Er ist verheiratet mit Marrigjen GORTWORST.
Sie haben geheiratet am 18. August 1864 in Deventer , er war 28 Jahre alt.Quellen 1, 3
Kind(er):
Was door loting vrijgesteld van Militaire dienst.
Komt volgens bevolkingsregister op 18 aug 1864 van Ambt ? naar Deventer en vertrekt op 5aug 1875 naar Apeldoorn.
Vreemd is dat zijn zoon Hendrik (1870) hierop niet vermeld staat, mogelijk bij andere familie ondergebracht.
Emigreerd naar Amerika, Zie appart dossier.
Vertaling van een document samengesteld door Pieter ten Kley op 23 juni 1978.
Opsomming van het leven en de historie van de ten Kley familie.
Waar denken wij aan op een familie reünie? Dat is wanneer verwanten samenkomen en zoveel mogelijk herinneringen ophalen van gebeurtenissen uit het verleden. Dan herinneren wij onze voorvaderen die er niet meer zijn. Allemaal hebben wij herinneringen uit het verleden en vertellen over vroeger en over dingen die ons na aan het hart liggen. Daarom zijn wij nu bij elkaar om dit op te halen. Er is weinig bekend over onze grootvader Derk ten Kley geboren in Zwartsluis, Overijssel, Nederland op
23 december 1835. Zijn ouders waren Gerrit ten Kley en Willempje de Wolf, beiden uit Zwartsluis. Gerrit ten Kley is geboren in 1802, zijn moeder in 1809.
Grootvader Derk ten Kley was 40 jaar toen zijn vader op 30 mei 1875 stierf, zijn moeder stierf op 8 november 1859.
Beide ouders zijn begraven in Zwartsluis.
Grootvader Derk ten Kley was de eerstgeborene hij had nog een broer Gerrit het jongste kind van de familie geboren in 1842. Grootvader Derk had vier zusters, Berendina, geb. 1832, Reintje, geb. 1834, Grietje, geb. 1838 en Trijntje, geb. 1840.
Tot nu toe heben wij een korte beschrijving gegeven van directe familie van Derk ten Kley, zijn vader, broer en zusters. Nu terug naar een andere generatie. Grootvader Derk had ook een grootvader en moeder. Weinig is over hen bekend behalve dat zijn grootvaders naam ook Derk ten Kley was en zijn grootmoeder Beertje Jans Coetsier.
Omdat de grootvader van Derk ten Kley (Gerrit) geboren is in 1802, mogen wij aannemen dat zijn grootvader geboren is omstreeks 1770. Er zijn geen gegevens bekend van hun overlijden of begrafenissen.
In augustus 1970 reisden mijn vrouw Etta en ik door het stukje Nederland waar onze grootouders een deel van hun leven doorbrachten en de kinderen opvoeden.
De provincie waarin zij woonden was Gelderland. Reizend door Gelderland probeerden wij een familie Gerrit ten Kley te vinden in Delden een plaatsje een paar kilometer van de steden waarin waarin grootvader Derk en zijn familie woonden.
Wij gingen op een zondag naar een kerkdienst van Christelijk gereformeerde grondslag. Na de dienst die meer dan een uur duurde, ontmoette wij een man met ten Kley gelaatsuitdrukkingen, dat bleek Gerrit ten Kleyte zijn. Na en kleine introductie werden wij meegenomen naar zijn woning, en raakte wij beter bekend mer deze mensen, en onderzochten of wij verwant waren. Deze Gerrit ten Kleyhad broers met namen die mij deden herinneren aan verwanten in de USA. Het waren de namen Hendrijk, Albert en Bertus.
Maar tijdens ons bezoek aan deze familie konden wij geen aanknopingspunten vinden.
Wij lieten ons adres achter en zo nu en dan wisselden wij wat brieven.
Een paar jaar geleden ontvingen wij een overlijdens bericht, met de volgende Nederlandse tekst.
Alle vrienden en bekenden van mijn man, Vader en Grootvader Gerrit Arend ten Kleij Danken wij heel hartelijk voor alle blijken van belangstelling en medeleven na zijn overlijden betoond.
