Getuigen bij de geboorteaangifte van Adam Krimp waren Berend Beltman, oud 39 jaar, veldwacher en Jannis Boerstoel, oud 31 jaar, bakker, beiden wonende te Brummen.
Tijdstip: 14:00
Het overlijden van Adam Krimp werd aangegeven door de directeur van het garnizoenshospitaal te Vlissingen.
Adam was in Vlissingen in militaire dienst als ligtmatroos op het wachtschip "Maas". Hij overleed aan de verwondingen, die hij eerder die dag had opgelopen toen tijdens schietoefeningen een kanon uit elkaar sprong.
In Rheden, de laatste woonplaats van Adam, werd ambtshalve een overlijdensakte opgemaakt op 1 oktober 1849. Akte nr.111.
Oorzaak: Verwondingen.
Tijdstip: 17:00
. Ongeluk Vlissingen.
Uit de Middelburger Courant van 22 September 1849.
Men schrijft ons uit Vlissingen, den 20 dezer:
"Heden namiddag, omstreeks 2¼ uur, had hier een allervreesselijkst ongeluk plaats, zijnde, bij het vuren met scherp op de marine-exercitie-batterij, door de equipage van het wachtschip DE MAAS, een der zwaarste stukken (een dertigponder), bij het vijfde schot dat daarmede gedaan werd, is gesprongen, en wel met dat noodlottig gevolg, dat van de 36 mariniers en matrozen, die benevens ettelijke onder-officieren aan de oefening deelnamen, dadelijk 6 werden gedood en 12 zwaar gekwetst, van welke laatste sedert nog één is overleden; terwijl verder nog 4 personen ligt werden gewond, waaronder een der 6 officieren, die bij de exercitie tegenwoordig waren, doch wier wonden gelukkig als onbeduidend kunnen beschouwd worden.
"Het verschrikkelijk schouwspel dat na dit treurig geval plaats had, laat zich door niemand naar waarheid beschrijven, dewijl allen door de geweldige uitbarsting min of meer leden, en onmiddelijk daarop door hen alles in het werk moest worden gesteld, wat maar enigzins dienen kon om nog te redden wat daarvoor vatbaar was."
Later berigt. Zoo op het oogenblik vernemen wij dat nog een der gewonden is overleden.
"Heden middag (den 22sten Sept.) om één uur zijn de zes personen, die bij het springen van het stuk oogenblikkelijk zijn bezweken, op eene eenvoudige doch plegtige wijze begraven: vooraf gingen 2 pijpers en 4 tamboers, gevolgd door 25 mariniers; daarna drie wagens, ieder met twee doodkisten beladen, die met vlaggen omwonden waren; twee officieren van het wachtschip, matrozen, onder-officieren van de mariniers enz., volgden de lijken."
(Dit artikel werd overgenomen in de Nederlandsche Staatscourant van 25 september 1849).