Louis Hartz (1869-1935), kunstschilder. Geboren in de Amsterdamse Jodenbuurt, doorliep de Rijksacademie en verbleef in verscheidene kustplaatsen, de laatste 15 jaar van zijn leven in Heemstede op het
adres Amarylluslaan 6, vlakbij de schilder-componist G.H.G.von Brucken Fock (woonachtig op nummer 14). Vader van graveur, boekverzorger en letterontwerper Sem Hartz.
Graf id-nummer:376343Begraafplaatsnr.:751(Plaats)aanduiding:E 6
Hij is getrouwd met Sara Rebecca Isaacson.
Zij zijn getrouwd op 31 maart 1898 te Amsterdam, N Holl, NL , hij was toen 28 jaar oud.
Bron;Burgerlijke stand - Huwelijk, Archieflocatie Noord-Hollands Archief ,Algemeen Gemeente: Amsterdam Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: reg.10;fol.15 Datum: 31-03-1898
Kind(eren):
LOUIS HARTZ - Kunstschilder 1869-1935 (Bron: http://www.jhm.nl/cultuur-en-geschiedenis/personen/h/hartz,+louis+jacob)
In de Sint Antoniesbreestraat, midden in de Amsterdamse jodenbuurt, werd op 11 september 1869 Louis
Jacob Hartz geboren. Hij was de zesde zoon van de commissionair Jacob Abraham Hartz en Judic Aaron de Haan. Behalve vijf broers had hij ook nog een drie jaar oudere zuster, Sara geheten. Al op jonge leeftijd hield Louis Hartz van tekenen en schilderen. Naar het schijnt schilderde hij in zijn kinderjaren veel veldslagen. Dit zal ongetwijfeld het gevolg zijn geweest van de Frans-Duitse oorlog (1870-1872) die in Hartz kinderjaren nog tot de recente geschiedenis behoorde.
Op 14-jarige leeftijd ging Louis Hartz naar de Academie voor Beeldende Kunst in Amsterdam. Hier kreeg hij onder andere les van August Allébé en Jan Voerman. Op 16-jarige leeftijd was Louis inmiddels toegekomen aan de klas voor naaktstudie. Allébé vond de jeugdige Hartz echter nog wat te jong voor die klas. Edmond Visser vertelde daar in 1925 in "De Vrijdagavond" de volgende anecdote over: "(...) Alebe (sic) liet hem bij zich komen en zei: "Ja, u bent wel wat jong voor die klas." Geen antwoord. Een verlegen stilzwijgen. Ook prof. Alebe
wist zoo gauw niet wat hij verder zou zeggen, redde zich uit de situatie: "Wilt u een sigaar?" En het antwoord was: "Professor, dank u, ik ben nog te jong om te rooken."" Hartz werd uiteindelijk toch
toegelaten tot de naaktklas.
In zijn academiejaren, en ook later, werkte Hartz veel op het atelier van zijn neef Meijer de Haan. Toen De Haan naar Frankrijk was gegaan kreeg Hartz zijn atelier in bruikleen. Hartz schilderde landschappen, stillevens (vooral bloemen), stadsgezichten en portretten. Ook heeft hij veel zeestukken en visserstaferelen geschilderd. Zo heeft het Joods Historisch Museum een fraai schilderij in bruikleen dat een vissersvrouw voorstelt. Op 31 maart 1898 trouwde Hartz met de 24 jaar oude Sara Rebecca (Bé) Isaacson, een nichtje van de schilder J.J. Isaacson. Zij werd door Edmond Visser in het hierboven aangehaalde artikel omschreven als "eene beminnelijke vrouw, die zelve eene begaafde artiste is: musicienne."
Hartz en zijn vrouw kregen vijf kinderen, waaronder de kunstschilder Sem Hartz.
