Bron Burgerlijke stand - Overlijden
Archieflocatie Gelders Archief
Algemeen Toegangnr: 0207
Inventarisnr: 3958
Gemeente: Hummelo en Keppel
Soort akte: overlijden
Aktenummer: 8
Aangiftedatum: 10-03-1818
Overledene Jannes van den Brink
Geslacht: M
Overlijdensdatum: 09-03-1818
Overlijdensplaats: Hummelo (Hummelo en Keppel)
Vader Nn Nn
Moeder Nn Nn
Partner Derkjen Garretsen
Relatie: echtgenoot
Nadere informatie:
dooppl: -;
oud 57 jaar;
beroep overl.: koopman en winkelier.
Er ist verheiratet mit Derkjen Gerritsen (Garretsen).
Sie haben geheiratet am 24. Mai 1797 in Hummelo en Keppel v. 2005 zie Gelderland-Hummelo en Keppel n. Gelderland-Bronckhorst-Hummelo en Keppel, er war 36 Jahre alt.Quelle 2
Kind(er):
beroep landbouwer/koopman/winkelier
1806. Pro Memorie
Den diender van Laag Keppel heeft gerelateerd dat hij op zondag den 5 october tussen 5 en 6 uren den persoon van Jan van den Brink van Hoog Keppel heeft op de jagt geattrapeerd (=betrapt) zonder van patent of acte voorzien te zijn op het land van den Heer van Keppel.
In de nacht van 10 op 11 juli 1808 (zondag- op maandagnacht) is er ingebroken bij winkelier Jan van den Brink te Hummelo. Het echtpaar van den Brink/Garritsen was om 11 uur naar bed gegaan en heeft van de inbraak niets gemerkt. Om 5 uur 's morgens werden ze gewekt door hun dienstmeisje dat er iets niet pluis was. Ze zijn binnengekomen via een opkamer achter de winkel door het openbreken van een venster. Vermist worden o.a. diversje bosjes garen en sajet (=wollen garen), het geld uit de winkellade bestaande uit zilver- en kopergeld. Dan nog diverse bosjes lint in verscheidene kleuren, een nieuw bedde-tiek uit een kist, een Leydsche beddeken, verder kousen, bosjes kaneel, een doosje met zijdelint en diverse soorten knopen. Mogelijk ook nog losse koffie en thee. Die zondag hebben 2 vreemden nog bij hem in de winkel een paar dingen gekocht. Mogelijk waren dat de daders en hebben ze de boel verkend.
Aanstelling voogden in 1819 na overlijden van Jan van den Brink in 1818:
Voor ons Hendrik Fredrik Cremer Vrederegter van het kanton van Doetinchem Kwartier van Zutphen provintie Gelderland, geadsisteerd met onzen Griffier Johannes Matheus Heusges, compareerde op heeden den 7-9-1819 des voormiddags ten half tien uuren ten onzen huize Mejuffrouw Dersken Garritsen weduwe van Jannes van den Brink, grondeigeneereste wonende te Hummelo in dit kanton.
Zij gaf ons te kennen dat haar voornoemde eheman in het voorjaar van 1818 overleden zijnde haar heeft nagelaten 4 nog minderjarige kinderen bij denzelven in echt verwekt. Pleit zij moeder wettige voogdeste zijnde verpligt is een toeziende voogd in deze voogdij volgens de wet te doen benoemen dat zij ten einde als nu hierin te voorzien het nodige getal bloedverwandte zo van haar overleden mans als van harer zijde versogt heeft om op heeden vrijwillig voor ons te erschijnen om uit te maken een raad van naastbestaande ten eine wij met de selve waartoe sij versogt zouden kunnen overgaan tot het benoemen van een toeziende voogd in de voogdij van haare kinderen genaamd Everdina Catharina oud 20, Evert Jan Wouterus, David Karel zijnde tweelingen en oud 16 en Hendrika Maria 15 jaaren. Het geene door ons toegestaan zijnde zo zijn voorts voor ons erschenen van vaders zijde Willem van den Brink, timmerman, Hendrik van den Brink, koopman, beide volle ooms en Jannes van den Brink, koopman, aangehuwde oom. Zo mede van moeders zijde Egbert Garritsen, Schout van Hummel en Keppel, Hendrik Garritsen, koopman, mede beide volle ooms en Hendrik Jan Smeenk, landbouwer, neef van de minderjarigen wonende comparanten alle te Hummelo. Met welke persoonen nadat Dersken Garritsen, weduwe Jannes van den Brink als moeder en wettige voogdeste tot de benoeming van een toeziende voogd niet kunnende medewerken op ons verzoek de vergadering had verlaten wij ons tot een familieraad hebbende gevormd, geraadpleegd hebben over de benoeming van een toeziende voogd in meergemelde voogdij waartoe benoemd is Willem van den Brink hierboven vermeld en zulks met eenparigheid van stemmen, uitgezondert den benoemden, die verklaarde zig dienaangaande na geregtlijke beslissing te zullen gedragen. Wij hebben dus den meergenoemden Willem van den Brink tot toeziende voogd en de hierboven vermelde voogdij uitgeroepen en aangesteld en heeft hij dien hem opgedragen post aangenomen en in onze handen den eed afgelegd. Dat hij de pligten welke hem deeze betrekking oplegd naar behooren en overeenkomstig de voorschriften van de wet zal vervallen. Van al het geene wij dit proces verbal hebben ingesteld hetgeene nadat de weduwe wederom ter vergadering was geroepen en erscheenen voorgelezen zijnde door alle de comparanten met ons en onzen griffier is getekend.
Jan van den Brink | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1797 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Derkjen Gerritsen (Garretsen) |
Burgerlijke stand - Overlijden
http://home.hetnet.nl/~antonlochem/brink/frame2.htm