testament van Hendrik Visser, schipper en burger van Dordrecht, en zijn vrouw Maria Labeen. Zij vermaken aan hun meerderjarige en getrouwde kinderen de goederen, die zij reeds van hun ouders hebben gekregen, in plaats van hun legitieme portie. Zij benoemen elkaar tot erfgenaam van hun overige na te laten goederen. De langstlevende van hen beiden zal gehouden zijn hun nog minderjarige zoon, Pieter Visser, te onderhouden tot hij mondig geworden is of gaat trouwen, en zal hem dan een bedrag van 25 gl. uitkeren. Zij benoemen elkaar tot voogd over hun mnderjarige zoon. Hij tekent met de letters "HV", zij met "Marija Laben"
de vrouw van Hendrik Visser, in de Tolbrugstraat
Sie ist verheiratet mit Hendrick Visser.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 15. Januar 1668 in Dordrecht erhalten.Quelle 3
Sie haben geheiratet am 12. Februar 1668 in Dubbeldam.Quelle 1JM schipper, JD beijde van dordrecht
Kind(er):