"Ten slotte bevindt zich onder de familiepapieren Van Loosen een genealogie Van Loosen, geschreven in het zelfde handschrift als de kwartierstaten F 1, F 2 en F 3. Het deelt mede omtrent de stamvader Jan Lauerensz. van Loosen, dat deze was ,geboortigh uijt Luijkerland, Munt- of Rentmeester van 't Vrouwtje van Jeveren. Om de Religie hier gekomen, trout Sijbregh Hendriks, geb. 1561 11/2, overled. 1646 3/17. Een dogter van Hendrik Harshoorn (sic) & Joost Simons, die zoo men segt is geweest een dogters dogter van de graaf van Egmont". Voor de gegevens over Jan Lauerensz. van Loosen voor zijn komst in Enkhuizen konden wij geen bevestiging vinden. De gegevens, verstrekt door de Heer H. L.Kruimel in ,De Navorscher", 92ste jrg. (1950/'51), blz. 117, kunnen duiden op een afkomst uit Weert in het graafschap Hoorn (Hornes), in welk gebied ook de graafschap Loos lag en welk gebied inderdaad toen deel uitmaakte van het Land van Luik. Ook in de archieven van de Belgische steden Hasselt en St. Truiden vonden wij naamgenoten vermeld, die in 1584 te Bree (prov. Belgie) resp. in 1580 en 1581 te St.Truiden gevestigd waren. Wij vonden als oudste naamdragers: Aeb van Loesen, schepen van Thorn 1478, en Johan van Loesen en Heim van Loesen, vermeld als "laten" op 25 november 1466" (Aantekeningen De Wolf op blz. 104 van het Enkhuizer Regentengeslacht Van Loosen).
Geloof: Geref.
Testeert "ziek" met zijn vrouw op 11 april 1617 voor Notaris W.Cornelisz (getuige Bernardus Paludanus)
zie Bloys en Belonje - Kerken NH Deel III blz. 86 - Ten onrechte wordt hier 1611 als overlijden van Jan Lauerensz van Loosen genoemd.
Er ist verheiratet mit Siebrich Hendricks.
"Den 26 april 1579 soo is Siebrich Hendrycx getrout aan Jan Lourensz van Loosen" (fam. aant.); ondertr. 1579 "Jan Lauwerensz op die Breestraat ende Sybrich Hendriks in Hartshooft".
16 augustus 1579 ontving Jan Lauerens van de weesmeesteren de vaderlijke erfenis van Siebricht Hendriks: "huys, laent, brieven, papieren en Munimente" en bedankte hen voor hun goede zorg. De tantes van vaderszijde van Siebricht Hendriks, t.w. Reynst Jans en Welmet Jans, en haar moeder Joost Symons, evenals Jan Laurens, ondertekende het dokument (Weeskamer nummer 5028, fol 104).
Sie haben geheiratet am 26. April 1579 in Enkhuizen.
Sie haben geheiratet am 26. April 1579 in Enkhuizen.Quelle 3Kind(er):
Meermalen Schepen van Enkhuizen tussen 1581 en 1603. Voogd van het Oude Arme Weeshuis tussen 1580 en 1612. Luitenant van het Vendel C sedert 1584, Kapitein van 1609 tot 1613. Op 16 aug. 1579 ontving Jan Lauerens van de weesmeesteren de vaderlijke erfenis van Siebricht Hendricks: "huys, laent, brieven, papieren en Munimente" en bedankte hen voor hun goede zorg. De tantes van vaderszijde van Siebricht Hendricks, t.w. Reynst Jans en Welmet Jans, en haar moeder Joost Symons, evenals Jan Laurensz, ondertekenden het dokument (Weeskamer nummer 5028, fol 104). Voor de afstamming van Sybrich Hendricksdr. zie de achter de genealogie volgende Bijlage III.
Van de activiteiten van Jan Lauerensz van Loosen op het gebied van de voor Noord-Holland typische zeehandel en haringvisserij, blijkt uit de hierna aangegeven acten. Met zijn associé's zond hij handelsschepen naar de Oostzee, beladen met haring, gevangen en verpakt door Enkhuizers in met
uit Frankrijk en Portugal ingevoerd zout. Deze schepen kwamen terug met graan, timmerhout en hennep. Enkhuizen's haring werd, met Oosters graan, verscheept naar Frankrijk en Portugal in ruil voor zout en andere produkten uit ZuidEuropa. Veel van het timmerhout werd te Enkhuizen gebruikt
voor het bouwen van vrachtschepen en vissersboten. De hennep diende voor zeil en tuig (zie notaris W. Cornelisz, contracten d.d. 1 okt. 1587, 2 juli 1595, 9 en 19 maart 1596, 2 sept. 1598, 3 juli 1599,17 mei 1601, 28 maart 1607, 27 maart 1610; verkoop van schepen: 21 mei 1589, 6 april 1592, 21 juni 1600, dec. 1603).In een "Contract van Admiraliteitsschepen" van 12 april 1589, tussen verschepers, reders en schippers wordt hij als een der verschepers genoemd. Bij dat contract werd het risico bij schade bepaald, het aandeel in de verdediging verdeeld en één van de vier schippers voor de reis tot "admiraal" benoemd. De onderlinge concurrentie bij de toenemende handel op het Verre Oosten leidde in 1602 tot de oprichting der Oost-Indische Compagnie, waarbij de Kamer Enkhuizen van de Oost-Indische Compagnie na de kamers van Amsterdam en Zeeland het grootste kapitaal investeerde. Jan Laurensz. van Loosen was één der oprichters en was tot 1606 de belangrijkste deelhebber bij de Kamer Enkhuizen. (Zie A.R.A. 's-Gravenhage, Koloniale Archieven, 10402).
Jan Lauerensz. van Loosen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1579 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Siebrich Hendricks |