Uit aller naam G. ten Kleij-Schippers
Nu terug naar grootvader Derk ten Kley, toen hij in zijn twintiger (29) jaren was, ontmoette hij een jonge vrouw met de naam Marrigje Gortworst, geb. Deventer, Nederland op 19 september 1846. Zij trouwden op 18 augustus 1864 toen de civile oorlog op zijn end liep en Abraham Lincoln president was. Grootvader Derk ten Kley was schipper of bijna schipper.(commercieel watertransport).
Hij had hierdoor een schamel inkomen door vracht van de ene naar de andere stad te brengen, met een bark of woonboot. Een woonboot was een boot waarop je kon wonen maar tegelijkertijd oog granen, brandstof turf of allerlei soorten mest of wat dan ook, zelf levende have kon vervoeren.
Toen Etta en ik in 1970 in Nederland waren, hebben wij verschillende van deze boten gezien. Sommige eigenaren hadden kippen of een geit of een melkkoe aan boord om zich met verse eieren of melk te kunnen voeden.
Er was grote concurrentie omdat honderden families in de zelfde handel zaten als grootvader Derk ten Kley.
Transport in die dagen ging over het water of met de trein, vrachtwagens en vliegtuigen, dat was nog toekomst.
Kanalen waren waterwegen waardoor de steden konden worden bevoorraad met de eerste levensbehoeften.
Het gebied waarin grootvader met zijn woonboot vaarde was Gelderland en alle steden die hij bezocht waren door een kanaal verbonden. De steden die hij aandeed waren Apeldoorn, Brummen, Den Ham, Deventer, Zwolle Zwartsluis.
Deze steden waren vaak zijn thuis als hij zijn vracht van de ene naar de andere stad bracht. Sommige kinderen van grootvader en moeder zijn dus in verschillende steden langs deze routes geboren. Dat zal u merken als u de geschiedenis van deze kinderen leest. Gedurende deze jaren werden onze grootouders, ouders van elf kinderden. Hun eerstgeboren dochter was Willempje, geb. 15 juni 1865 in Den Ham. Zij is begraven in den Ham op 9 september 1865. Na de dood van hun eerstgeborene werd een andere dochter geboren op3 augustus 1866 in Zwartsluis en zij werd vernoemd naar haar gestorven zuster Willempje, later was zij beter bekend als tante Minnie In t Veldt
Jentje, het derde kind van grootvader en moeder ten Kley is geboren op 3 november 1867 in Den Ham, later had zij de naam van tante Jennie Berkompas.
De eerstgeboren zoon van grootvader en moeder ten Kley heette Hendrik en is geboren in Brummen hij kwam op de wereld op 2 augustus 1870 later veranderde hij zijn naam in Henry, wij kende hem als oom Hank.
Nog een dochter werd geboren mer de naam Gerritdena, geb. op 16 april 1872 in Deventer. Ook zij veranderde haar naam in Gertie, voor anderen was zij bekend als tante Dena Bolster.
Een tweede zoon werd geboren met de naam van zijn vader Dirk (Derk) op 23 november 1874 in Zwolle, nam later de geamerikaniseerde naam aan Dick
Weer werd er een dochter geboren op 6 december 1876 te Apeldoorn. Zij was gedoopt met de naam Maregjen maar spoedig werd dat Maggie, en later tante Maggie Boeyink.
Mijn vader was de derde zoon met de naam Albert, geboren in Apeldoorn 17 november 1878. Velen noemden hem oom Al.
De laatste dochter was Elsje, geb. Apeldoorn op 24 september 1881 na haar huwlijk werd dat Elsie Winkel ook wel tante Alice genoemd.
In 1881 was de familie gegroeid tot 10 personen. Acht kinderen op voeden op een woonboot met weinig inkomen hebben grootvader en moeder aan het denken gezet. Veel families waren toen al naar Amerika geëmigreerd. De gedachte om hun familie, bezittingen vrienden en de woonboot te verlaten, moet moeilijk voor hen geweest zijn, wetende dat zij misschien nooit meer terug zouden komen.
