Er ist verheiratet mit Anneke Jans.
Das Aufgebot wurde am 4. März 1668 bestellt.
Sie haben geheiratet am 21. März 1668 in Steenbergen, Noord-Brabant, Nederland, er war 33 Jahre alt.Zoon Carolus Manteau behoorde tot de kinderen die op 27 februari 1657 naamloos zijn vermeld als minderjarig. Net zoals zijn vader en zijn broer Johannes studeerde hij theologie. Die studie zal vóór 15 november 1662 zijn voltooid, want toen verstrekte de classis Tholen en Bergen op Zoom hem als theologisch kandidaat een testimonium dat hij op 2 oktober 1663 in Breda toonde tijdens een vergadering van de classis Breda, met het verzoek om hem aan te nemen als commendatus (aanbevolene) van deze classis. 87 Dit verzoek werd toegestaan, mits hij in het gebied van deze classis woonachtig was. Manteau deelde mede dat dit het geval was omdat hij in Prinsenland woonde en daar af en toe predikte. 88 De predikant aldaar, Hermannus van Essen, bevestigde dit kort daarna schriftelijk. 89 Manteau was toen ongehuwd en het is dus aannemelijk dat hij daar inwoonde. Het lijkt niet te gewaagd om te veronderstellen dat hij verbleef bij Johannes Manteau die in Prinsenland schoolmeester was Carolus ondertrouwde in Steenbergen op 14 maart 1668 als jonge man van Oud-Vossemeer en bedienaar van het goddelijke woord met Anneken Jans [van Surke], j.d. van Steenbergen en daar wonend; het paar vertrok kort daarna met attestatie van Steenbergen d.d. 21 maart 1668 naar Oost-Indië. Daar is hij onder meer in 1675 en 1678 als predikant vermeld. Hij schreef een bewaard gebleven verslag (notitie off rapport) van zijn reis naar het eiland Arou in 1676. 90
Nagtglas vermeldt dat Carolus Manteau in 1678 deel uitmaakte van een expeditie naar oostelijk Java tegen een vorst in Kediri. Daarbij zou goud, zilver en porcelein zijn buitgemaakt waardoor Manteau gefortuneerd werd, met name door het porcelein, waarin de officieren en soldaten zich niet geïnteresseerd toonden. 91Ds. Carolus [Carel] Manteau en zijn echtgenote Anna van Surke [Anneken Jans] keerden in 1688 terug in de Republiek. Op 25 september 1688 zijn zij vermeld als inkomende lidmaten van de geref. kerk van Steenbergen met att. van Banda in Nyra. 92 Zij woonden in de stadCarolus Manteau trachtte in 1665 vergeefs om zijn vader als predikant in Oud-Vossemeer op te volgen. 94 Ook slaagde hij er na terugkeer uit Indië niet in om predikant te worden in Kruisland (in 1688 als opvolger van zijn broer Johannes) en evenmin in zijn woonplaats Steenbergen (in 1690 als opvolger van Stephanus Vay). 95 Aannemelijk is dat hij ook elders vergeefs solliciteerde. In Steenbergen bleef hij aanvankelijk omschreven worden als dominee, hoewel hij daar deze functie niet vervulde. In de periode 1697-1698 was hij er collecteur der verponding over de oostzijde van het platteland en in de periode 1699-1700 was hij er tresorier (ofwel binnenburgemeester). 96 Op 6 november 1689 was Carolus in Steenbergen doopgetuige bij een kind van zijn schoonzus Maria Jans en haar echtgenoot Paulus van den Ancker.
