erfelijk soeverein vorst der Verenigde Nederlanden, koning der Nederlanden, prins van Oranje-Nassau, groothertog van Luxemburg, vorst van Fulda, graaf van Corvey, Weingarten en Dortmund, hertog van Limburg
Hij studeerde te Leiden en werd in 1790 generaal der infanterie en gouverneur van Breda. Hij streed in 1793 en 1794 in de Zuidelijke Nederlanden tegen de Fransen, nam in 1799 deel aan de inval bij Den Helder, verwierf in 1802 Fulda, Corvey, Weingarten, Dortmund, Isny en Buchhorn als schadeloosstelling, doch verloor deze gebieden in 1806. In Oostenrijkse dienst, als luitenant veldmaarschalk, werd hij gewond in 1809 bij Wagram. Op 2 dec. 1813 ingehuldigd te Amsterdam als souverein vorst, regeerde hij, na 16 maart 1815 als koning der Nederlanden, tot zijn troonsafstand te Apeldoorn op 7 okt. 1840. Hij verwierf in 1815 het groothertogdom Luxemburg in ruil voor zijn Duitse erflanden. In 1816 werd hij Vliesridder
Hij vecht samen met zijn broer in de zuidelijke Nederlanden tegen de Fransen
In 1806 tijdens de slag bij Jena vecht hij als Generaal aan Pruisische zijde tegen de Fransen. Als de Fransen winnen wordt hem Fulda ontnomen en trekt hij zich terug op zijn landgoed, slot van Razoten, in Posen (Poznan), deze waren in 1797/1798 aangekocht. Zijn vader Prins Willem V overlijdt op 9 april 1806 tijdens een bezoek aan zijn dochter Louise in Brunswijk.
In 1809 vecht hij als Luitenant-Generaal in Oostenrijkse dienst tegen de Fransen in de Slag bij Wagram. De Fransen winnen de slag en Prins Willem Frederik raakt hierbij gewond aan zijn been.
Als Napoleon's Rusische veldtocht op een mislukking uitloopt begint Prins Willem Frederik weer hoop te koesteren voor een bevrijd Nederland. In Engeland overlegt hij met de Engelse minister Castlereagh over de terugkeer van de Oranjes in de Nederlanden, de minister reageert echter terughoudend.
Vlak na Napoleons nederlaag bij Leipzig in oktober 1813, krijgt Prins Willem Frederik een brief van de Oranjegezinde G.K. van Hogendorp met het verzoek zich naar Nederland te begeven en op 30 november zet hij bij Scheveningen voet op Nederlands grondgebied. Twee dagen later presenteert hij zich niet als Stadhouder Prins Willem VI maar als souverein Vorst Willem I.
Engeland
Op 18 januari 1795 vluchten de Oranjes naar Engeland, vanwege de oprukkende Fransen.
Terwijl zijn vader Prins Willem de V van Oranje-Nassau een afwachtende houding aanneemt maakt Prins Willem Frederik van Oranje-Nassau plannen om de Nederland te bevrijden.
Hij neemt deel aan Russisch-Engelse inval in Noord Holland
Willem onderhandelt met Napoleon over schadeloosheidstelling van de Oranjebezittingen die door Napoleon in beslag waren genomen
In 1802 worden het katholieke Fulda, Corvey, Weingarten en Dortmund samen met nog wat andere gebieden toegewezen aan Prins Willem V van Oranje-Nassau. Deze weigert echter en machtigt zijn zoon Willem Frederik.
Van 1802 tot 1806 verblijft Prins Willem Frederik met zijn gezin als Duits Vorst in het circa 90.000 inwoners tellende Fulda
Oranjelijn
Nederlanden
Koning Willem I Frederik van Oranje-Nassau werkt hard en met grote inzet voor het opbouwen van het land en er vindt naar verloop van tijd een economische bloei plaats. Dit wekt bewondering op voor de Koning en hij krijgt bijnamen als; de 'koop-koning' of 'kanalen-koning'. Op 25 april 1814 worden de eerste Nederlandse geld-biljetten afgedrukt. Koning Willem I verleende eerder het octrooi aan de Nederlandsche Bank.
Koning Willem I Frederik van Oranje-Nassau kreeg veel macht hij beheerde de financieen, de buitelandse zaken, het leger en de vloot en de,van Engeland terug gekregen, kolonieen, samen met de Staten-Generaal had hij ook een wetgevende macht. De souvereine vorst moest lid zijn van de Nederlandse Hervormde Kerk.
Tijdens het Congres van Wenen (1815) waar de kaart van Europa wordt herzien onstaat het Koninkrijk der Nederlanden. De Zuidelijke Nederlanden wordt verbonden in een constitutionele monarchie. Ook krijgt Koning Willem I het Groothertogdom luxemburg in personele unie toegewezen als schadeloosheidstelling voor het verlies van de Nassause stamlanden.