Grootvader was rond de zes en veertig en grootmoeder vijf en dertig jaar, en een verhuizing naar Amerika moest dus wel snel gebeuren.
Toen zij het besluit genomen hadden werd dochter Willempje (minnie) naar school gestuurd om Engels te leren, een van hen moest toch na verhuizing naar Amerika als vertaler op kunnen treden.
Grootvader wist dat hij geld moest zien te krijgen om de overtocht te kunnen betalen
En voldoende middelen moest hebben om zijn opgroeiende kinderen te kunnen voeden.
Grootvader reisde waarschijnlijk tweede klase, in het onderste gedeelte van de boot omdat dat goedkoper was.
De woonboot werd verkocht evenals wat andere bezittingen zo was er genoeg geld voor de overtocht.
Tot nu toe hebben wij geen exacte tijd van vertrek of aankomst in Amerika kunnen vinden. Maar aangenomen werd dat de overtocht zeventien dagen duurde.
Het jaar van aankomst in Amerika was 1884.
De hele familie verhuisde van New York naar Baltic, Connecticut. Wij hebben geen informatie hoelang zij daar bleven, wel weten we dat sommige oudere kinderen in fabrieken werkten. Het was in die tijd toegestaan dat kinderen ondanks hun jeugdige leeftijd mochten werken.
Grootvader en zijn kinderen werkten waarschijnlijk in de wol- of texitiel fabrieken in Baltic, Connecticut.
De kinderen droegen waarschijnlijk nog klompen, maar schaamte zorgde ervoor dat ze al gauw leren schoenen gingen dragen.
Na een tijdje in Baltic gewoond te hebben en het reisavontuur weer lokte vertrokken zij naar Grand Rapids, Michigan waar hij waarschijnlijk werk vindt in een van de vele meubelfabrieken.
Van Grand Rapids, Michigan verhuisden zij naar Orange City, Iowa. Tussen de aankomst in New York en de verhuizing naar Orange City, Iowa zaten nauwelijks twee jaren.
Orange City, lente 1886 hoorde grootvader van de vele duizende hectaren land Daktota Territorydie aangeboden werden aan mensen die zich daar wilden vestigen.
Grootvader had een vooruitziende blik en schreef zich onmiddellijk in om zich daar te mogen vestigen. Al gau kreeg grootvader zijn claim toegewezen in Emmons Country North Dakota en kon het afpalen beginnen. De claim was voor 160 acres (160 x 4000 m2 = 640.000 m2) tussen Strasburg en Hukk, North Dakota. Het land was ongeveer zeven mijlen ten noorden van Hull, North Dakota.
In April 1886 laadde de hele familie hun bezittingen op een afgesloten wagen die werk getrokken door een os of d.m.v. een juk werd getrokken. Waarschijnlijk had grootvader geld gespaard om het materiaal voor deze lange reis te kunnen kopen. Eindelijk kwam de dag dat de wagen zich in beweging zette naar het verre nieuwe land North Dakota. Deze wagen was gedurende de volgende maanden hun huis.
Je kunt je voorstellen hoe vol het in de wagen moet zijn geweest, met de tien personen, kleding en andere bezittingen.
Ook voedsel moest worden meegenomen want er waren weinig plaatsen onderweg om dat aan te vullen. De vierhonderd mijl (plm 730 km) naar het nieuwe land hield hen niet tegen. Het moet een vermoeiende tocht zijn geweest, want de reis duurde vier maanden. Een wagen door een os getrokken legde een afstand van drie of vijf mijl per dag af, dus erg langzaam. Mijn vader vertelde mij dat de os reageerde op slechts twee woorden nml. HAW dan ging hij rechts en Geedat betekende links af.
Reizen in noordelijke richting van Orange City, Iowa moet een beproeving zijn geweest. Stel je voor dat je in een langzaam bewegende wagen zit in die hete zomermaanden van mei, juni, juli en een deel van augustus. Steeds maar weer trokken zij verder, dag na dag om uiteindelijk hun doel te bereiken.
