Doopgetuige: Hendrikje Jochoms
Sie ist verheiratet mit Maarten Florisz Koorn.
Die Eheerklärung wurde am 18. Januar 1755 zu Texel gegeben.Quelle 2
Sie haben geheiratet im Jahr 1755 in Texel.Dochter Cornelisje beviel van een kind. Zij was niet getrouwd, maar verklaarde dat Leendert
Bremer de vader was. Daar werd speciaal naar gevraagd tijdens de baring. Eigenlijk was
gebruik dat de vrijers makkelijk met elkaar omgingen, en waren daar gevolgen van dan werd
er getrouwd. Dat was op Texel geen schande.
Toch kwam het wel voor dat de jongeman zich bedacht, wat tot rechtszaken wegens
verkrachting leidde. De jongeman moest dan betalen. In dit geval werd tot aan het Hof van
Justitie in den Haag geprocedeerd. Dat zal onaangenaam geweest zijn, vooral voor
Cornelisie, op wie niets aan te merken was geweest voordat ze met Leendert Bremer
omging. Over haar verdere leven weten we niets.
Bron: Irene Maas
---
Notaris Zacharias Gravius 11-11-1745 Naantie Pieters vroedvrouw aan den Burg, ten versoeke van Cornelisie Barents Kooger- dat sij in qualiteijt als vroedvrouw den 12-10-1745 is versogt te komen bij CBK alsoo sij in Barensnood was, en heeft sij doen de req: in de hoogste nood was om te baren, afgevorderd te weten wie de vader van haar kind was waar de req: te kennen gaf dat het Leendert Barentsz Bremer was en niemand anders, met bijvoeginge dat sij geen ander oijt hadde bekend- en heeft vervolgens ter presentie van haar en de verdere vrouwen die present waren als Lijsbet Jans, Niesie Pieters, Aaltie Fredriks, Antie Pieters en Hendrikje Nannings, waar op de req: seer schielijk van een Jonge dogter is verlost-
Leendert wilde niet met Cornelisje trouwen, dus daar kwam een proces van wegens defloratie, ontmaagding.
Gravius 15-12-1745 Leendert Barentsz Bremer geadsisteert met Antje Leenderts zijn moeder, alsoo zijn vader niet op dit Eijland is- [machtigde] Adriaen Wentel- jegens Barent Coger en desselfs dogter Cornelisje Barents-
Gravius 8-1-1746 Barend Bremer groot schipper, Vader van zijn minderjarige Zoon Leendert Barendse [borg] die reeds gearresteert is door Cornelisje Barents- voor zijn zoon- soo lange en tertijd hij varende is, een eerdaags in Zee zal gaan met het schip IJslandt- tot dat de zelve Leendert Barendse wederom inlandig is en alhier in Texel komt, zal hij zig selven moeten vertoonen aen den wel Edele gestrenge heer Bailjuw van Texel of zijne ordre hebbende alsoo op zoo een wijse is vrij gegeven uit dese borgtogt te moste passeeren-
Gravius 24-5-1747 schepenen van Texel in 1745- ten versoeke van Cornelisie Barents Kooger- dat in haar regeringstijd de saken tusschen CBK en Leendert Barentsz Bremer wegens defloratie etc ter Rolle van Texel is gebragr, dat op den 16-12-1745 gemelde partijen voor de vierschaar hebben gehoort, den enen door gemagtigde, dat sij na dat de sake door partijen was voldongen geworden, onder vonnis sittende Leendert B Bremer bij haar op den Raadfhuijse hebben ontboden en alsoo een x was hem de swaarwigtigheijt van den Eed volgens haar Pligt hebben voorgesteld, waar door dese Leendert Bremer seer ontsteld scheen- Sij dep: dit siende recommandeerden hem LB na sijn moeder en procureur te gaan en daar mede te raadplegen, en dan aan haar rapport wederom te doen, dese LB weder bij schepenen komende seijde dat schepenen maar mogten vonnissen waar op sij LBB hebben gecond: sodanig ter Rolle van Texel door onsen secretaris is geregistreert-
Gravius 15-6-1747 Leendert Barentsz Bremer, minderjaarig met zijn Vader Barent Bremer, BG, [machtigden] Herman van Heesel in S'Gravenhage Voordat Cornelisje met Leendert omging was ze een onbesproken vrouw.
Gravius 1-8-1747 Aaltie Fredriks 48, Hendrikie Nannings 34 en Iselen Zimons 34, BG, ten versoeke van Cornelisie Barents Koger- dat sij haar van jongs aan van een kind af seer wel hebben gekent, met haar omgegaan en [dat zij]
verscheijde Jaren in dienst van HN is geweest-
Dat sij haar voor datse met Leendert Bremer te doen heeft gehad, haar altijd trouw, vroom en eerlijk heeft gedragen en van een onbesproken wandel is geweest, daar niet op te seggen was-
Gravius 2-8-1747 Cornelisie Barents Koger, meerderjarige dogter, BG, welke alsoo sij door Leendert Bremer met sijn vader Barend Bremer in cas appel was gedagvaard voor den Ed Hove van Holland [machtigde] Gerard van den Ven,
Procureur voor beijde de Hoven van Justitie in 's Hage om [deze] sake waar te nemen, defenderen en ten uijteijnde te vervolgen-
Leendert trouwde wel, jaren later, met een ander
Bron: Irene Maas
Cornelisje Barents Kooger | ||||||||||||||||||
1755 | ||||||||||||||||||
Maarten Florisz Koorn |