Geboorte is aangegeven door Cornelis van Boeschoten, oud 63 jaren, van Beroep grutter, welke ons een kind van het mannelijk geslacht heeft voorgesteld, den vierde augustus, 's-morgens om 6.00 uur, uit hem en Gijsberta van Oorschot deszelfde huisvrouw gebooren, en aan hetwelk hij verklaard heeft den voornaam van Heinricus te willen geven.
Deze comparering is verklaard in tegenwoordigheid van Rijk van ...., oud 24 jaar, van beroep molenaar, en Gijsberus van Waveren getuige, alle wonende alhier.
Is overleden aan malaria
Er ist verheiratet mit Antje de Weerdt.
Sie haben geheiratet am 15. April 1842 in Bergschenhoek, Zuid-Holland , er war 25 Jahre alt.Quelle 4
Sie haben in der Kirche geheiratet im Jahr 1845 in Nieuwveen, Zuid-Holland , er war 28 Jahre alt.Kind(er):
Bergschenhoek - x 1842
Molenaar op molen "Stoomgrutter" te Wijk bij Duurstede, dit wordt echter niet terug gevonden in het archief van Wijk bij Duurstede.
25-06-1859 is het gehele gezin vanuit Wijk bij Duurstede vertrokken naar Zuid-Afrika, mogelijk zijn ze eerst nog naar Zeist vertrokken.
Het waarom is niet geheel duidelijk: Als molenaar, of 'Stoomgrutter', grondeigenaar en winkelier was Heinrikus tamelijk welgesteld, maar hij had een groot gezin en de tijden waren moeilijk.
In een aanbevelingsbrief van 15 juli 1859 staat; dat H.v.Boeschoten als grondeigenaar en stoomgrutter bekend staat als braaf en eiverig mensch, die altijd getoond heeft te zijn een burger waarop de gemeente prijs stelde, die door ondernemingsgeest,gepaard met doorzicht en overleg getoond heeft te willen mede werken ter bevordering van algemeen welvaren.
Zijn vertrek naar onze stamgenoten in Z.Afrika wordt dan ook betreurd.
In een andere aanbevelingsbrief van de predikant van Tholen in Zeeland staat dat Heinrikus vertrekt in de hoop rijk te worden en zijn kinderen een betere toekomst te verschaffen, wat hier moeilijk is bij de vele concurentie in alle takken van bestaan.
In het begin van de jaren '50 was het eerste goud in Transvaal gevonden, maar het is niet erg waarschijnlijk dat dat een motief tot vertrek is geweest: het waren vooral de 'uitlanders', en de Engelsen die geinteresseerd in goud waren. terwijl de Boeren van Nederlandse afkomst zich vooral met de landbouw bezig hielden en als streng hervormden bang waren voor het verderf dat de goudzucht met zich mee zou brengen.
Eind 1859 vertrekt de familie dus aan boord van het Nederlandse schip 'Estafette' naar Kaapstad.
Zij vestigen zich eerst in Maritsburg.
In een aanbevelingsbrief van februari 1862 schrijft de predikant van Lijdensburg dat hij gedurende 2 jaar de heer van Boeschoten en zijn vrouw gekend heeft als respectabele eerlijke, werkzame en onbesproken menschen.
Na een briefwisseling met staatspresident Pretorius in verband met een landbouwnederzetting die hij in de Zuid-Afrikaanse republiek wilde vestigen, verhuisden zij naar het district Zoutpansberg, waar ze op de plaats Baratto en Lunsklip een experimentele koffieplantage opzetten.
Zij woonden daar in Schoemansdal, wat in die tijd herhaaldelijk door Bantoestammen bestormd werd en tenslotte door de Boeren ontruimd werd.
In 1866 sterven beide ouders aan malaria en daarna moest de oudste zoon, Cornelis, verder voor zijn broers en zusjes zorgen, onder toezicht van J.J.A. Vercueil voor de 5 minderjarigen.
Heinricus van Boeschoten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1842 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antje de Weerdt |