Nederlanden
Het grondwetsvoorstel in 1815, van het 'nieuwe' Nederland werd goedgekeurd in de beide kamers van de Staten-Generaal, in België liep het een beetje anders. Het grondwetsvoorstel werd in België voorgelegd aan 1604 notabelen, hiervan brachten 1323 daadwerkelijk hun stem uit. Van de 1323 waren er 527 voor en 796 tegen, een te grote meerderheid was dus tegen. Niet zo vreemd want de staatschuld van het Zuiden was (25 miljoen) aanzienlijk lager als die van het Noorden (1250 Miljoen).
Het grondwetsvoorstel liep dus vast, de Noordelijke-Nederlanden aanvaarde het voorstel en de Zuidelijke-Nederlanden wezen het af. Koning Willem I had hier een goede oplossing voor bedacht, na bestudering van de tegenstemmen bleek dat 126 tegenstemmers als belangrijkste bezwaar hadden tegen sommige bepalingen over de godsdienst. Omdat volgens de Koning die bepalingen waren opgelegd door de mogendheden als voorwaarde voor de eenwording, kon men ze niet anders dan ze in de grondwet opnemen. De 126 tegenstemmers waren dus opeens voorstemmers waardoor het verschil tussen voor- (incl. de Staten -Generaal van de Noordelijke-Nederlanden) en tegenstemmers te klein werd en de belangen te groot dat het gronwetsvoorstelvoorstel aangenomen werd. Overeenkomstig met het grondwetsvoorstel werd een nieuwe Staten-Generaal gekozen. De Eerste Kamer bestond uit leden van de adel en de Tweede Kamer die bestond uit 55 afgevaardigden van de Noordelijke en 55 van de Zuidelijke Nederlanden bestond, ook dit waren voornamelijk mensen van adel.
Op 7 November 1816 ontslaat Koning Willem I zijn secrataris en Vice-President van de Raad van State, Van Hogendorp, vanwege openlijke kritiek op de Koning.
Nederlanden
Koning Willem I der Nederlanden vaardigde in 1819 een taalwet uit waarin hij de provincies Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Brabant vanaf 1823 officieel Hollandstalig wilde maken. Iedereen die zich niet wilde schikken zouden uit hun ambt ontheven moeten worden, van politieagent tot rechter. Meer dan 100 .000 Belgen tekenden tegen de taalwet, zij werden aangevuurd door de pro -Franse Adel en de Katholieke Kerk. Het noorden van Brabant verbond zich economisch meer aan de Noordelijke Nederlanden, hierbij speelde mee dat Breda en Tilburg sterke banden hadden met de Oranjes. Ondanks alles wist de Koning de infrastructuur en de steden in het zuiden en Noorden te verbeteren. De Koning kreeg ook steun vanuit de Belgische hoek nl. de Liberalen daar.
De industrieële revolutie was in Engeland al flink op gang gekomen en in Nederland wou het nog niet zo lukken dus werd de N.H.M. (Nederlandse Handels Maatschappij) opgericht in 1824. Het was een maatregel die de tot doel had de (internationale) handel op elke wijze te bevorderen. Koning Willem I der Nederlanden nam gelijk voor 4 miljoen gulden aan aandelen in de N.H.M. Koning Willem I garandeerde een dividend van 4% waar destijds een basis rente van 2% gelde, hierdoor namen veel kapitaalkrachtige Nederlanders aandelen in de N.H .M. In het begin van het bestaan van de N.H.M. ging het goed, het dreef handel met de landen rond de Oostzee en met Zuid-Amerika.
In de zuidelijke staten wordt de roep om de vrijheid van drukpers en onderwijs groter, en wil de invoering van juryrechtspraak en de afschaffing van de belasting op het gemaal. Op 28 april 1829 neemt de Kamer neemt met grote meerderheid de nieuwe Drukperswet aan. Deze wet geeft meer vrijheid, maar gaat volgens velen niet ver genoeg. De Kamer verwerpt de begroting als demonstratie tegen de Koning. De spanning tussen het parlement en de Koning over het taalbesluit, persvrijheid en onderwijs loopt op. In 1830 matigt Koning Willem I matigt de perswet, de taalbesluiten en versoepelt de regels van het onderwijs.
België
Koning Willem I der Nederlanden valt in 1830 België met 10.000 man binnen en veroverde Leuven en Hasselt dit voor korte duur omdat het Franse leger de grens met België overtrokken om de Belgen bij te staan, Nederland trok zich terug.
