Zij is getrouwd met Immed II(IV) van de Betuwe van Hamaland Graaf van Westsaksen en Utrecht.
Zij zijn getrouwd rond 969.
Kind(eren):
Zij is getrouwd met (1) Immed II (IV) van de Betuwe van Hamaland Graaf Van Westsaksen en Utrecht rond 969.
Kind(eren):
Diederik I Graaf van Kleef-Hamaland ± 971-< 1017
Meinwerk van Saksen Bisschop van Paderborn ± 975-1036
Glismode van de Betuwe van Saksen ± 975-1071
Emma van Saksen Vrouwe van Zevenaar Van Lesum ± 977-1036
Azela Immedinger van Hamaland ± 983-< 1041
Zij is getrouwd met (2) Balderic van Betuwe Duffelgouw na 983.
Kind(eren):
Robert I Graaf van de Betuwe en van IJssel En Lek ± 975-1037
Emma van Hamaland ± 985-????
Zij is berucht om haar eerzucht en wreedheid. Zij wordt in 1016 wegens moord ter dood veroordeeld, doch het vonnis wordt niet voltrokken. Zij speelde een belangrijke rol in de prefectuurstrijd die in 1018 in haar nadeel werd beslecht. Zij leefde de laatste jaren in Keulen, waar zij voor de Dom werd begraven.
=====================
De vroegst geschreven historische bronnen over het grondbezit op de Veluwe gaan terug tot de Karolingische tijd, aan het einde van de vroege middeleeuwen rond de negende en tiende eeuw. Delen van de Veluwe, waaronder het gebied rond Nijkerk en Putten, waren toen in het bezit van de Saksische graven van Hamaland, de Meginharden. Hamaland was een graafschap of gouw van het Karolingisch Rijk en lag aan beide zijden van de IJssel boven Arnhem. Deze gouw werd in de tiende eeuw bestuurd door graaf Wichman IV (ca. 920-974) die zijn residentie bouwde op de Eltenberg. Na zijn overlijden schonk hij twee derde van zijn
bezittingen (o.a. Hamaland, Veluwe en het Gooi) aan zijn dochter Liutgard. Zij werd de eerste abdis van het door Wichman opgerichte Sint Vitusklooster op de Eltenberg. Een derde deel van zijn bezit ging naar zijn andere dochter Adela. Over deze verdeling, oneerlijk in de ogen van Adela, ontstond een vete waarbij zelfs de Duitse keizer moest bemiddelen.
Uiteindelijk werd in het jaar 996 een oplossing gevonden en werden de goederen in o.a. Putte en Appelteruika (Appel) half om tussen het Sint Vitusklooster en Adela verdeeld. Nadat de zoon van Adela, Meinwerk, in 1015 het Benedictijner klooster van St. Petrus en Paulus, ook wel de Abdinghof te Paderborn stichtte, kwam zijn erfdeel in dit klooster terecht. Op deze wijze werden de vele goederen in het gebied rond Nijkerk en Putten van de Hamalandse graaf Wichman aan twee Duitse kloosters verbonden. Naast deze genoemde kloosters had de abdij van Werden al in 855 via een schenking bezittingen rond Nijkerk en Putten in handen gekregen, waaronder villa Rentilo (waarschijnlijk boerderij Renselaar), Archi (buurtschap
Ark bij Nijkerk) en Vunnilo (Wullenhove bij Nijkerk). In de meer zuidelijke delen van de Gelderse Vallei, rond Barneveld en Scherpenzeel, had vooral de bisschop van Utrecht veel goederen in bezit.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.