Doopgetuige: Neeltje Honing
Hij is overleden om 23.00u; aangifte overl op 1 mrt 1868 ddor Jacob Dekker, 31 jaar, schilder, zoon van de overledene en Klaas Slot, 70 jaar, koopman, behuwdzoon van de overleden; beiden wonende op Texel
Er ist verheiratet mit Vrouwtje Visser.
Die Eheerklärung wurde am 13. Februar 1825 zu Vlieland gegeben .Quelle 1
Sie haben geheiratet am 11. März 1825 in Texel, er war 24 Jahre alt.Kind(er):
Op 1, 2 en 9 mei 1850 zijn er 3 kinderen van hem overleden.
---
Het echtpaar Dekker/Visser woont in de tijd van de volkstelling van 1830 in Den Burg, op de hoek van de Hogerstraat en de Stenen Plaats [Miriam Klaassen].
---
Uit Den Burg 1622-1830 van Thijs en Miriam Klaassen.
B112 (kad 156) Huis en erf Hogerstraat/Stenen Plaats
Tot 1646 was het één geheel met de kamer aan de noordkant (B112A kad. 157). Het huis werd toen gekocht door Jan Adriaens Smit en Pieter Jans Coperslager, die later elk een deel verkochten. Vanaf dat moment bleven de beide delen in verschillende handen.
In 1646 werd nadrukkelijk vermeld dat op dit huis geen 'swaricheden' zoals abtskoren rustten.
In 1830 werd het huis bewoond door het gezin van de schilder Simon Dekker en Vrouwtje Visser, afkomstig van Vlieland. Haar ongetrouwde zus Aafje woonde bij hen in.
---
Ds Huizinga
27 Juny 1850. Donderdag. Zondagmiddag toen ik pas uit de kerk was kwam Burgemeester hier. Hij had een briefje van de Postmeester van Vlieland berigtende dat het schip van Cornelis Visser, met al het volk, in de Oostzee was verongelukt, en daarbij 2 zoons en de schoonbroeder (de kapitein zelf) van Simon Jansz Dekker alhier. Daar Dominee Vrendenberg naar den Hoorn was om voor Rietberg te preeken verzocht Burgemeester mij om dit allerdroevigste berigt aan Simon Dekker en vrouw bekend te maken. Ik deed het, het was een zware taak. Ik deed het met alle omzichtigheid, ik sprak zoolang dat zij het ongeval zelve raadden. Weldra was het gansche huis van jammerklagten vervuld.
11 April 1852. Ik liep vanmorgen een eind met A. Rab, die mij veel vertelde van de ellende waarin zijn zwager S. Dekker door zijne drankzucht zich stort.
23 July 1852. Aaltje Rab verhaalt van den ellendigen staat van het huisgezin van Simon Dekker en van zijne razende dronkenschap, van de vreeselijke mishandelingen die vrouw en kinderen moeten lijden, terwijl hij al zijn welstand te gronde richt. De meid was er al eens weggeloopen, de vrouw zou het ook wel willen als ze geen kinderen had.
26 November 1857. Des avonds Afschaffingsvergadering aan den Burg. Er waren alleen de leden Voigt, Sipkes, Honigh, Simon Dekker en ik. Voigt las de Redevoering voor van Huijdecooper Hoe de sterke drank den mensch verhindert zichzelven te beheerschen. Ik [las] daarna dat gedeelte van mijn verslag, hetwelk over de vruchten van onze werkzaamheid hier op Texel handelt, 't welk ik besloot met eene opwekkende toespraak.
5 April 1858. Albert Bakker beklaagt zich dat hij ook door mij genoemd wordt als dengeen die Simon Dekker voor ettelijke jaren weer aan den drank gebragt heeft. Ik vervolgens bij Simon Dekker, hij bevestigt zulks.
26 Juny 1858. Simon Dekker voltooit het verwen van 't logeerkamertje, Honigh het behangen.
Bron: Irene Maas
Simon Dekker | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1825 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrouwtje Visser |