Er ist verheiratet mit N.N. N.N..
Sie haben geheiratetQuelle 1
Kind(er):
_UPD 13 FEB 2012 09:13:13 GMT+1
SURN Moonen
PAGE 45053
DATA
TEXT Jan Moenen is waarschijnlijk identiek aan Jan Jans Moenen te Hapert, die in 1521 aan de hertog van Brabant cijnsplichtig was uit een slagmolen te Hapert en een molenstad te Lommel (mogelijk het Hapertse gehucht Lemelt), waarop de molen weleer placht te staan. (de molendino suo dicto slachmoelen et de hereditate supra quam dictum molendium statutum in Loemel per literas consensus domini ducis). Deze waren vóór hem in het bezit van achtereenvolgens Jan Goorts van der Voert, diens vader Goort Jans van der Voert, Jan Hendrick Sleghers, Hendrick Hendrick Sleghers en Symon Peter Moenen alias Slechten. Moon Slechten had zijn Lommelse ros- of oliemolen uiterlijk in 1464 in rastement gelegd, wat wil zeggen dat dez toen buiten bedrijf is geraakt. Vermoedelijk is de molen verplaatst naar Hapert: de hertogelijke octrooibrief en de daaruit voortvloeiende cijnsplicht werden althans eveneens naar de nieuwe lokatie overgeschreven.
Over zijn bloedverwanten te Lommel is niets bekend. Zijn tijdgenoot Wouter Slechten uit Lommel was rond 1525 lid van een bende, die in de Postelse heide voerlieden overviel. Wouter, die welcke den heer altijt rebel was, werddoor de hoogschout van 's-Hertogenbosch gevangen genomen en in de stad op de pijnbank gelegd. Omdat hij niet bekende, kw2am hij vrij.
Het is verleidelijk de familienaam af te leiden van Moon Slechten te Lommel. In de Bossche Schepenprotocollen wordt deze niet vermeld, maar is wel sprake van Jacob Symon Jans Slechten en zijn verwanten. In 1436 kocht hij van Peter Jan Slechten (zijn oom?) de beemd Volwyer en het bouwland geheten Stratenloeck te Lommel; zijn broer Jan Symons Slechten zag af van naastingsactie. Op dezelfde dag beloofde genoemde Peter een erfpacht van 5 mud rogge Bossche maat te gelden aan Henrick Peter Hillen van Gestel, waarvoor hij als onderpand zijn huis, hof en aangelag en de beemd Scumershove verbond. Terstond gaf Hillen deze pacht over aan Peter en zijn vrouw Mabelia Henrick Willems van Eechoven.Jacob Slechten compareerde nog voor schepenen van 's-Hertogenbosch in 1455, 1461 en 1468. In laatstgenoemd jaar verkocht hij de helft van een beemd aan den Voswyer en zag zijn zoon Peter Jacob Symons Slechten af van vernadering. In 1453 ruilde Jacop met Jan Claes Busschers zijn beemd tegen de akker Stratenloeck.
Aan deze familiegroep Slechten kan nog Lijsbeth Aerts Slechten worden toegevoegd, wiens man Jan Hendrickx Duysschen in 1459 land te Lommel in Schumershoeve verkocht aan Jan Symons Slechten. In 1442 bezat Duysschen een huis, erf, hof en aangelag van een half mudzaat ten Hoevel onder Lommel, de akkers die Hostat en die Cleyne acker terzelfder plaatse en den Vynckendryes in de gemene akkers; een en ander belastte hij met de zware pacht van 14 mud rogge. Samen met zijn vrouw verkocht hij in 1459 een huis, erf, hof en aangelag in Luttellommel en land aldaar, op de Loeck en aan den Gestelschen weg. Lijsbeths broers waren wellicht Hendrick Aert Slechten (diens zoon Mathijs verkocht in 1467 een akker in Veracker, waarbij Matheus Jans Slechten van naasting afzag. Aert Aerts Slechten (hij verkocht in 1440 aan Jan Hendricx Duysschen land in die Cleynacker) en Jan Aert Slechten (vermeld in 1452 en als hij een hoeve te Lommel in den Cattenbossch koopt, in 1470).
Andere nLommelse naamgenoten waren Peter en Willem Slechten, die zich aan het einde van de vijftiende eeuw schuldig maakten aan geweldsmisdrijven. IN 1481 geeft de rekening van de kwartierschout van Kempenland: Van Willem Slechten, om dat hy geslgen hadde mit eenen stock sonder bloeden Lyntkenen Reyniers. Laten componeren, want de sake zeer onnoesel was ende het een schamel geselle was, om XX stuvers. Dezelfde kwartierschout ontving in 1487-1486 een boete van 30 stuiver van Peeter Slechten, die geslagen hadde met eenre scoepen in fellen moede op Jacop van den Wyer.
Terug naar Hapert. Daar worden in 1510 en 1559 verschillende belendingen aan het bezit van Jan Moenen vermeld: In 1510 bij de hoeve die Henrick die Molder heeft gepacht en in 1559 bij de hoeve op die Panne aan de Eerselse gemeent, bij de hoeve aan het kerkhof langs de Aa, aan vier percelen van de door Jan Winricx gebruikte hoeve en aan twee stukken land van de hoeve waar Claus Symons woonde.
Jan Moonen kocht meerdere malen van de hoevenaars van de abdij van Tongerlo te Hapert rogge en hout. Later volgden zijn zonen Lucas en Hobert en kleinzoon Dierck en Denijs Moonen hem in de handel.
Jan Jans Moenen. die in 1521 de slagmolen bezat, had vijf kinderen, van wie de volgende (3) in de archiefstukken werden teruggevonden:
Huybrecht Jans Moonen; Lucas Jans Moonen en Anthonius Jans Moenen van Hapert.