Na zijn
trouwen vestigde Hartz zich in Amsterdam. Vervolgens ging hij in de Watergraafsmeer wonen dat toen nog een zelfstandige gemeente was. In de periode daarna woonde hij in diverse kustplaatsen zoals Noordwijk, Wijk aan Zee en Katwijk. In Katwijk had Hartz een huis en een atelier gekocht. Bij een brand in dit huis is veel van zijn werk verloren gegaan. Onder dit verloren materiaal bevonden zich veel werken met een joodse thematiek. Van dit werk had Hartz nooit iets verkocht. Het verlies van zijn werk betekende een grote slag voor Hartz, maar hij kwam er weer bovenop. Hiervan getuigen tentoonstellingen in de Lakenhal in Leiden en in Den Haag. In 1932 exposeerde hij in de Haarlemse kunstzaal Reeker. Hier hingen onder andere een portret van zijn zoon Sem Hartz, een aantal stillevens en een schilderij met de titel "Schelpenvisser".
In de loop van zijn leven heeft Hartz veel gereisd. Zo maakte hij studiereizen naar Spanje, Egypte, Tunis, Italië en Frankrijk. De indrukken die hij daar opdeed, heeft hij in verschillende schilderijen en tekeningen vastgelegd. Zijn laatste woonplaats was Heemstede. Hier overleed hij op 17 oktober 1935.KUNSTSCHILDER LOUIS HARTZ (1869-1935)
De laatste 15 jaar van zijn leven was de op 17 oktober 1935 overleden kunstschilder Louis Jacob Hartz woonachtig in Heemstede op het adres Amarylluslaan 6, vlakbij de schilder-componist G.H.G. von Brucken Fock (wonende op nummer 14) en in de buurt van de destijds befaamde schilder van landschappen en bloembollenvelden A.L.Koster die na 1905 tot zijn overlijden in 1937 in de Koediefslaan domicilie hield. Louis Hartz, van Joodse herkomst, is op 9 november 1869 geboren in de Amsterdamse jodenbuurt als zesde zoon van een beursman en met verschillende familieleden in de diamanthandel. Als kind van vijf jaar schilderde hij al veldslagen, in een periode dat de verhalen over de Frans-Duitse oorlog naklonken. Op de lagere school toonde Hartz reeds aanleg voor de tekenkunst en op 17-jarige leeftijd deed hij eindexamen op de Rijksacademie van Beeldende Kunst, waar hij les kreeg van o.a. August Allébé (1). Het gaf hem recht gevende op deelname aan een wedstrijd om de Prix de Rome. Favoriete thema’s werden strandgezichten, landschappen, portretten en figuren, stillevens en bloemen.
Leerschool
Louis Hartz is op 11 september 1869 midden in de Amsterdamse Jodenwijk, in de Sint Antoniebreestraat geboren in een gezin van uiteindelijk 7 kinderen. Behalve van Maurits van der Valk in de tekenschool op Felix Meritis ontving Hartz na de academie les in het atelier van zijn oudere neef Isaäc Meijer de Haan, destijds een gewaardeerd genreschilder en later in Hattem van de daar gevestigde landschapsschilder Jan Voerman sr. Nadat deze naar Frankrijk verhuisde verkreeg Hartz diens atelier in bruikleen. Ofschoon moeilijk in te delen – zelf meende hij tot geen specifieke kunstrichting te horen – behoren zijn techniek en picturale visie tot de Amsterdamse School, tot de ‘klassieke’ school van Breitner en Hartz’ vriend Israëls. Karakteristiek is het oprechte gevoel voor kleuren, warmer, nobeler en dieper dan het palet van de jonge Israëls en zeker rustiger. Zijn vaardigheid vond altijd de juiste vorm maar nooit werd die vorm geprononceerd ten koste van de rijpheid der kleuren. Louis Hartz maakte enkele studiereizen, naar Frankrijk, Spanje, Italië, Tunesië en Egypte. Hij huwde in 1898 met een begaafd pianiste en muziekpedagoge Sara
Rebecca (Bé) Isaacson, een nicht van de kunstschilder J.J.Isaacson. Zij was een klasgenote en levenslange vriendin van Willem Mengelberg. Samen met haar kreeg hij vijf kinderen, onder wie de tekenaar, letterontwerper en grafisch vormgever Sem Hartz. Na zijn trouwen vestigde de familie zich tot 1890 in de Watergraafsmeer, in die tijd nog een zelfstandige gemeente. Daar werden regelmatig middagbijeenkomsten georganiseerd met prominente kunstenaars uit zie dagen zoals Berlage, Mendes da Costa en Jessurun de Mesquita. Na Hattem en een korte periode in Wijk aan Zee, woonde en werkte Hartz in Leiden (van 1910-1916) en Katwijk (1916-1920). Vanuit Leiden bracht hij al de zomermaanden in Noordwijk en Katwijk door vanwege zijn belangstelling voor zee-, vissers- en strandgezichten.