Incidenteel was hij in Steenbergen getuige bij de opstelling van een notarisakte, zoals op 6 augustus 1698. 97
In 1694 kwam zijn echtgenote in Steenbergen in opspraak. Zij vocht met haar zuster Marij van de Anker en sloeg deze een blauw oog. Laatstgenoemde was Maria Jans Surke, geboren in Steenbergen, toen echtgenote van Paulus Dingemanse van den Ancker (en eerder weduwe van Jacob Jacobsen van Houck; zij hertrouwde met Paulus van den Ancker op 13 februari 1689 te Nieuw-Vossemeer). Op 22 augustus 1694, toen weduwe van Paulus van den Ancker (die op 20 mei 1693 in Steenbergen werd begraven), was zij als Maria van Surke doopgetuige te Nieuw-Vossemeer. De kerkenraad verbood Anneken Jans van Surke om deel te nemen aan het Avondmaal. Uit protest tegen deze sanctie bezochten zij, haar man en dochter (vermoedelijk Laurentia) daarna de diensten in de gereformeerde kerk van Nieuw-Vossemeer en namen daar deel aan het Avondmaal, waartegen de kerkenraad van
14
Steenbergen bij de kerkenraad van Nieuw-Vossemeer protesteerde. 98 Op 15 december 1704 wordt in de notulen van de kerkenraad van Steenbergen genoteerd dat juffrouw Manteau zich blijft onttrekken aan het Avondmaal in Steenbergen, hoewel haar is aangeboden om de kwestie uit 1694 te roijeren (te schrappen) uit de acta. Besloten werd dat zij in het vervolg als lidmaat niet meer thuis bezocht zou worden.
Op 1 juni 1696 verstrekte Carolus Manteau aan Volkaert van Giessen, ontvanger van de convooien en licenten (ofwel licentmeester) te Steenbergen, een lening van fl. 800. 99 Hij fungeerde wel vaker als crediteur. Op 10 december 1699 (omschreven als buitenburgemeester van Steenbergen) verstrekte hij een lening van fl. 400 aan Wouter Pouwelsen, landman in de polder Nieuw Cromwiel. 100
Op 16 januari 1698 werd in Steenbergen de dochter van de heer Mantou, genaamd de jonge juffro Mantou, naamloos begraven. Zij is waarschijnlijk identiek met Laurentia Manteau. Carolus Manteau werd als burgemeester Manteu op 16 juli 1701 in Steenbergen begraven.
Net zoals haar echtgenoot fungeerde Anna van Surcke in Steenbergen diverse malen als kredietverschafster. Als verstrekster van een lening ad fl. 800 tegen een jaarlijkse rente van 5 % is zij vermeld op 31 augustus 1709. 101 Idem op 14 maart 1710 betreffende een uitstaande lening van fl. 300. 102 Idem op 10 oktober 1710. 103 Op 12 juli 1711 is zij als verstrekster van een lening ad fl. 650 vermeld. 104 Idem op 9 augustus 1711 in verband met een lening van fl. 500. 105 In verband met de aflossing van een verstrekte lening ad fl. 300 is zij vermeld op 15 augustus 1716. 106 Op 23 januari 1718 verstrekte zij een lening van fl. 1000 die op 30 januari 1719 was afbetaald. 107 Op 28 februari 1718 verpachtte zij voor fl. 42 per jaar vier gemeten land in het Westland. 108 Op 24 juni 1719 verstrekte zij wederom een lening van fl. 300. 109
Anna van Surcke werd in Steenbergen op 19 mei 1719 (als juffrouw Manteux) begraven. Haar enige erfgenaam was Jacobus van Hoeck, substituut licentmeester (ontvanger van de convooien en licenten) te Steenbergen. Deze verklaarde op 20 juli 1724 dat de laatstgenoemde lening was afbetaald. 110 Hij werd op 6 augustus 1679 in Steenbergen gedoopt als zoon van Jacobus van Hoeck en Maria Jans van Surcke en was dus een neef van Anna van Surcke. Klaarblijkelijk was de vechtpartij met haar zuster Maria uit 1694 voor Anna geen reden om deze neef haar nagelaten fortuin te onthouden.
bron Han Leune
Carolus Manteau | ||||||||||||||||||
1668 | ||||||||||||||||||
Anneke Jans |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.