Dingboek Zouteveen: Op de uitgedaagde nagelaten boedel van Kors Jacobsz. gedaan door Jacob Korsz. en Gielis Gerritsz. als voogden over Rusgen Gerritsdr. nagelaten kinderen, is de zaak door partijen gecontinueerd tot de eerste rechtdag.
10-10-1578: Gielis Gerritsz. van der Hoeff en Jacob Korstantsz. voogden over de 3 nagelaten weeskinderen van Rusgen Gerritsdr., eisen voor de schout uit de nagelaten boedel van Kors Jacobsz., betaling van ⅜ parten van 26½ honderd carolus gulden van 40 groten het stuk, komende voor elk kindsportie f 331- 05-00. ln het geheel voor hun drieën f 993-15-00, volgens de originele uitkoopbrief.
Huitges Hoeck:
Gielis Gerritsz. bruijckt van’t Gemeen lant 5 margen, den hoep jaers om £ 22 hollants. Verclaert bij eedt.
Idem bruijckt van den Heijligeest tot Delft 3 margen lants, den hoep jaers om £ 15 hollants. Verclaert bij eedt.
Idem bruijckt noch van mijn vrou van Reinsborch 4 margen lants, den hoep jaers om £ 9-08-05 hollants en 1 mijt.
Idem bruijckt noch 4½ hont lants ende is hem eijgen ende is gescat jaers te gelden £ 3 hollants.
Beloept den 10e pennijck £ 4-06-00 hollants. Mits affgetogen van’t heijligeest lant.
Ook vermeld in 1558
Gielis Gerritsse van der Houff bruyct van den Heilige Geest tot Schipluy 7 hont teelants, streckende van Tanthoff in den Gaech, voir 7 gulden, ‘t derde part van den 100ste penning, 8 st. 7 penn.
Gielis Gerritsz. van der Hooff, woonende in Hodenpijl, bruyct van Mr. Aerent Vranckensz. van der Meer, secretaris der stadt Delft, 3 margen teelants, streckende uyte wateringe westwaerts, den hoop voir 21 gulden, den 100sten penning, 3 gld - 15 st - 9 penn.
Gielis Gerritsz. van der Houff, woonende in Hodenpijl, bruyct van Mr. Cornelis Cooninck, woonende in den Haech, 10 margen weylants met noch andere 6 margen lants, leggende over die Voddijck, (mettet huys, barch, opstaende, ’sjaers) den hoop voir 122 gulden offslach die timmeragie van een nieuwe solder ende een nieuwen barch. De welcke nae de declaratie den tauxateurs verthoont gecost heeft (vijff voir dees tegenwoordige ....) 60 gulden ende sullen die ander 6 margen alhier over die Voddijck gestelt werden met niet, blijft suyvers 60 gulden. Compt voor den 100sten penning, (Wordt gepasseert soe verre die costen van dit huys haren eygenaer van dat jaer sullen worden gecort) 10 gld - 16 st.
Gielis Gerritsz. van der Houff bruyct van Joncker Johan van Renesse, woonende tot Utrecht, 6½ margen weylant, streckende van de Voddijck totte Crommesloot thoe, voir 30 gulden den 100sten penning, 5 gld - 8 st.
Gielis Gerritsz. van der Houff bruyct van Mr. Cornelis Cooninck 6 margen weylant, streckende van de Voddijck totte Crommesloot, welcke 6 margen weylant de welcke voir den 100sten penning folio 5v art. ultimo lateor primo gerespodeert hebben, dairomme alhier gestelt met niet
Gielis Gerritsz. van den Hoeff, ’t block beneeden den Voddijck voir 69 gulden 10 stuivers, den 100sten penning, 12 gld- 10st - 4 penn.
Maasland: 2½ morgen ½ hond land in een perceel van 7 morgen, genaamd Reyniersland, belend ten oosten: Phillips Snijer, ten zuiden: een banwatering, genaamd de Vlaerdinge, ten westen: Jan Hermanszoonswoning, ten noorden: een banwatering, genaamd de Voorvliet; het land is slechts belast met zijn thijnspenninck en met banwerk en met 1 schelling 1 groot ten behoeve van de heilige geest te Vlaerdinge.
10-6-1589: Gielis Gerritsz. van der Houff te Hodenpijl na overdracht door Jacob Pietersz.
6-5-1593: Maritgen Ariensdochter, broer Floris Adriaensz., bij dode van haar man Gielis Gerritsz. en draagt het leen over aan Cornelis Jansz. op de Souteveen.
Er ist verheiratet mit Maritgen Ariensdr.
Sie haben geheiratetQuelle 5
Gielis Gerritsz van der Houff | ||||||||||||||||||