In Katwijk had Hartz een huis met atelier gekocht. Feitelijk leefde hij een enigszins teruggetrokken leven wars van tentoonstellingen, met uitzondering van zijn bijdragen aan ‘Arti et Amicitiae’ en daaraan is het te verklaren dat – afgezien van een expositie in 1911 in het Stedelijk Museum Amsterdam met M. van der Valk en S.Jesserun de Mesquita – zijn enige grote tentoonstelling – met 91 doeken – pas een jaar na zijn overlijden plaats had onder auspicië;n van het tekencollege ‘Kunst Zij Ons Doel’ in het Frans Hals Museum. Een recensent schreef naar aanleiding hiervan: “Men zegt van Louis Hartz dat hij melancholisch was. Het is mogelijk. Maar nooit heeft deze melancholie de diepere vreugde kunnen verdrijven, die deze oprechte kunstenaar ons in zijn schilderijen als een stuk van zich zelf heeft nagelaten”.In 1920 verhuisde het gezin Hartz naar een nieuw gebouwde wijk, de Bloemenwijk ofwel ‘Eiland Rozenburg’, niet ver van het station Heemstede-Aerdenhout en waarbij de straten zijn vernoemd naar bloemen als een herinnering aan de bloembollenvelden van de Joh. Rozenkrantz en diens bloembollenbedrijf ‘Rozenburg’, in 1781 gesticht. Het was in de 19e eeuw een firma met Europese roem en werd na 1853 door Jacob Preijde, later aan de Kerklaan totdat 15 juni 1939 officieel een einde kwam aan de onderneming.Meeste werk door brand en oorlog verloren
Verscheidene straattaferelen, tot 1890 vervaardigd in de Amsterdamse Jodenbuurt, bevinden zich thans in Frankrijk en de Verenigde Staten. Ander werk in onder meer Boymans (Rotterdam), de Lakenhal (Leiden), Drents Museum (Assen), Joods Historisch Museum (Amsterdam) en het Frans Hals Museum in Haarlem. Verreweg het grootste deel van zijn oeuvre is verloren gegaan. Reeds woonachtig in Heemstedewerd zijnverhuurde huis en atelier te Katwijk in 1920 door brand getroffen en gingen vele honderden schilderijen en tekeningen, waaronder ook veel met een Joodse thematiek, meer dan 30 jaar levenswerk in vlammen op. Toch wist hij zich van deze ramp te herstellen. In Haarlem was hij werkend lid van ‘Kunst Zij Ons Doel’. Van zijn nieuwe werk hadden kleine exposities plaats in de Lakenhal (Leiden), in Den Haag en in de Haarlemse kunstzaal Reeker. In 1939 zou een herdenkingsexpositie in het Stedelijk Museum van Amsterdam worden georganiseerd, maar kon ten gevolge van de omstandigheden in die onzekere tijd geen doorgang vinden. Bij het uitbreken van de oorlog zijn enkele honderden doeken door de Duitse bezetters meegenomen en nooit teruggekeerd.
