Oorzaak: oorzaken van een duel met zijn zwager
Er ist verheiratet mit Natalja Gontsjarova.
Sie haben geheiratet im Jahr 1831, er war 31 Jahre alt.
Kind(er):
Poesjkin werd geboren in Moskou als zoon van een (verarmd) adellijk geslacht. Zijn overgrootvader langs moederszijde was Abram Petrovitsj Gannibal (1696-1781), een adoptiefzoon van tsaar Peter de Grote en Catharina I, die als achtjarig jongetje als geschenk was gegeven aan de tsaar. Vroeger werd meestal gedacht dat Gannibal afkomstig was uit Abessinië (Ethiopië of Eritrea), maar tegenwoordig lijkt het vast te staan dat hij was geboren in het huidige Kameroen. Dikwijls werden het hartstochtelijke temperament en de sensualiteit van Aleksandr Poesjkin aan deze 'negroïde' afstamming toegeschreven.
In zijn kinderjaren werd Poesjkin bijna volledig in het Frans opgevoed. Doordat hij over een goed geheugen beschikte, kende hij op zijn elfde veel van de toenmalige Franse literatuur uit zijn hoofd. Het is door zijn kindermeisje, zijn 'njanja', dat hij met de Russische taal, sprookjes en volksverhalen vertrouwd raakte. De herinneringen aan deze sprookjes verwerkte hij later in het verhalende gedicht Roeslan en Ljoedmila (1818-1820), dat hem al op jonge leeftijd in heel Rusland beroemd maakte.
In 1811 begon Poesjkin zijn studies aan het door de tsaar opgerichte Tsarskoje Selo-lyceum, nabij Sint-Petersburg. Tijdens de zes jaren op de eliteschool begint Poesjkin te schrijven, en publiceert hij zijn eerste gedicht. Zijn talent als dichter werd er vlug opgemerkt. Na zes gelukkige jaren in het lyceum stortte Aleksandr Poesjkin zich in het uitgaansleven van Sint-Petersburg. In deze periode is Poesjkin ambtenaar bij het ministerie van Buitenlandse zaken. Een onduidelijke functie, want hij hield zich voornamelijk bezig met feesten, vrouwen en poëzie. Zijn turbulente liefdesleven belette hem immers niet om zich verder aan de dichtkunst te wijden.
In het tsaristische Rusland was de censuur echter streng en de pen van Poesjkin vlijmscherp. Zijn doen en laten werden nauwlettend gevolgd en een gedicht zoals Ode aan de vrijheid (1818) en talrijke epigrammen circuleerden in vrijheidsgezinde en anti-tsaristische kringen. In 1820 werd Poesjkin verbannen uit Sint-Petersburg. Dit redde waarschijnlijk zijn leven, want het heeft hem belet om, zoals vele van zijn literaire vrienden, deel te nemen aan de Dekabristenopstand van 1825.
Tijdens zijn ballingschap op het platteland schreef Poesjkin een groot deel van zijn meesterwerk Jevgeni Onegin. In 1826 hief tsaar Nicolaas I onder strikte voorwaarden zijn verbanning op. Aleksandr Poesjkin keerde terug naar Sint-Petersburg, maar was min of meer een 'gevangene' van de tsaar.
In april 1830 verloofde Poesjkin zich met Natalja Nikolajevna Gontsjarova (1812 - 1863), zijn '113de liefde', zoals hij haar zelf noemde, maar ook zijn 'Madonna'. Hij bracht een deel van de zomer door in Sint-Petersburg en reisde via Moskou door naar Boldino in de provincie Nizjni Novgorod, waar zijn vader hem als huwelijkscadeau een deel van het familielandgoed had geschonken. Kort na zijn aankomst daar op 3 september 1830 brak een cholera-epidemie uit. In de daaropvolgende lockdown zat Poesjkin vast tot eind november, wat hem tot een verbazingwekkend hoge creativiteit aanzette.
Tot de werken uit die tijd behoren het dichtsprookje Het verhaal van de dorpspriester en zijn werkman Balda, het verhaal Het huisje in Kolomna over een weduwe die een kokkin huurt die uiteindelijk een huzaar blijkt te zijn, de Kleine tragedies: een reeks psychologische gedichten, en Een feest tijdens de pest, een vrije adaptatie van een toneelstuk van de minder bekende Engelse auteur John Wilson. De wrekkige ridder is een toneelstuk over een vader die zijn zoon geen financiële hulp wil bieden; om insinuaties te vermijden dat het over zijn eigen vader zou gaan, beweerde Poesjkin bij de publicatie in 1836 dat het een vertaling van een Engels werk was. De bekendste van de kleine tragedies is Mozart en Salieri, dat Peter Shaffer inspireerde tot Amadeus. Een andere van de kleine tragedies verwijst eveneens naar Mozart: De stenen gast is een bewerking van het verhaal van Don Juan
Alexander Sergejevitsj Pushkin | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1831 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Natalja Gontsjarova |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.