België
Koning Willem I wordt in 1832 gedwongen door Engeland en Frankrijk de nog bezette gebieden in België op te geven. Koning Willem I weigerde en daarop wordt er in november een vlootblokkade gelegd. De Fransen bestookte de Antwerpse citadel die nog in Nederlandse handen was, de strijd wordt op 23 december opgegeven.
In 1833 blijven Frankrijk en Engeland aandringen op zelfstandigheid van België en Koning Willem I der Nederlanden wilde daarop niet ingaan. Hierop werd de Nederlandse kust geblokkeerd en kwam er een embargo op het gebruik van de Nederlandse vloot. Later in 1833 gaf Koning Willem I der Nederlanden zijn aanvals-politiek uiteindelijk op. Maar de onafhankelijkheid van België erkennen kwam niet in hem op. Het duurt uiteindelijk tot 1839 totdat hij een grensregeling wou treffen. Uiteindelijk is het een duurdere scheiding geweest . Als Koning Willem I in het begin van de jaren 1830 de scheiding had geaccepteerd, was de staatschuld verdeling 16/31 voor België en 15/31 voor Nederland, volgens internationale politici, op het einde moest Koning Willem I de verhouding 6/7 voor Nederland en 1/7 voor België.
België
In 1833 blijven Frankrijk en Engeland aandringen op zelfstandigheid van België en Koning Willem I der Nederlanden wilde daarop niet ingaan. Hierop werd de Nederlandse kust geblokkeerd en kwam er een embargo op het gebruik van de Nederlandse vloot. Later in 1833 gaf Koning Willem I der Nederlanden zijn aanvals-politiek uiteindelijk op. Maar de onafhankelijkheid van België erkennen kwam niet in hem op. Het duurt uiteindelijk tot 1839 totdat hij een grensregeling wou treffen. Uiteindelijk is het een duurdere scheiding geweest . Als Koning Willem I in het begin van de jaren 1830 de scheiding had geaccepteerd, was de staatschuld verdeling 16/31 voor België en 15/31 voor Nederland, volgens internationale politici, op het einde moest Koning Willem I de verhouding 6/7 voor Nederland en 1/7 voor België.
Aan het einde van de jaren 30 groeide in Nederland de weerstand tegen Koning Willem I. Vernieuwers namen hem de restauratie van de monarchale macht kwalijk en de conservatieven namen zijn vrijzinnigheid en vooruitstrevendheid op velerlei gebied kwalijk. De oorlog met België had veel geld gekost en ons land met enorme schulden opgezadeld. In deze tijden van grote maatscappelijke onrust maakte Koning Willem I (1772-1843) huwelijksplannen met Henriette d'Oultremont (1792-1864), Gravin van Nassau in 1841, de voormalige hofdame van zijn overleden gemalin. Ze was Belgisch, katholiek..dat ging er niet in bij de Hollanders. De pers leverde veel kritiek, de bevolking mopperde en werd daarbij aangemoedigd door Prins Willem II Frederik Georg Lodewijk, Prins van Oranje-Nassau die zijn kansen schoon zag voor de troonopvolging.
Voordat Koning Willem I (1772-1843) aftrad had hij nog een paar grondwetsvoorstellen ingebracht, volgens de nieuwe grondwet werden de ministers strafrechtelijk verantwoordelijk en dienden ze in het vervolg hun handtekeningen te zetten onder Koninklijke Besluiten, het zogenaamde Contra -sign. Koning Willem I (1772-1843) trad af (uit onvrede met de nieuwe grondwet) en vertrok naar Duitsland en trouwde in 1841 alsnog met Henriette d'Oultremont (1792-1864) en overleed op 12 december 1843.
(1) Hij is getrouwd met Wilhelmina Frederika Louise van Pruisen.
Zij zijn getrouwd op 1 oktober 1791 te Berlijn, Duitsland, hij was toen 19 jaar oud.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Henriëtte Adriana Flora Ludovica d' Oultremont de Wégimont.
Zij zijn getrouwd op 17 februari 1841 te Berlijn, Duitsland, hij was toen 68 jaar oud.
D. van Alff, W. Baron van Ittersum, R.T. Muschart en Dr. TH R. Valck Lucassen
Uitgever: A.A. M. Stols
Akteplaats: Maastricht
Schrijver: D. van Alff ea.
Type: genealogie
Gebeurtenissen 1937
Uitgever: Europese Bibliotheek
Akteplaats: Zaltbommel,ZH,NLD
Schrijver: A.W.E. Dek
Gebeurtenissen 1970
Akteplaats: Haarlem
Type: Biografiën
Uitgever: H.J.W. Becht
Schrijver: drs. R.E. van Ditzhuyzen
Gebeurtenissen 1992