Voor 1920 heeft Hartz, gegrepen door de schoonheid van de zee, talrijke zeegezichten, schepenvissers en vissersvrouwen uit de dorpen aan de Noordzeekust vooral in Katwijk en Wijk aan Zee geschilderd. Verder stillevens en bloemstukjes. Na de ramp die zijn werk grotendeels vernietigde, heeft hij zich speciaal op het portretschilderen toegelegd, waardoor hij in ruimer kring bekend is geworden. Een aantal portretten van professoren, zoals van dr.J.J.Hartman, bevindt zich in de Leidse senaatskamer van de Rijksuniversiteit. Andere portretten zijn bekend van o.a. de Haarlemse schrijfster Geertruida Carelsen, de Leidse burgemeester jonkheer De Gijselaar, de Duitse schaker Emanuel Lasker en filosoof dr.J.D.Bierens de Haan. Artikelen over de kunstschilder en etser verschenen in onder andere ‘Elsevier’(1917) en ‘Op de Hoogte’(1924). Als zijn filosofie vertelde hij in laatstgenoemd tijdschrift in een gesprek met Edmond Visser: “Hoe dieper je kijk wordt wordt, hoe dieper je techniek, die een levend iets is en geen star recept. Essentieel is kunst en de verschillen zijn slechts microscopisch. Dat is als met de mensch in het algemeen: essentieel is hij hetzelfde was hij hetzelfde en zal hij toch hetzelfde zijn. Dezelfde hartstochten beheerschte de oude Grieken als den hedendaagschen mensch” (…) Een schilder is geen machine. Hij moet schilderen, wat hij niet kan nalaten te vertellen. Vertellen is geen goed woord want je moet geen verhaaltjes schilderen. Verhaaltjes behooren tot het gebied van de literatuur. Eigenlijk is wat dat betreft, het stilleven ideaal. Daarbij is alle actie uitgeschakeld. Au fond kun je in het meest eenvoudige stuk schilderwerk het Eeuwige uiten: in een blad, in een bloem”.
Hartz’ werk vraagt een aandachtige beschouwing want de beste kwaliteiten ervan liggen niet zo aan de oppervlakte. In de loop der jaren werden de kleuren dieper en warmer en men zal vooral door de blije kleurigheid worden getroffen. Zelfs de oudste werken die bewaard zijn gebleven hebben weinig of niets van hun kleurigheid ingeboet. Louis Hartz overleed op 17 oktober 1935 na enige tijd verpleegd te zijn in het Haarlemse Joles ziekenhuis en is op 22 oktober 1935 begraven op de Algemene Begraafplaats in Heemstede, locatie E-006F (2).
Begin juni 1936 daarop kwam Louis Hartz nog een keer landelijk in het nieuws met het volgende bericht dat een waarschuwing inhield: style="border: 0px; font-size: 13px; margin: 0px; outline: 0px; padding: 0px; vertical-align: baseline; color: #333333; font-family: Verdana, Arial, Helvetica, sans-serif; line-height: 23px">“Het is ons gebleken, dat er in Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, kleuretsen verkocht worden op den naam Louis Hartz. Deze etsen worden uit het buitenland ingevoerd en zijn niet gemaakt door den te Heemstede overleden schilder Louis Hartz”.Schenking
In maart 1988 is een overzichtstentoonstelling met ruim 60 schilderijen georganiseerd in de gemeentelijke openbare bibliotheek Heemstede, die ook buiten de regio veel aandacht trok. Door zijn zoon, de graveur en vormgever Sem L.Hartz zijn bij die gelegenheid vier doeken van zijn vader geschonken, te weten: 1) een olieverf: Garnalenvissers in Katwijk. Olieverf op linnen. Zonder lijst. Gesigneerd links onder Louis Hartz. 55cm. hoog x 46 cm. breed. Circa 1918.
Louis Jacob Hartz | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1898 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sara Rebecca Isaacson |
Louis Hartz
Geboorte: 11 sep 1869
Overlijden: 18 okt 1935 - Netherlands
Leeftijd: 66
Begraven met
Naam; Leeftijd
Louis Hartz; 66
Louis Hartz; 48
Herman J. Hartz;