De memorie van aangifte in verband met het overlijden van Adrianus Martens wordt ingediend op 14 mei 1862 door zijn vader.
[232 - Bron: Rijksarchief Noord-Brabant, Memories van successie, kantoor Waalwijk, inv no 60, no 2/188.]
Zijn aandeel in de vaste goederen en de schulden is 1/8 en is volgens de specificatie:
bedrag aan actief f 1.800,=
bedrag aan passief f 1.405,75
het zuiver saldo bedraagt derhalve f 334,25.
Het gemeentebestuur van Raamsdonk is bij Koninklijk Besluit van 17 september 1848 geautoriseerd op de provinciale weg een tolboom te plaatsen, om ten behoeve van de gemeente tolgeld te heffen. Om ontduiking van deze belastinghefting te voorkomen, heeft het gemeentebestuur de bevoegdheid bij- of hulptolbomen op te richten. Het volgende speelt zich af.
In de namiddag van 21 juni 1858 rijdt Adrianus Martens, hij is dan 17 jaar, met paard en wagen beladen met graan het dorp Raamsdonk uit via een zijweg, welke uitkomt op de provinciale weg van 's-Hertogenbosch naar Geertruidenberg. Op de plaats waar de zijweg en de provinciale weg elkaar kruisen is een hulptolboom geplaatst. Adrianus wil de weg naar Waspik oprijden, maar de tolwachter, de weduwe Van Son-Smeur, houdt hem staande en vraagt om betaling van het tolgeld. Dit wordt door Adrianus geweigerd en de tolwacht tracht hem de doortocht te beletten. Adrianus keert daarop paard en wagen en rijdt tot drie maal achteruit tegen de tolboom tot deze breekt en op de grond valt. Hij keert vervolgens zijn wagen en vervolgt zijn weg, de tolwacht het nakijken gevend op het tolgeld. Aldus het proces-verbaal dat de volgende dag wordt opgemaakt door de veldwachter van Raamsdonk en de procedure voor de rechtbank in Breda in gang zet. Bij de rechtzitting van 15 september 1858 wordt de beklaagde Adrianus Martens schuldig bevonden aan het doorrijden bij de tolboom zonder tolgeld te betalen en het vernielen van de afsluiting, en rekening houdend met verzachtende omstandigheden wordt hij veroordeeld tot twee boetes van elk f 10,= en tot betaling van de proceskosten.
[231 - Bron: Rijksarchief Noord-Brabant, Index strafraken arrondissementsrechtbank Breda, inv no 38, vonnis 344.]
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.