Na het overlijden van Rogier en Mathilde wordt zoon Rogier 11 (1655-1734) eigenaar van Hoog en Wel.
De tweede Rogier schopt het het verst. Zeer lang, van 1678 tot 1727, is hij notaris. Hij maakt handig gebruik van zijn positie om in onroerend goed te handelen, wat hem geen windeieren legt.
Hij is ook advocaat bij het Hof van Utrecht en wordt in verschillende jaren vermeld als heemraad van talrijke polderbesturen in Hoogland: Duist (1688; de C. Kamerbeek is mogelijk een verschrijving), Neerzeldert (1694-1696 rentmeester, 1710-1732 heemraad), De Hond (1696, 1716), De Slaag (1697), Nieuwland (1704), De Haar (1705-1733) en de Bunschoter Veen- en Veldendijk (1707-1733 hoogheemraad), al kunnen de latere jaren ook slaan op zijn zoon Rogier III.
De tweede Rogier is lid van het College van de Malen (1696-1716) en regent van Armen de Poth (1719,1733). Maar zijn grootste glorie bereikt hij in het stadsbestuur, waar hij continu een sleutelpositie inneemt: negentien maal als secretaris (1698-1734) en ter afwisseling zestien maal als burgemeester (1704-1733). Zijn wapen staat op een prachtige bokaal in Museum Flehite, gemaakt ter gelegenheid van de Vrede van Utrecht van 1713; zó blij was men dat de geldverslindende Spaanse Successie-oorlog voorbij was.
:
Er ist verheiratet mit Clementia Johanna van Middeldorp.
Sie haben geheiratet am 16. Juni 1683 in Amersfoort.Quelle 5
Kind(er):
Rogier Kamerbeek | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1683 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Clementia Johanna van Middeldorp |