1668
RFN 11917
1720
Marck Sierks komen we voor het eerst tegen in 1700 op het floreenkohier
als eigenaar en gebruiker van Kollumerzwaag nr. 14. Van 1711 tot 1715 is
blijkens het reëelkohier gebruiker van de plaats en landen en huis
Westergeest nr. 13, met een hurrwaarde van 85 cg(=Carolusgulden).
Van 1711 tot 1720 staat Kollumerzwaag nr. 8 met een huurwaarde van 10 cg
en 10 st als zijn eigendom te boek. In 1725 is sprake van zijn wduwe
(IJttje Jacobs), in 1730 wordt zij aangeduid als de vrouw van Tijmen
Jans.
In 1720 staat Westergeest nr. 26 bekend als eigendom van zijn weduwe, van
af 1725 is sprake van zijn kinderen.
Op 5 juli 1701 is Marck curator over de kinderen van zijn broer Gerrit.
In latere jaren zijn er regelmatig afrekeningen over deze curatele.
Op 24 december 1720 is er een afrekening met zijn weduwe IJttje Jacobs.
Sierk Gerrijts is aan haar dan schuldig 1018 cg, 2 st en 12 p. Deze
schuld is op 28 december 1722 in het hypotheekboek geregistreerd. Bij
deze afrekening plaatst IJttje Jacobs een handmerk, haar zwagers Rodmer
Sierks en Ebbe Hansen tekenen.
Op 14 januari 1717 hebben Mark Sierks en IJttje Jacobs, huis- en
echtelieden onder Westergeest een vordering van 400 cg op zijn broer
Harmen Sierks en diens vrouw Eelkjen Karstjens, huis- en echtelieden te
Kollumerzwaag.
Op 26 oktober 1722 heeft er afrekening plaats van weduwe IJttje Jacobs,
hetrouwd met Timen Jans en de kinderen: Sierk, Grietje (gehuwd met Jelle
Jelles) en Tietske (gehuwd met Alle Jans). Netto was er 3345 cg, 19 st 10
p te verdelen. De beide dochters met hun mannen geven kwijting op 10 mei
1728, de zoon Sierk op 8 mei 1731. Allen plaatsen een handtekening.
Op 29 december 1749 hebben IJttje Jacobs, weduwe van Tijmen Jans onder
Oudwoude en Wikien Jans weduwe van Jan Jansen Koning de Oude te Twijzel
als erfgenaam van haar broer Tijmen Jans, ieder voor de helft, wegens
landhuur een bedrag van 350 cg te vorderen.
Er ist verheiratet mit IJttje Jacobs.
Sie haben geheiratet
Kind(er):
RFN 11899
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.