Er ist verheiratet mit Elizabeth Janse Punt.
Die Eheerklärung wurde am 28. April 1775 zu Fijnaart en Heijningen, Noord-Brabant, Nederland gegeben
Sie haben geheiratet am .21. Mai 1775 in Fijnaart en Heijningen, Noord-Brabant, Nederland , er war 25 Jahre alt.Kind(er):
19 Raad van Brabant, 1586 - 1811
U kunt dit stuk raadplegen in de studiezaal van Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC).
U heeft daarvoor de volgende gegevens nodig:
Archiefnummer:19
Inventarisnummer:447 .330
447 .330 Leendert Hendrikse Oostdijk en Pieter Janse van Tooren in Fijnaart: collaboratie met de Fransen tijdens inval in Zuid-Nederland in 1793
Datering: circa 1793
SA Fijnaart, inv. nr. 369 fol.64-66; Verkoop en betaling eplaisante hoeve en landerijenf 12 juni 1797
Wij President Leendert Hendrikse Oostdijck, Coenraad Rijvenberg en Huijbert Willemse Maris, Scheepenen van
den Fijnaart, oirconde en kennen dat voor ons gecompareert en verschenen zijn Pieter Jansse Burgers
woonachtig in den polder den Ruijgenhil onder de Willemstad en Cornelis Hendrikse Knook woonende onder
deeze jurisdictie in qualiteit als voogden van vaders zijde over de goederen aankoomende de minderjarige
kinderen wijlen Jan Bette in huwelijk verwekt bij wijlen Dingena Dirke onder deeze jurisdictie gewoont en
overleeden, welke comparanten tot het passeeren deezes behoorlijk zijn geauthoriseert door de Municipaliteit
alhier, bij marginaale appostille op hunne desweegens gepresenteerde Requeste in dato 14 maart 1797 en
verklaaren derhalven in voorschreeven qualiteit te Cedeeren, Transportenen en met volle regt van eigendom op
en over te geeven aan en ten behoeve van Cornelis Arijse Maris, Bouwman woonagtig onder deze jurisdictie die
present zijnde in vesten verklaarde te accepteeren Een Plaisante Hofsteede met Huijzinge, Schuure, verder
Timmeragie en Plantagie met de nombre van 74 Ì 194 R: zoo zaaij als weijlanden staande en geleegen in den
polder den Nieuwen Fijnaart ten quohiere van belastinge bekent op Folio 224 Ìso en 14 Gem. 32 R Lands
geleegen in den 4 den Hoek van den polder den ouden Fijnaart staande ten quohiere van belastinge bekent op
Fol. 64 en 65 Ìso en wel ter groote van 14 Ì 33 . R en dat met zodanige vrijdommen, servituten Regten en
gerechtigheeden als dezelve Hoeve en Landen Zijn hebbende en Lijdende mitsgaders tot dato deezes is
gepasseert en bezeeten geweest, zijnde vrij en onbelast, praeter Chijns, 100 Penning, Dijkschot Thesaurie en
Diendergeld mitsgaders andere jaarlijkse gebuurlijke Lasten die daarop mogten uijtgaan en bij publicque
verkoopconditie zijn bedongen.
En is de gemelde Hoeve en Lande verkogten volgens de publicque verkoopconditie daarvan ten overstaan van de
Municipaliteit alhier op den 25 April 1797 gepasseert in twee Partaalen geveijlt en in een Koop aangestaan het
aanstapare? Op voorzs conditia ter groote van vier en zeventig gemeeten hondert vierennegentig Roeden voor
de somma van vier hondert en seventig Guldens per Gemet bedraagende naar voors groote de somma van vijf
en dertig Duizend twee honderd drie en dertig guldens vier stuijvers en tien penningen ; en het tweede Parceel
ter groote van veertien Gemeeten, twee en dertig Roeden voor de somma van vierhondert twee en veertig
Guldens per Gemet, bedraagende over die groote de somma van Zes Duizent twee hondert vijf en dertig Guldens
en drie Stuijvers dus de voors. Twee Parceelen te samen met de Rantsoenen a zeve Guldens en tien Stuijvers par
Conto komen te bedraagen de somma van vier en veertig Duizend vijf hondert agt en zeventig Guldens, tien
Stuijvers en vier Penningen van welke somma de Transportanten bekennen voldaan en betaalt te zijn, Eerstelijk
met een Obligatie en Hypotheekbrief groot veertien Duizent Guldens onder verbant van ft getransporteerde en
voorts des acceptants Persoon en verdere Goederen op heeden daarvan te passeeren en zulks ingevolge verkoop
conditia hiervoor genoemt, en de overige gelden gedeeltelijk in contanten en gedeeltelijk in onderhandse
..obligatien, concenteerdende mitsdien in ft uijtleaveren van de vestbrief Matin Sortia van volle quitantie welke
is deeze
En na dat de drie Zondaagse Proclamatien van naastinge gedaan waaren en gepleegt zodanige solemniteitenals
na Costume Locaal werden gerequireert, zo zijn de Transportanten in hunne qualt van ft getransporteerde
ontgrond, ontvest en onterft en den Acceptant daarin na gegrond, gevest en geerft, na deezer Vierschaaren Regt
belovende den geerfden te zullen obsesveeren alle gebuurlijke Baaten en te Contribueren in alle zodanige
Lasten, onder verbant als na Regten.
Actum ter Secretarie van den Fijnaart deezen 12 den junij 1797
Tekenden P.J. Burgers C.H. Knook Cornelis Arijse Maris
Schepenen waren: L.H. Oostdijk, C. Rijvenberg en H.W. Maris.
Leendert Hendrik Oostdijck | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1775 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elizabeth Janse Punt |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.