"Den 16 meert Jan, Sone van Jan van Almelo en Jannigjen Hoberts te Aane"
In dat jaar wordt hij nog als "kueter onder Dalen" in het haardstedenregister vermeld.
Er ist verheiratet mit Zwaantje Jansen.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 1. Mai 1740 in Dalen erhalten.Quelle 4
Sie haben in der Kirche geheiratetQuelle 5"Den 1 Meij Jan Almelo van 't Anerveen carspels Hardeberg ende Zwaantje Jansen, wedúe te Dalen"
Armlastig
Jan van Almelo wordt geboren op 't erve Almelo op 't Anerveen. Hij wordt gedoopt in Gramsbergen. Jan heeft het in zijn jeugd niet breed gehad. Zijn vader Jan van Almelo ontvangt jarenlang financiële steun van de kerk in Hardenberg.
In 1723 komt de belastinginner aan de deur van 't Almelo's in Anerveen. Vader Jan moet "hoofdgeld" betalen. Hij moet voor ieder inwonend gezinslid dat ouder is dan 16 jaar, vijftien stuivers betalen. Dus ook voor de dan 19-jarige zoon Jan. Alleen onvermogenden en armen zijn vrijgesteld. Vader Jan kan dit blijkbaar niet betalen; hij toont twee briefies (afb.) waarin staat dat hij onderstand van de kerk ontvangt en dus geen hoofdgeld hoeft te betalen. Deze notitie is van 1723 en binnen deze notitie wordt 30 maart 1704 genoemd. (Een paar weken na de geboorte van zoon Jan)Hoofdgeldregister Kerspel Hardenberg
Jan van Almelo twee brieffies gebraght van inhoudt dat Jan van Almelo wonende op t Anerveen tot onderhoudt van syn huishoudinge is genieten attesere by desen Hardenbergh den 30 meert 1704 onderstont
Wilh. Hend. Krul
Dat desen Jan van Almelo als nogh gelyck boven gemelt, is genietende getuigen wij mede, ut supra, onderstont
J.H. Man Lubbertus Syrinck als Diaken
Wilhelmus Hendrikus Krul is Scholtus (schout) van het gericht in Hardenberg. JH Man is de predikant. Lubbertus Syrinck is diaken. Dit document toont aan dat het gezin van Jan van Almelo van 1704 tot 1723 het niet breed heeft gehad. Het "ut supra" (als hierboven) verwijst in het briefje van 1723 naar het briefje van 1704.
Het is goed mogelijk dat het gezin ook na 1723 geld kreeg van de kerk, maar vanaf 1727 is dit pas weer aantoonbaar. Dan krijgt het gezin van Jan van Almelo opnieuw financiële ondersteuning van de kerk te Hardenberg. Iedere week deelde de diaconie een aantal stuivers uit aan de armen. Een diaken noteerde heel nauwkeurig op wie hoeveel had ontvangen. Uit deze boeken blijkt dat Jan vanaf 23 februari 1727 wekelijks geld ontving. Het is schrijnend te lezen dat dit doorging tot en met 28 september 1738. Elf aaneengesloten jaren hield hij of zijn vrouw iedere zondag de hand op.
"Den ontvangst en uitgaven van de armen aangenomen"
23 februari 1727 t/m 15 februari 1728 Jan van Almelo syn vrouwe 10 stuivers
22 februari 1728 t/m 20 februari 1729 Jan van Almelo 8 stuivers
27 februari 1729 t/m 16 februari 1738 Jan Almelo op 't Anderveen 6 stuivers
In 1738 wisselen de bedragen: op 23 februari ontvangt hij 8 stuivers en dan ineens, vanaf 2 maart, 2 stuivers. Op 28 september 1738 eindigt de steun van de diaconie.
Bron: oud archief diaconie Hardenberg; gemeentearchief Hardenberg; inventarisnr. 10 t/m 14.
Als Jan zo'n 12 jaar is, overlijdt zijn moeder Jannigjen Hobers. Vader Jan hertrouwt met Elsje Siders. Jan krijgt er 3 broertjes bij: Koert, Hendrik en Peter.
Dalen
Jans oudste volle broer Hendrik is het huis uitgegaan. Hij is landbouwer en tapper georden in "de Loo", een buurtschapje noordelijk van Coevorden. De Loo ligt aan de weg naar Dalen, waar Jan later blijkt te wonen. Hij zal ongetwijfeld bij zijn broer in de tapperij langs zijn gegaan. Hoewel Jan 10 jaar ouder is dan zijn halfbroer Koert, mag de laatste op de boerderij blijven wonen en deze overnemen. Als Koert in 1739 trouwt worden in de akte huwelijkse voorwaarden genoemd waarin ook halfbroer Jan wordt genoemd:"De bruidegom en bruit na dode van gem: haere ouders moeten uitkeren an de twee volle broeders van hem bruidegom elk een bruidegomskleet als koomen te trouwen wijders dan nog an de halve broeders van de bruidegom van de vaderszijde als an Jan ses gulden en an Swane ook ses guldens en an de kinders van Egbert mede ses guldens en Hindrik sal blijven behouden het reets an hem sijnde gedane wevestel en dat alles in voldoeninge van hare kinderlijke erfportie in haeren voors. ouderlijcken boedel sullende de voorkinders van de bruidegoms moeder van desen boedel niets kunnen komen te trekken".
Dit korte citaat uit de zes pagina's van de huwelijksakte bewijst het bestaan van vier kinderen uit het eerste huwelijk van Jan van Almelo en Jannigjen Hobers. Drie kinderen (Jan, Swane en Egbert) ontvangen van hun halfbroer Koert 6 gulden, zodra Jan van Almelo en Elsje Siders (Koerts) overlijden. Broer Hindrik die inmiddels in De loo woont, krijgt niets: Hij heeft blijkbaar al iets ontvangen, namelijk een weefgetouw. Zes gulden is een enorm bedrag als je dat afzet tegen de ongeveer 6 stuivers die het gezin als onderstand van de kerk ontving.
In 1740, een jaar na Koerts huwelijk, trouwt Jan van Almelo in Dalen met de weduwe Zwaantje Jansen
Op 1 mei 1740 gaan ze in ondertrouw:" Jan Almelo van t Anerveen en Zwaantje Jansen, weduwe"
Het is niet duidelijk of weduwe Zwaantje kinderen heeft uit haar eerste huwelijk.
Haardstedengeld
In 1742 moet Jan haardstedegeld betalen. Dit register geeft inzicht in de sociale status van een huishouden. Vermeld wordt het aantal paarden waarmee men de es op ging, of soms de omvang van het boerenbedrijf (een vol of half erf). Personen met een nering of ambt betaalden daar 1 gulden extra voor. De armen waren vrijgesteld van deze belasting, maar worden wel allen vermeld."Jan Almelo, mede voort weven f 02-00-00"
Jan van Almelo heeft geen paarden, in tegenstelling tot zijn in de buurt wonende broer Hendrik die er drie heeft. Hij is dus geen boer, Jan blijkt wever te zijn. Ook in 1754 en 1764 wordt zijn naam nog in het register vermeld:1754: "Jan Almelo, mede voort weeven f 02-00-00"1764: "Jan Almelo, een kueter en een ampt f 02-00-00"
In 1764 wordt hij nog een keer vermeld, hij betaalt dan 1 gulden minder:"Jan Almelo, een kueter f 01-00-00"
Hierna komt hij niet meer in dit register voor. Hij zal dus overleden zijn.