get Claes Centen, Jan Jansz
boer op de ouderlijke hofstede aan den Drogendijck in de polder Oud-Engeland (onder Poortugaal/in Lockhorsterland) (sedert 1627), woonde te Hoogvliet (1647), overl. na ca. 1650, tr. voor 14-5-1627 Maertje Ariensdr., waarschijnlijk afkomstig uit Rhoon, overl. na 20-10-1646, dochter van Arien
Ariensz. ‘t Boertgen en Ariaentje Pietersdr.
In het kohier der tweede 2OOe penning uit 1625 werd Marinus Pietersz. in Oud-Engeland voor een bedrag van 5 pond aangeslagen.
Voor 14-5-1627 was Lijsbeth Oiboirsdr. gestorven. Haar man Marinis Pietersz., wonende ‘op den drogendijck van outenden Nieuw Engelant, Ouvermaes gelegen onder de jurisdictie van Lockerslant’, kwam toen te Schiedam met zijn zoon Oorber (Oiber) Marinisz. tot een accoord, waarbij met geen woord over Lijsbeth werd gerept. Zoon Oorber beloofde zijn vader te onderhouden enz. en als de zoon of diens huisvrouw voor vader Marinis zou komen te overlijden, diende de langstlevende van hen beiden deze alimentatie voort te zetten. Ook na overlijden van de langstlevende der echtelieden zou deze onderstand moeten worden voortgezet en wel uit hun nagelaten goederen. Hiervoor droeg de vader aan zijn zoon over een woning op den Drogendijck, ‘daerinne sijluyden zijn wonende’, al het huisraad, paarden, koeien en andere beesten, alsmede de helft van de bruiklanden maar ook de schulden enz. De twee dochters van Marinis waren op dat moment nog twee derde parten van 100gld. aan hem schuldig. Na zijn overlijden zouden alleen zijn eigen landerijen tot de erfenis behoren.De rest zou aan zoon Oirber komen.
In het in 1628 opgemaakte kohier der 200e penning komt Marinus Pietersz. niet meer voor als inwoner van de polder Oud-Engeland, maar zijn zoon Oorber, die toch de ouderlijke boerderij had overgenomen, evenmin. Kennelijk was zijn welstand zodanig dathij niet voor opname in het genoemde kohier in aanmerking kwam.
Oorbor Marynusz., man en voogd van Maartjen Ariensdr., voor zichzelf voor een derde part en vervangende zijn zwager Bartel Jansz. van Hardenberch, getrouwd met Theuntjen Jans, en Pieter Cornelysz. Vermaet, getrouwd met Neeltje Jansdr., gezusters, en kinderen van Aeltjen Ariensdr., geprocureerd bij Jan Cornelisse Pater, gezamenlijk mede voor een derde part, en de voornoemde Oorbor Marynusz. als ‘behoude’ oom en voogd van Neeltje Pietersdr., weeskind van wijlen Pieter Ariensz. den Boer, voor het resterende derde part, kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van Ariaentje Pieters, weduwe van Arien Ariensz. ’t Boertjen, beiden gewoond hebbende en overleden te Rhoon, transporteerden op 20-10-1646 aan de op het dorp Rhoon woonachtige Pieter Leendertsz. op ’t Dorp 1 gemet zaailand in de polder genaamd Zweerdijck onder jurisdictie van Poortugaal, hetwelk aan de oostzijde belend was aan den Roonsen Droogendijck
Op 7-1-1647 compareerden de op Hoogvliet wonende Oirbaer Marinussen, Neeltghen Pieters, jongedochter geassisteerd met Henrick Denis Seratis, haar gekoren voogd in deze, elk voor een derde part, en Aerien Jansz. Pater, Bartel Jansz. van den Herdenberch en Pieter Cornelisz. Vermaet gezamenlijk mede voor een derde part, en zij transportreerden voor 150 Car. gld. aan Jacob Cornelisz. ’t Hart een huis met keet en erf op den Dorpsdijck in de heerlijkheid Rhoon. Dit huis was aan de west- en noordzijde aan genoemde dijk belend en belast met jaarlijks drie kapoenen ten behoeve van de heer van Rhoon en Pendrecht. Dezelfde dag werd er een custingbrief gepasseerd ten behoeve van de gemene erfgenamen van Ariaentgen Pieters. ten bedrage van 310 Car. gld.
0ngedateerde akte, welke evenwel in of omstreeks 1650 te Pernis werd opgemaakt,attesteerde de omtrent 44 jaar oud zijnde en in Oud-Engeland woonachtige Oorboor Marynisz., na gerechtelijk opgeroepen en gedagvaard te zijn, op verzoek van de in Hekelingen wonende Claes Gabrielsz. Braet. Oorboor verklaarde in april 1646 ten huize van Dirck Jansz. Vermeer op
Hoogvliet te zijn geweest in gezelschap van genoemde Braet en Gerrit Cornelisz. Vrijlandt toen de verhuring van 4 gemeten zaailand in den Wittenhoeck in de ban van Hoogvliet plaatsvond.
Hij is getrouwd met Maertje Ariens 't Boertje.
Ze zijn in de kerk getrouwd voor 14 mei 1627 te Poortugaal.Bron 2
Dit huwelijk niet gevonden te Poortugaal, ook de eerste dopen van hun kinderen niet, wellicht ergens anders gewoond?
Kind(eren):
Oorber Marinusz van Engeland | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1627 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maertje Ariens 't Boertje |
FS 46/687 https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QS7-89QJ-YL7S?i=45&cc=2037907
DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT MET DE TAKKEN VAN DER WAEL, HOOGVLIET EN DE WINTER UIT HOOGVLIET door K.J. Slijkerman en W.T. Molema-Smitshoek