Hun claim was uitgezet op een stuk land omschreven als het noord/oost kwatier
van sectie tien in township honderddertig, ten noorden van Range seventyfive, en ten westen van de vijfde meridiaan in de staat Emmons, North Dakota. Het origineel hofstede certificaat was gedateerd op 17 october 1890, maar dat was niet de datum dat zij in North Dakota arriveerden.
Ik heb een kopie van het origineel , een mooi bezit, ondertekend door de toemalige president Grover
Onmiddellijk na aankomst op zijn claim zorgde grootvader voor simpel onderdak, er werd snel een groot gat in de grond gemaakt. Dit gat of grot diende als tijdelijk onderdak voor zijn gezin. Het was augustus en grootmoeder zou spoedig veer een kind krijgen. Niet lang na het graven van het onderkomen werd tante Bertha geboren op 27 september 1886.
Het was goed dt het onderkomen klaar was want de winter stond voor de deur.
Tot op heden kan de plaats van het gat nog worden bekenen.
Het moet oncomfortabel geweest zijn die winter in het gat(grot) met 9 kinderen en in de lente begon grootvader dan ook met het bouwen van een plaggenhut, direct naast het gat(grot) waarin zij maanden hadden geleefd.
Toen de vorst uit de grond was werd een ploeg aangeschaft, en getrokken door de os uit Iowa werd de grond geploegd.
Het was maagdelijke prarie grond en dat werd geploegd in voren van ongeveer twaalf ïnches, breed en vier inches diep.
Deze met wortels doorgroeide grond werd nog eens geploegd in voren van van 24 tot 30 inches lengte.
De afmeting van het plaggenhuis was niet bekend, totdat ik op 28 juli 1976 samen met de huidige bezitter van de grond
John Nieuwsma de plaats bezocht.
Slecht een hand vol vuil resteerde en een deuk in de grond waar het gat(grot) was gegraven.
Het was erg interessant om op de plek te staan waar onze historie begon.
De afmeting van het huis werd getraceerd aan de hand van een hoeveelheid onkruid wat op die plaats groeide.
Ik voette het uit zo goed mogelijk als ik kon en dat was ongeveer 24 x 100 feeten het gat(grot) ongeveer 12 x 24 feet.
Gedurende 80 a 90 jaar was de grond zo weggewassen dat exacte maten niet meer konden worden genomen.
Een paar stenen en een pot met vuil waren mijn beloning nat het lokaliseren van deze plaats.
De plaggenhut was groot genoeg voor elf personen en ook de os en ander vee vond
Onderdak ook was er opslag voor veevoer.
Ook een waterput was binnen, dat was een modern gemak en speciaal in de winter speciaal in de winter als buiten de sneeuw de grond bedekte. In de winter was alles wat grootvader en moeder aan bezittingen hadden, veilig opgeslagen in de plaggenhut, kamers moeten er ook zijn geweest voor deze elf personen. De plaggenhut was snel gemaakt door de plaggen gewoon op elkaar te leggen tot de gewenste hoogte was bereikt, gewoonlijk zeven voet hoog tot aan het plafond. Als de gewenste hoogte bereikt was werd het dak geplaatst door gebruik te maken van zes of acht inch nok en dwarsbalken die meestal werden gemaakt van bomen die langs de rivier groeiden. Op deze dakconstructie werden stevige takken gelegd waarop weer plaggen werden gelegd. Deze plaggenhuizen waren in de winter warm en zomers koel. Wij vroegen ons af hoe de familie de ruimte van een groot huis hebben ervaren, na vele maanden opgesloten te hebben gezeten op de boot, de dichte wagen en de kuil(grot) waaruit zij verhuisden naar de plaggenhut.
Speciall grootmoeder moet deze extra ruimte al fijn hebben ervaren.
