 Franken, en het overige in gereed geld; alles voortspruitende uit hare eigene winsten en bezuinigingen, zedert het overlijden van den voornoemden Tijs van der Sterre, haren laatstoverledenen man, bij haar gehad en gemaakt, en waarvan zij aan den Heer aanstaande
Bruidegom heeft doen blijken, die zulks ook erkent.
8 Dewijl de famille-Raad der twee minderjarige kinderen, uit het huwelijk van de Juffrouw aanstaande Bruid, ter zake van het tegenwoordig huwelijk, bijeen geroepen zijnde, bij besluit van deszelfs vergadering van den 21 Juny dezes jaars, gehouden ten overstaan van den Heer Vrederegter van het Canton Texel, behoorlijk geregistreerd, gemelden Juffrouw aanstaande Bruid heeft gelaten in de voogdij over deselve 2 minderjarigen, is men overeengekomen, dat voornoemde 2 kinderen zullen worden gevoed, onderhouden en eene behoorlijke opvoeding genieten, zonder dat echter de onkosten die daartoe besteed zullen worden, zullen mogen te boven gaan het beloop van den Inkomsten der goederen, die bij het opmaken der afrekening waarvan hier boven in het 7e artikel gesproken is, zullenden uitmaken den persoonlijken Eigendom van gemelde kinderen, en dat, in geval die Inkomsten daartoe niet toereikende mogten zijn, het meerder bedrag van die onkosten uit de aanstaande gemeenschap zal genomen worden. Terwijl wederkerig de 3 minderjarig voor-kinderen van den aanstaanden Bruidegom, als wier Inkomsten bij voortduring door hem en alzoo door deze gemeenschap zullen worden genoten worden, derzelver voedsel, onderhoud en opvoeding geheel en al uit dezelve gemeenschap ontvangen zullen.
9 Indien gedurende het voorschreve huwelijk, goederen vervreemd of Capitalen afgelost mogten worden, die aan den een of ander der aanstaande Echtgenoten in eigendom toebehoren, zullen de daarafgekomene gelden wederon betsteed worden tot aankoop van andere goederen, ten behoeve van dien genen der aanstaande Echtgenoten aan wien de vervreemde goederen of afgeloste Capitalen zullen hebben toebehoord; en indien bij de ontbinding der gemeenschap, die weder-beleggingen bevonden werden niet gedaan te zijn, zullen de gelden tot het doen derzelven benoodigd, uit de goederen der gemeenschap voorafgenomen worden, en zelfs, bij aldien die tot wederbelegging, waartoe de Juffrouw aanstaande Bruid geregtigd was, niet toereikende waren, zal de terug-bekoming daarvan door haar of de haren verhaald worden aan de goederen die aan den aanstaande Bruidegom persoonlijk eigen zijn: Zullende de actie tot deze wederbelegging vervolgd worden door die genen der aanstaande Echtgenoten die daartoe geregtigd zal zijn, of door zijn of hare Erfvolgers.
10 Op welk wijze ook de ontbinding der voorschreve gemeenschap vervalt, zullen gemelde Juffrouw aanstaande Bruid, of hare Erfgenamen, ten tijde van die ontbinding het regt hebben om alle de goederen, die bij het tweeden artikel dezer acte aan haar als eigen zijn voorbehouden terugtenemen. Die terugneming zal ten aanzien van de onroerende goederen en tenten gevende Capitalen in natura gedaan worden, voor zoo verre die goederen niet vervreemd noch afgelost zijn; en, in het tegenovergestelde geval, zal die terugneming gedaan worden overeenkomstig de bepalingen van het bovenstaande negende Artikel betreffende het roerend goed van de Juffrouw aanstaande Bruid, zal de terugneming daarvan gedaan worden, te zij door in natura naar zich te nemen de roerende goederen die bewezen worden van haar afkomstig te zijn, en nog in handen van den aanstaande Bruidegom, of van zijne Erfgenamen, zouden mogen zijn, het zij de begroote waarde die daaraan gegeven zal zijn bij behoorlijke Inventarisatie of staten, welke de aanstaande Bruidegom zich hierboven bij het vijfde Artikel verbonden heeft te doen opmaken, in geld, en zulks ter keuze van de aanstaande Bruid en haar Erfgenamen. Alles zal vrij en gezuiverd zijn van de schulden, lasten en hijpotheken der gemeenschap, al had zelfs de aanstaande Bruid zich daartoe verbonden, of was zij daartoe gecondemneerd, waaromtrent, in het voorschreve geval, zij en de haren zullnen voldaan, gevrijwaard en schadeloos gesteld worden door voornoemden Heer Jaanstaanden Bruidegom en uit de hem persoonlijk toebehorende goederen, uit hoofde van welke terugnemingen en schadeloosstellingen, als mede voor de naarkoming van alle de bedingen en voorwaarden van dit tegenwoordig Contract, de Juffrouw aanstaande Bruid zal hebben regt van hypotheek, te rekenen van heden af, op den tegenwoordige en toekomstige goederen van den aanstaanden Bruidegom.
