tussen maart 7, 1696/97 - February 22, 1698/99
Hij is getrouwd met Seipcke Fockens Meininga.
Zij zijn getrouwd op 2 april 1667 te Eexta gemeente Oldambt Groningen.Bron 1
Bij het aangaan van huwelijksvoorwaarden ontvangt hij van zijn moeder 80 a 90 deimt land te Blijham, geëërfd van haar ouders. Aan zijn zijde compareren zijn moeder en beide zwagers, aan de hare de zijlvest Eltio Hindrix als grootvader, Ds Henricus Walrix als oom, Hindrick Mennens, Dr Abraham Huisman en Aelrich Heerens als neven.
----Beerta: Fol.79 - 7 december 1691 - Jr. Bonno Huninga, geassisteerd door zijn neef jr. Philips Reinhardt Finck, maken een akkoord met Tjaetjen Remkes, weduwe van Otto Holst, geassisteerd door haar schoonzoon Reentko Reens. Jr. Bonno Huninga is schuldig aan Tjaetjen Remkes 1200 car.gld., dit bedrag komt voort uit de volgende posten 450 car.gld., zoals voorkomt in het rekenboek van wijlen Andries Holst, dd. 13 september 1682. Een obligatie van 15 maart 1688 ter grootte van 150 car.gld. nog wegens achterstallige schatting 229 car.gld. Wijders noch wegens een obligatie van 200 carol.gl. Soo Otto Holst sal. voor de heer Huninga wegens Pieter Pieters van Stapelmoer an Jan Post hadde betaelt. Verder 60 car.gld. rechtskosten. Achterstallige rente, 75 gld., en boekschulden 36 car.gld. Om te beginnen zal de jonkheer over het bedrag 5% rente betalen. Getuigen: Cornelius Vegter en Gerrit ter Brüggen.
----Beerta: Fol.128 - 29 oktober 1692 - Geert Tonnis Hesse nom.ux. in qlt. mede-erfgenaam van wijlen Sijpke Fockens, gewezen huisvrouw van jr. Bonno Huininga, geeft een volmacht aan dr. F.Sijbinga om uit zijn naam tot een akkoord te komen met jr. Bonno Huninga m.b.t. de nalatenschap van Sijpke Fockens.
----Beerta: Fol.159 - 2 augustus 1693 - jr. Bonno Huninga, voor zich zelf en als leg.tut. over zijn minderjarige kinderen, verkoopt aan koopman Geert Hermans Hesse sijn sekere stuck boven of uitgegraven veenlandt soo gelegen is in de oude Beerta in de noorteinde van dien heerdt soo de coper voor desen van de vercoperen heeft gecoft. Ten noorden Finsterwolder swet, ten oosten Ocko Jans, ten zuiden de koper, ten westen de verkoper met zijn laan. Prijs: 300 car.gld. Getuigen: Mentko Wijpkes en Gerrit ter Brüggen.
----Beerta: Fol.275 - 19 juni 1695 - Jr. Bonno Huninga leent van Reindt Ebels, Cornelius Jans en Tiapko Poppens, voogden over de kinderen van wijlen Meerten Ebels en Trijnje Jans (gew.ehel.), 250 car.gld. B 5%. Borg: jr. Eppo Huninga. Getuigen: jr.Ph.Reinhardt Finck en Haiko Thomas.
----Beerta: Fol.284 - 20 november 1695 - Jr. Bonno Huninga is schuldig aan Tjaedtjen Remkes, weduwe van Otto Holst 300 car.gld. B 5%, vanwege geleverde waren, zoals reeds geleverd tijdens het leven van jr. Bonno Huninga=s vrouw Sijpke Huninga=s leven. Getuigen: jr. Phil.Reinhardt Finck en Haicko Thomas.
----Beerta: Fol.285 - 20 november 1695 - Jr. Bonno Huninga en Eppo Huninga met juffer Tijtsia Heckmans, mede voor haer beide broers Jacob en Sebo Hermans. Verklaren ieder voor een derde deel schuldig te zijn aan Tjaedtje Remkes, weduwe van Otto Holst, 260 car.gld. B 5%. Afkomstig van niet berekende schuld van wijlen Tjade Tiddinga, weduwe Huninga, moeder en grootmoeder van de comparanten. Zie: 13 september 1682. Getuigen: jr. Phil.Reinhardt Finck en Haicko Thomas.
----Beerta: Fol.410 - 4 maart 1698 - jr. Bonno Huninga, voor zichzelf en als leg.tut. voor zijn onmondige kinderen, leent van Focko Waldrix en Hindrick Jans, opsienderen van de kerk in de Beerta 100 daler B 5%. Getuigen: Marten Beerents en Tonnis Evers.
----Beerta: Fol.442 - 24 november 1698 - Luitenant jr. Jacob Heckman, Focko Waldrix en Hero Hommes voogden over de minderjarige kinderen van wijlen jr. Bonno Huninga en vrouw Sijpke Fockens, anders Huninga (gew.ehel.) met Geert Tonnis Hesse en Censke Huninga (ehel.) vanwege geleverde waren aan het huis van jr.Bonno Huninga schuldig te zijn aan koopman Reindt Gerrits en Jantjen Claessen (ehel.) in de Beerta 600 car.gld. B 4:%. Getuigen: Tonnis Evers en Riendelt Ockes.
Kind(eren):
From 1666 to 1668 and possibly 1672, Jonker Bonno Huninga van Oostwold occupied the farm at Molenstraat 66 in Scheemda (BWO 21) and then moved to Beerta where he lived as Lord on the Huningaborg from 1667 to 1692 (BBB 21).
In Groningen was "Joncker" de titel van een hoveling. In Friesland en Groningen was het de bezitter van een borg, die zich in de loop der tijden allerlei heerlijke rechten wist toe te eigenen. Oorspronkelijk woonden ze in een boerderij, later werd dit een borg, of zoals elders een adellijk kasteel. Tot de 16e eeuw komt alleen de titel "hoofdling" voor, daarna noemden ze zich liever "Jonker".De hovelingen hebben geleidelijk de macht en heerschappij in de Ommelanden aan zich getrokken, maar zij verloren veel van hun gezag onder de Centrale Regering van Karel V.
More About Jonker Bonno Huninga van Oostwold:
Occupation: Landbouwer
Bonno Huningha
Jonker Bonno Huninga van Oostwold | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1667 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seipcke Fockens Meininga |