Nadat het huis klaar was, moet gedacht worden aan het ploegen vaan de grond en het zaaien of planten van de oogst van het volgende jaar. Met behulp van de bejukte os
En de ploeg werd het land klaargemaakt voor de toekomst. Ploegen duurde lang want de os liep niet snel. Het duurde ongeveer twee maanden om de zestig acres land te ploegen. Een acre was wel het meeste wat de os kon doen.In die dagen was een ploeg die een voor maakte van twaalf inch de goede maat, en was tevens de goede maat voor een plag voor de plaggenhut. Als oom Henry en oom Dick aan het ploegen waren hadden de zuster en vader de taak om Buffalo-poep op de prairie te verzamelen, dat als brandstof voor warmte en om te kokekn werd gebruikt. Oom Henry was ongeveer zestien jaar en oom Dick twaalf toen al dat ploegen en huis bouwen plaats vond.
Graan en vlas werd als hoofdgewas verbouwd. Na bijna vier jaar op de prairie gewoond te hebben werd oom Gerrit geboren, op 23 maart 1890 in de plaggenhut. Als wij nu naar de verschillende plaatsen kijken waar al deze kinderen geboren zijn, kunnen wij niet geloven dat er nog gemopperd wordt op de moderne behuizingen. De meeste kinderen werden geboren op een woonboot en in een kuil(grot) en de laatste in een plaggenhut.
Er is weinig bekend over de oogsten van de ten Kley hofstede. Er waren tegenslagen die de oogst vernietigden zoals droogte, sprinkhanen en prairie branden.
Vader vertelde ons van de tochten die hij maakte met grootvader met de os om het graan naar de markt in Eureka, South Dakota te brengen. De tocht van ongeveer veertig mijl duurde vijf dagen heen en vijf dagen terug. s-Avonds sliepen zij onder de wagen geladen met spullen om thuis de voorraad aan te vullen. In de herfst namen zij extra voorraad mee voor de winter.
Een constante bedreiging voor de oogst waren de sprinkhanen die in een dag de oogst konden verwoesten. De lucht kleurde donker van de wolken sprinkhanen, als zij het groene graan naderden en de oogst in korte tijd vernietigden. Droogte bracht ook veel schade een heel jaar werk en een oogst die niet groeide door gebrek aan water, en over irrigatie had men in die tijd nog niet gehoord. Er was een constante angst voor prairiebranden die het land teisterden in vele hectares wild prairiegras.
Veel van dat gras werd ook als brandstof gebruikt. Door dit gras in kleine bundels van vijf bij zestien inch te binden kon dit goed dienen als brandstof voor het fornuis of voor warmte in de winter. Vader vertelde dat hij en zijn zusters er dagenlang op uitgingen om deze bundels te maken en zo de noodzakelijke brandstof te vergaren.
Mijn vader vertelde over een incident toen het graan bijna rijp was. Hij vertelde dat de lucht zwart werd door een dichte wolk rook
die op de plaggenhut toekwam. De wind kwam uit het noordwesten en de warmte kon al gevoeld worden voor het vuur uit.
Veel branden werden door bliksem veroorzaakt maar ook door onvoorzichtige indianen uit het reservaat.
Terwijl het vuur, rook en hitte aangewakkerd door de wind de plaggenhut naderde duwde grootvader en moeder alle kinderen en wat kleinvee de plaggenhut in.
Toen iedereen veilig binnenwas raasde buiten sneller dan een paard kon lopen. Vogels en speciaal de prariekippen die op de eieren zaten om hun jongen te beschermen werden door het vuur gevangen. Maar in een poging dat te ontvluchtten landen zij brandend ergens neer en zo ontstonden er overal brandhaarden verspreiden zij sneller het vuur. Velen kwamen om.
Coyotes, vossen, herten en ander wild probeerden het vuur voor te blijven maar veel dieren redden het niet en kwamen om in het vuur. In een paar minuten veranderde het landschap in het zwart, en alles waar grootvader en moeder voor ploeterden ging in rook op. De hele graanoogst was vernietigd en een verzekering was er niet in die dagen. De plaggenhut bleek vuurbestendig, redde de familie en de levende have, kippen en andere zaken die het huis in waren gedragen toen het vuur naderde.
Pa vertelde dat de familie dankbaar was dat hun levens behouden waren gebleven.