Op deze wijze is alles overeengekomen en bepaald tusschen partijen, die, om deze tegenwoordige ter executie te leggen domicilie verkiezen op de bovengemelde en hiervoren uitgdrukte woonplaatse van Mejuffrouw de aanstaand Bruid, ter welke woonplaatse partijen toestemmen dat alle de geregtelijke acten en exploiten, aldaar geïnsinueerd, van waarde zullen zijn, en zulks niettegenstaande alle veranderingen van woonplaatsen die partijen bij vervolg zouden mogen doen; belovende om den geheelen inhoud dezer Acte getrouwelijk naar te komen; verbindende, ten dien einde, alle hunne tegenwoordige en toekomstige goederen; afstand doende van alles wat met deze tegenwoordige strijdig zoude mogen zijn: Zullende aan ieder der wederzijdsche Comparanten eene grosse dezer Acte worden uitgeleverd.
Gedaan en gepasseerd aan het Oude Schild voornoemt, ten huize van Mejuffrouw Trijntje Cornelisd Buissekool, weduwe van wijlen Tijs van der Sterre, in tegenwoordigheid van den Heer Johannes Paulus Josephus Beeckmans, Ontvanger van het enregistrement, wonende binnen deze gemeente, aan den Burg, en van den Heer Pieter Visman, Oud Kaptein ter Zee, doch thans zonder beroep, wonende aan het Oude Schild, mede binnen deze gemeente, beide getuigen ten dezen uitdrukkelijk verzocht, den 9 van den maand Julij des Jaars 1813, na den middag, en hebben de voornoemde Comparanten, benevens de gemelde getuigen en den Notaris, na gedane voorlezing, de tegenwoordige minute geteekend, welke gebleven is onder de bewaring en in het bezit van gemelden Notaris Simon Theodorus Beets.
Bron: Irene Maas

---
Notaris Beets 1817-1818
N 923 5-10-1818 Testament Trijntje Cornelis Buyssekool, thans hv van Hendrik Hagen, Chirurgijn, OS, aan haar zoon Jan van der Sterre 2000.- in eens-
Ik begeer voorts, dat geene mijner huismeubelen, klederen, linnen, zilverwerk en verdere kostbaarheden, tot eigen gebruik gediend hebbende, zullen mogen worden verkocht, maar al hetzelve in der tijd, in natura onder mijnen kinderen, bij gelijke portien, moeten worden verdeeld.
Eindelijk begeer ik, dat het aan mijn tegenwoordigen man, Hendrik Hagen, zal vrijstaan, om, bij den verdeeling der goederen, welke op het oogenblik van mijn overlijden tusschen ons in het gemeen zullen zijn, tegen den inkoop-prijs te mogen overnemen het Huis en Erve, staande aan het Oude-Schild, belend ten O Albert Zwart en ten W Willem Boermeester.
Ik benoem tot Voogd over mijn minderjarigen zoon Jan van der Sterre, Cornelis Zunderdorp, Postmeester, OS, met verzoel aan denzelven om die Voogdij te willen op zich nemen en uitoefenen overeenkomstig de Wet.
Bron: Irene Maas

---
GELDLENING GAT 873
In naam des Konings
In het Jaar 1837 den 20e dag van February zyn voor mij Mr. Willem Bok Openbaar Notaris resideerende op het eiland Texel Kanton van dien naam Arrondissement Alkmaar provincie Holland (Noordelijk gedeelte) in tegenwoordigheid der nagenoemde en ondergeteekende getuigen gecompareerd-
Trijntje Buyssekool, eerder weduwe Tijs van der Sterre, laatstelijk weduwe Hendrik Hagen, wonende buiten beroep alhier aan het Oudeschil-
Jan Tijs van der Sterre, Zeeman, wonende mede aan het Oudeschil voornoemd-
Dewelke verklaarden by deze wel en wettiglijk schuldig te zijn aan de WelEdelgestrengen Heer en Mr. Gijsbert Coenraad Willem Reinbach, Burgemeester van Texel, in deszelfs Kwaliteit als Voorzitter der Commissie tot Onderstand der Weduwen en Weezen der op den 25e Juny laatstleden verongelukte Texelsche Loodsen en alzoo ten behoeve van die Weduwen en Wezen zelve, eene Somma van 150 Guldens Hollandsch geld wegens eene Geldleening van gelijke Somma aan hun Trijntje Buyssekool en Jan Tijs van der Sterre gezamentlijk voor den geldschieter op het teekenen dezer verstrekt, zoo als hij zulks erkent welke erkentenis door voornoemden Heer Mr. Gijsbert Coenraad Willem Reinbach in zijne voorschreven betrekking wordt geaccepteerd by deze.
