(1) Sie war verwandt mit Jan Wolft.
Kind(er):
(2) Sie ist verheiratet mit Jan I van Arkel (Heer van Arkel de Sterke).
Sie haben geheiratet im Jahr 1257 in Ochten.
Kind(er):
Bertha van Ochten (overl. na ... 1281) Jans zogenaamde weduwe is mogelijk niet juist. Berta van Ochten had bij haar man ridder Jan, genaamd Wolf (overl. na ... 1290) minstens twee kinderen: Jutte en Ricold. Jutte Wolf werd in 1277 non in het klooster Zennewijnen en overleed in of na 1309. Dat Bertha van Ochten een dochter zou zijn van Ricold (overl. voor 1281) van Ochten kan kloppen. Deze ridder huwde echter pas c.1245 met een Jutta N.N. (overl. na ... 1282). Kleindochter Jutta Wolf blijkt mooi te zijn vernoemd naar moeders moeder. Aangezien Jan I van Arkel rond 1240 huwde en zijn zogenaamde schoonvader Ricold van Ochten pas rond 1245, is het niet waarschijnlijk dat Jan II een zoon is van Jan I bij Bertha van Ochten.
Waarschijnlijker is dat Yda van Andel de echtgenote was van an I van Arkel. Yda van Andel's naam is ontleend aan het obituarium van de Sint Jan te Den Bosch. Hun dochter Yda (dochter van Yda) huwde met de Bossche ridder Gooswijn Cnode, overl. v.. 1306. In 1306 komen we een zoon van hem met naam Jan van Arkel tegen.
Bertha van Ochten geboren ongeveer 1235 overleden ongeveer 1285 ouder(s)
NB: er zou ook een Bertha van Ochten zijn die getrouwd was met een ridder Jan Wolf. Veel bronnen gaan ervan uit dat dit haar eerste huwelijk was, en het huwelijk met Jan van Arkel het tweede huwelijk. Er zijn echter ook bronnen die dat betwisten en stellen dat Jan Wolf pas na 1290 is overleden, dat een dochter uit hun huwelijk in 1277 in het klooster van Zennewijnen is ingetreden, en dat dit dus een huwelijk met Jan van Arkel uitsluit. Andere mogelijkheden zijn er ook: misschien was het huwelijk met Jan van Arkel het eerste, en met Jan Wolf het tweede? Was de dochter die in het klooster trad nog erg jong, of was het een dochter uit het eerste huwelijk? Zijn er twee Bertha's? Kloppen er gegevens of interpretaties niet? Vooralsnog laten we dit huwelijk zo staan - bovendien worden de meest interessante vertakkingen in deze stamboom die hieruit volgen, ook via andere lijnen bereikt.
Jan treedt in 1253 als heer van Arkel en ridder, met zijn broer Herbaren van den Berghe, op als getuige voor Jan van der Lede. 25 06 1254 wordt hij met zijn broers Otto en Hugo vermeld in de oorkonde, waarin Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arkel, Floris van Dalem belenen met 1/3 van Dalem. 29 10 1263 beleent hij zijn "cognatus" Otto met het bedijkte land dat Slingeland genoemd wordt. Voor de laatste maal wordt hij vermeld op 23 08 1264, wanneer hij met Willem van Brederode een watergang verleent aan Hendrik van Alblas.
Tussen 1247 en 1267 kwam Gorinchem en omgeving in het bezit van Jan van Arkel. In 1267 startte hij met de bouw van een groot kasteel aan de oostzijde van Gorinchem, langs de rivier de Merwede. Zijn zoon Jan II zal dit voltooien en opdragen aan Floris V.
Bertha van Ochten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Wolft | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1257 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan I van Arkel (Heer van Arkel de Sterke) |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.