Zo zag het leven eruit van de eerste pioniers in de prairie. Pa vertelde ook van de eerste sneeuwstormen die de pioniers meemaakten in de winter. Er waren geen bomen of andere windbrekers om de gebouwen te beschermen tegen de wind. Alles was open en de volle kracht van de wind en de sneeuw konden uitlopen in een vreselijke storm. Grote stukken open prairie waren voedingsbodems voor echte sneeuwstormen. Die nacht werd de plaggenhut bedekt met sneeuw en hij vertelde dat de volgende morgen de deur naar binnen open moest en eerst de sneeuw naar binnen moest worden geschept om een tunnel naarbuiten te kunnen graven. Daarna kon de sneeuw die binnen lag naar buiten worden gewerkt.
Ondertussen waren er nog meer families komen wonden in Hull, North Dakota. Een plaggenkerk wed gebouwd en een tijd later werd er een houten kerk gebouwd in Westfield, North Dakota. Deze kerk was tien mijl van de ten Kleij hofstede verwijderd en werd met de ossenkar bezocht later getrokken door paarden.
Pionieren in een nieuw land als dit, waar de dicht bijzijnde treinstation vijftig mijlen ver weg was (Eureka, South Dakota) was vol met ontberingen en beproevingen.
Zes jaren van ontbering en beproeving hadden effect op grootvaders bestaan, dat hij zichzelf toestond om slachtofferte worden van land-promotors die hem ompraten te verhuizen naar een beter land waar de winters mild waren en veel bomen aanwezig waren. Dit klonk goed in grootvaders oren en hij kon dit niet weerstaan. Onnodig te zeggen dat de ontberingen gedurende de laatste zes jaar en het vooruitzicht om naar een andere staat te verhuizen en de moeilijkheden van North Dakota te vergeten, verleidelijk was.
Grootvader bezat nu honderdzestig acres land in North Dakota en droe hiervoor de verantwoording. Hij realiseerde zich dat belasting een echt gegeven was in dit land, ook al verkocht hij de boerderij de belasting zou blijven bestaan. Grootvader zocht naar andere mogelijkheden voor zijn bezit want of hij nu op de boerderij woonde of niet, belasting betelen moest hij toch.
Hij probeerde de boerderij te verkopen, maar kon het net zo goed aan weggeven aan iemand die de belastingen wilde betalen. Zolang de prairie niet door een hofstede bewoner was beschreven, was het land niet verkoopbaar omdat het nog staatseigendom was. Maar als een hofstede-bewoner zijn claim had laten beschrijven door de staat. Dan was hij eigenaar en was hij verplicht belasting te betalen of hij nu wat verbouwde of niet.
Grootvader bleef belasting betalen en bleef dus ook eigenaar van het land, en probeerde hij het land en bezittingen te verkopen. Hij werd constant belaagd door gladjanussen die hem wilden verleiden om land voor zijn familie te kopen in de staat Missouri. De landverkopers waren succesvol en zij gingen andere verplichtingen aan.
De tijd kwam, dat gootvader en moeder en de kinderen hun spullen pakten en op weg gingen naar Missouri. Hun land was nabij Lebanon, Missouri het was 1892 en tante Minnie en tante Jennie waren al een tijdje getrouwd. Er waren nog tien personen over die met een dichte wagen reisden, maar deze keer getrokken door twee paarden in plaats van een os. Ook hadden zij meer bezittingen, grootvader had een
road cart, getrokken door een paard en dertien paarden volgende de stoet.
Na acht weken reizen bereikten zij hun einddoel bij Lebanon, Missouri een dag voor kerstmis met slechte twee paarden over van de zestien waarmee ze de reis begonnen waren. Sommige paarden gingen dood, of werden gestolen of verkocht of geruild voor voedsel of kleding.
Toen de ten Kleijs bij hun boerderij aankwamen was deze begroeid met bomen.
Zij moesten het land vrijmaken van bomen en grootvader en de jongens begonnen te hakken en maakten bielzen voor de spoorwegen van de omgehakte bomen.
Er was een markt voor bielzen want een spoorweg werd dichtbij aangelegd. Maar de prijs was niet goed genoeg om in het bestaan te voorzien.
De spoorwegen betaalden 10 cent voor elke biels wat natuurlijk niet in verhouding stond met het werk om een zodanige biels te maken.
Het was geen vetpot voor grootvader.
Sommige bielsen die niet voldeden aan de spoorwegstandaard werden natuurlijk niet voor goed geteld en de spoorweg betaalde hen de halve prijs voor uitschot maar voldeden natuurlijk net zo goed als al die andere. Veel brandhout werd verzameld maar dat bracht niets op dus het meeste geld moest van de bielsen komen.
Nadat de bomen waren gekapt moesten de wortels er nog uit en kon het land geploegd worden. Dit was een enorm werk dus er moest veel werk verzet worden.
Ik kan mij goed voorstellen hoe moe de jongens waren van het uitgraven van de stronken, het verwijderen van de takken en het maken van de bielsen.
Grootvader en moeder leefden erg behouden gedurende de Missouri jaren.
Vader vertelde dat de meisjes en hij in de herfst het bos introkken om hazelnoten te plukken. Pa was veertien jaar oud en te jong om bomen te kappen en deed dus gemakkelijker werk dan zijn broers. Op een dag dat Pa met zijn zusters in het bos hazelnoten aan het plukken waren zag hij een grote opgerolde slang die lag te zonnen. Pa en zijn zusters vroegen zich af waarom de slag bulten op zijn buik had, elke drie of vier inches een nieuwe bult.
Hulp werd gehaald en de slang gedood, de jongens waren nieuwsgierig en deden een kleine operatie op de slang. Sneden hem open en vonden het antwoord. Er waren dertien bulten in de slangenbuik en elke bult bleek een slangenei te zijn.
Grootmoeder legde ze onder een broedse hen, maar op een nacht waren ze allemaal verdwenen.
s-Winters gingen alle jongens naar buiten om katoenstaartkonijnen te vangen die volop aanwezig waren. Grootvader had verschillende vallen gemaakt en dat was pret voor de jongens.
De jongens vingen diverse honderden konijnen, dus de familie had vlees die winter. Ook werden verscheidene konijnen verkocht en dat hielp om ander voedsel op tafel te brengen. Er was geen onderwijs voor de kinderen behalve lager onderwijs
Voor de kinderen die te jong waren om te werken. De meeste kinderen van grootvader kwamen niet verder dan de vierde klas.
Na vier jaar in Missouri geleefd te hebben, ontmoedigd en met pijn in het hart, hard gewerkt en weinig ervoor teruggekregen, verlangden zij terug naar Sioux County, Iowa. Tante Minnie had haar man Henry Wester in North Dakota verloren op 15 mei 1895 en was weduwe met twee kinderen.
Zij kwam naar Missouri om bij grootvader en moeder in te wonen, dat was het laatste Missouri jaar. Tante Minnie kreeg haar derde kind in Missouri en noemde hem Henry naar zijn overleden vader. Grootvader was toen eenenzestig en de gevolgen van het pionierschap eisten een tol en zij besloten terug te gaan naar Sioux County, Iowa. Het was in 1896 toen zij de stoute schoenen aantrokken en afreisden nar Sioux County, Iowa. De bezittingen werden verkocht in Lebanon, Missourri en per trein reisden zij af naar Iowa.
Voor het eerst in hun leven konden zij lux en comfortabel reizen. Toen de passagierstrein in Sioux County arriveerde, ben ik er zeker van dat zij allen opgelucht waren en alle bezwaren en moeilijkheden om te overleven kwijt raakten.
Sinds Missouri waren veel kinderen getrouwd en verhuisden terug naar North Dakota waar zij virienden hadden.
Oom Henri nam een claim in North Dakota toen hij 21 jaar was en verkoos een kwart sectie land dat nog beschikbaar was in 1896. Verschillende jaren later na aankomst in Sioux Center, Iowa verkochten grootvader en moeder de hofstede in North Dakota waar grootvader nog steeds belasting voor betaalde. De oude hofstede werd verkocht aan Maurtis van Soest van Emmous County voor de som van $ 12,50 per acre. Een waarborg werd opgemaakt op 1 september 1903 door Maurits van Soest. Tijdens het verblijf in Misourri was de waarde van het land gestegen. En stelde grootvader en moeder in staat om een klein huisje in Sioux Center, Iowa te kopen.
Ik ben zeker van de veel nichten en neven het kleine huisje in het dal in het zuidelijke deel van de stad in de hoofdstraat nog herinneren.
Door de aankoop van dit huis waren grootvader en moeder in staat comfortabel te leven zonder te hoeven zwoegen. Het kleine huis is nog op dezelfde plaats, gerepareerd en herbouwd maar nog herkenbaar.
Grootvader en moeder bereikten een hoge leeftijd grootvader werd 88 en grootmoeder 84.
Op 23 juli 1976 reisden mijn vrouw en ik naar Lebanon, Missouri om de boerderij te bezoeken waar de ten Kleijs hadden geleefd. Er waren geen gegevens meer want deze waren verloren gegaan tijdens een brand in 1924. Omdat al de oldtimers dood waren en de daaropvolgende generatie er ook niet meer waren, was het niet goed om door te gaan om verder te zoeken.
Het was een schot in het duister maar wij wilden toch nog iets proberen en gaven de hoop nog niet op.Wij bezochten nog een dierbare nicht Maggie van der Voorst, in Bismarck, North Dakota op 28 juli 1976 en zij vertelde van een foto van het oude huis in Lebanon, Missouri, dat in het bezit was van nicht Katie Wester die getrouwd was met Henry Wester. Henry Wester, de zoon van tante Minnie uit haar eerste huwlijk die getrouwd was met Henry Wester SR.
Henry Wester JR. en zijn vrouw Katie wilden ook wel kijken of zij het geboortehuis konden vinden en maakten ook de trip naar Lebanon. Aan de hand van de foto waarvan verteld werd dat dat de hoeve moest zijn geweest gingen wij rond maar niemand herkende de foto. Dus op de dag van vandaag is het oudehuis nog niet gevonden.
Onnodig te zeggen dat veel van de familiehistorie ons is ontgaan en altijd een vraagteken zal blijven voor volgende generaties. Op de dat van dit schrijven is slechts een tante in leven en de datum is 1 augustus 1976 en dat is tante Cora.
De hele familie is overleden en ik had het voorrecht alle ooms en tantes te kennen met uitzondering van Nick Berkompas die getrouwd was met tante Jennie.
Op de volgende pagina staan de namen van de ten Kleijs met alle data die ik ken.
1
Immigration Records: Dutch in America, 1800s
US ship passengers lists, Port of New York 1881-1894
Tenkley Dirk
Family Status: Head of household
Age: 47
Sex: Male
Occupation: Farmer
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Margje
Family Status: Wife
Age: 38
Sex: Female
Occupation: Unknown
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Wilh
Family Status: Son
Age: 17
Sex: Male
Occupation: Farmer
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Jantje
Family Status: Daughter
Age: 15
Sex: Female
Occupation: Unknown
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Hendrik
Family Status: Son
Age: 12
Sex: Male
Occupation: Unknown
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Geerdina
Family Status: Daughter
Age: 11
Sex: Female
Occupation: Unknown
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Dirk
Family Status: Son
Age: 9
Sex: Male
Occupation: Unknown
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Margje
Family Status: Daughter
Age: 7
Sex: Female
Occupation: Unknown
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Hendrik
Family Status: Son
Age: 3
Sex: Male
Occupation: Unknown
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Tenkley Elsje
Family Status: Daughter
Age: 0
Sex: Female
Occupation: Unknown
Status: Permanant sojourn
Ship Accommodations: Steerage
Port of Embarkation: Amsterdam
Vessel: Zaandam
Destination: USA
Date of Arrival: 3/27/1884
City of Birth Holland
Microfilm Roll: 474
Ship Manifest Number: 317
***********************************************************************
Derk ten KLEIJ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1864 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marrigjen GORTWORST |
Fam..Maarschalkerweerd - Zutphen
US ship passengers lists, Port of New York
1881-1894.
Microfilm Roll: 474
Ships maznifest nr.: 317
nr. 98 dd. 18.8. 1864