De voornoemde Debiteuren verbinden zich de voormelde Som te zullen teruggeven aan den geldschieter of deszelfs opvolger in der tijd in officie ten allen tijde mits 3 maanden bevorens gewaarschuwd zijnde en om inmiddels daarvan Jaarlijks eene intrest te betalen getekend tegen 5 ten 100 in het Jaar aanvang nemende op heden zonder eenige Korting hoegenaamd aan de Heer Geldschieter of den wettige houder van de grosse dezer die zijn regt daarvan ontleent.
Tot Zekerheid der betaling van de voorschreven hoofdsom en intrest verbinden de voornoemde debiteuren drie vierde gedeelten in de beide volgende perceelen te weten-
1 In een huis er Erf aan het Oudeschil op de Kadastrale legger bekend onder Sectie D nummer 746
2 In een huis en erf mede aan het Oudeschil op de Kadastrale legger bekend onder Sectie D nummer 855
van welke gedeelten in voorschreeve vaste goederen de debiteuren den eigendom verkregen hebben te weten by de eerste Comparante de helft Krachtens de gemeenschap van goederen waarin Zy met gemelden haren man Tijs van der Sterre is gehuwd geweest Terwijl het overige een vierde gedeelte by den tweeden Comparant is verkregen by Erfenis van Zijnen overledenen Vader Tijs van der Sterre doch waarvan overigens geene titels of bewijzen van eigendom Voorhanden zijn.
En hebben de voornoemde Comparanten debiteuren verklaard dat de voorschreeven gedeelten in vastgoed geheel vry en ontheven zijn van alle Soort van Hypotheek hoegenaamd.
Zullende ingeval het hierboven vermelde onroerend goed gedurende den loop van dit verband mogt worden verkocht en bij gebreke van promtelijke voldoening op den Juisten Verschijndag het voormelde Kapitaal met de alsdan daarop verschuldigde intressen dadelijk opzeggelijk zijn en kunnen worden opgeeischt zonder dat daartoe eenig ander regstmiddel dan alleenlijk een eenvoudig ten kosten der debiteuren te exploicteren bevelschrift zal behoeven gebezigd te worden om van de nalatigheid of overtreding in deze te doen blijken.
Eindelijk verbinden zich de debiteuren het voornoemde Verbondene bij deze gedurende den geheelen tijd van dit verband voor niet langer te zullen verhuren dan voor den tijd van één Jaar als zullende in Contrarie geval alle langere huur van zelven nietig zijn alsmede hetzelve terstond te doen verzekeren voor gevaar van brand en eene goede en Suffisante Brandwaarborg of verzekering Maatschappij ten minste ter waarde van 600 Guldens, zullende de polis daarvan aan den Heer Crediteur worden in handen gesteld gedurende den loop van dit verband terwijl Jaarlijks van de gedane betaling der premie aan ZEdele zal moeten blyken.
Op deze wyze is alles overeengekomen en bepaald tusschen partijen die om deze tegenwoordige ter Executie te kunnen leggen domicilie verkiezen ten raadhuize van Texel, op welke plaats zij toestemmen dat alle geregtelijke Acten en exploicten aldus geinsinueerd van waarde zijn zullen en zulks niettegenstaande alle veranderingen van woonplaatsen die partijen by vervolg zouden mogen doen, belovende om den geheelen inhoud dezer acte getrouwelijk na te komen, verbindende te dien einde alle hunne tegenwoordige en toekomende goederen, afstand doende van alles wat met deze Strydig zoude mogen zijn; Zullende de Grosse dezer aan den Heer Geldschieter worden uitgeleverd ten koste der debiteuren.
Ten slotte wordt by deze uitdrukkelijk gestipuleerd dat alle onverhoopte vervolgingen ter dezer Zake of by de geheele aflossing de te verleenen acte van handopheffing zullen of zal worden aangelegd en gepasseerd door den tijdelijken voorzitter der genoemde Commissie.
Waarvan acte
Gepasseerd binnen de gemeente van Texel voornoemd ten Kantore van gemelden Notaris in tegenwoordigheid van Dirk Kalf Schoenmaker en Cornelis Moojen Eilandsbode beide alhier woonachtig als getuigen ten dezen opzettelijk verzocht.
En hebben de Comparanten met de getuigen en mij Notaris na gedane voorlezing de tegenwoordige minuut geteekend welke onder de bewaring en in het bezit van gemelden Notaris Mr. Bok gebleven is
(was geteekend) Trijntje Buyssekool, Jan T. Van der Sterre, GCW Reinbach, Dirk Kalf, C. Moojen WBok not
Kopij van de Registratie
Geregistreerd te Texel den 21e februay 1837 deel 13 folio 21 verso cave 1 tot 3 houdende 2 bladen met een renvoij ontvangen 1.50 voor hoofdregt makende met 23 opcenten Eene Gulden 84 opcenten 1.84 ½
De ontvanger (was geteekend) HJ Vonk
Uitgegeven voor Grosse WBok
Bron: Irene Maas

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Trijntje Cornelis Buijsekool?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Trijntje Cornelis Buijsekool

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder