Geboortedatum: Bij de bespreking van Dorpii Vita - de levensbeschrijving van Martinus Dorpius - is sprake van een brief aan Erasmus van 28-11-1519, waarin Martinus van zijn vader Bartholomeus zegt 'vir senex ac pene octoqeniarius' i.e. een bejaarde man, bijna 80 jaar oud. Bartholomeus zal dus rond 1440 geboren zijn.
Bartholomeus is kerkmeester Naaldwijk 1475, 1477, 1478; rentmeester (van de memorie- en kosterijgoederen in Rijnland,Delfland en Schieland) van de abdij van Egmond 1494-1506 (1519); rentmeester van de Heer van Naaldwijk (1496); schepen 's-Gravenhage 1509/10, 1514/15 en 1515/16; vroedschap 's-Gravenhage 1516/17; weesmeester 's-Gravenhage 1517.
Hij zegelt met drie afgerukte leeuwekoppen en woont tot ca. 1509 te Naaldwijk en nadien te 's-Gravenhage.
- Testament van Bertelmees Henricsz. en Baertgen:
Bertelmees Henricsz. vermaakt aan het Kapittel te Naaldwijk ten behoeve van het Onze Lieve Vrouwenlof in de parochiekerk van Naaldwijk 53 schellingen Hollands per jaar, waarvan 8 schellingen op een huis en erf gelegen in Naaldwijk toebehorende aan Jacob Aerntsz. en 45 schellingen op twee huizen, erven en geboomten toebehorende aan Gerijt Michiels Snijder en Geertruyt
Cronqerts, ook gelegen in Naaldwijk.
Op 13-3-1508 sterft Baertqen en Mees Henricsz. heeft voor hen beiden vermaakt aan het Kapittel een halve morgen, gemeen met Geryt Claesz.' weduwe op Hontsholredijc; aan de Heilige Geest de helft van de Hoqewerff op de geest, groot 14 hond, gemeen met dezelfde Heilige Geest, bruiker Gerijt Adriaensz.; aan het Godshuis
10 schellingen per jaar op een huis en erf van Joost Willemsz. aan de rooster van het kerkhof.
Voor de eeuwige memorie te houden in de Sint Jacobskerk te 's-Gravenhage op Sint Greqoriusdaq ten behoeve van 'Baerte Mees Heynricksz. wijff' bewijst Mees Heynricksz. 2 pond Hollands met een schepenbrief op het huis van Claes Klinkaert op de Voldersgracht. Anno 1509.
Mees Heynricksz. vermaakt nog 2 pond anno 1520.
Onroerende goederen:
Heinric Heinricsz. die Duvel schenkt aan de Heilige Geest te Naaldwijk 2 morgen te Naaldwijk in een kamp van 16 hond, genaamd Coppenland, waarvan de overige 4 hond (ten westen gelegen) door Mees Heinricsz. in leen wordt gehouden van de Heer van Naaldwijk.
De Heer van Naaldwijk heeft aan de Heilige Geest te Naaldwijk geschonken 8 hond land - de datum is niet bekend; - terwijl Reynier Jacobsz. en Mees Heinricsz. hun rechten op dit land afstonden.
Ook liep er een weg of een laan, die thans mede vernietigd is, naar een klooster (een overblijfsel hiervan draagt nog in sommige opzichten een kloosterachtig aanzien en is, zegt men, het huis waar de beroemde Dorpius geboren is), hetwelk op het dorpsplein uitkwam.
Mees Heynricxz. koopt op 6-2-1473 van Dirck van Bossch Pietersz. de helft van 16 morgen land in Zoeterwoude, de helft van twee percelen elk groot 1 morgen in Voorschoten en de helft van 1 morgen broekland aldaar. Op 10-11-1473 verkoopt hij dat land aan het klooster Sint Anna te Delft.
Bartholomees Hendriksz. koopt 1-7-1497 van Claas Claasz. een rente van 1 pond verzekerd op een huis, erf en boomgaard gelegen in Naaldwijk. Deze rente verkoopt hij 8-4-1499 aan het Kapittel te Naaldwijk.
Bertolmees Henrycksz. te Naaldwijk koopt op 1-3-1501 van Mr. Claes Jacobsz. en Barbara Jacobsdr. een rente van 4 pond Hollands uit 2 morgen land in het Honterland.
Op 7-5-1501 koopt hij van hen 3 morgen land in het Honterland. De brieven van eigendom staan vermeld in een register, dat toebehoorde aan een pater van het klooster Sint Barbara: de beroemde Christiaan Adriaansz. van
Adrichom alias Cruys van Delft.
Op 31-8-1502 huren Mees Heinricksz., Sijmon Hugesz. en Jan Bloom van de Oude Gasthuismeesters tot Delft 5 morgen land, zoals Jan Pieter Adriaensz. dat als laatste gebruikt heeft, gelegen in de ban van Naaldwijk, voor 15 pond Hollands per jaar, voor 20 jaren, ingaande 1503; gezegeld door Mees Henricksz. en Jan dye Burchgrave (43).
Op 16-2-1503 S.C. (= 1504) wijst het Hof van Holland vonnis in verband met een procedure tussen Meeus Henrycxz. en Willem Coppertsz., waarbij Meeus in beroep is gekomen tegen een vonnis van baljuw en mannen van Naaldwijk aangaande een huis, dat eiser met verweerder gemeen heeft in het dorp van Naaldwijk. Het huis zal in het openbaar worden verkocht.
Op 28-7-1505 wijst het Hof van Holland vonnis in het geding tussen Simon van der Meer en Meeus Heinricsz. Mees Henricsz. blijkt d.d. 1-5-1511 een rente van 25 st. te hebben op een huis te Naaldwijk, toebehorende aan Adriaen Adriaansdr., weduwe van Jorijs Jacobsz. Nyetap.
Het kapittel te Naaldwijk verhuurt in 1512 aan Simon Gerritsz. een erf in Naaldwijk, ten zuiden belend door Mees Hendriksz.
Volgens het erfhuurboek van 's-Gravenhage en Haagambacht van 31-12-1512 heeft Bertelmees Heynryckzoen twee percelen in eigendom, gelegen tussen de Jan Hendrikstraat en de Kerkstraat (de latere Schoolstraat), waarvoor hij elk één denarie erfhuur betaalt.
Bij de boedelpapieren van Willem Meesz., die zijn toegevallen aan zijn zoon Jacob Willemsz., bevindt zich een brief van Bertelmees Heynryckz. inhoudende tweevijfde deel van 7 morgen land in Monsterambacht, gedateerd 15-5-1514.
Mees Heynrixz. koopt op 29-6-1515 van Jan en Willem, Aernt Claesz. kinderen, een rente van 10 pond Hollands, verzekerd op 4 1/2 morgen land te Monster.
Hij is getrouwd met Baertgen Willems Hoeck.
Zij zijn getrouwd rond 1470 te 's-Gravenzande, Westland, ZH, NL.Bron 1
Kind(eren):
Bartholomeus Heijndriks van Dorp | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1470 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Baertgen Willems Hoeck |