Regest Sint Gerlach; 35 1320 april 23
Datum anno Domini MCCC vicesimo, ipso die beati Georgii martiris"
Nicholaus, proost, en het gehele convent van de H. Gerlacus verklaren, dat zij aan hun medezuster Johanna de Haren twee jaarrenten verkocht hebben, de ene ten bedrage van negen grossi en acht kapoenen en op te brengen door Johannes Zampenoys, de andere ten bedrage van vijf grossi en vijf kapoenen, op te brengen door Beatrix de Hoytheim, genoemd op den Passe. Verder verklaren zij, dat Johanna de Haren deze jaarrenten bestemd heeft voor het onderhoud van een eeuwigbrandende lamp, die geplaatste moet worden bij een met lelies versierd en op een groene draagbaar rustend kruisbeeld, dat zij in het klooster van de H. Gerlacus heeft laten opstellen.
Regest 33 1314 december 13
"Datum anno Domini MCCCXIIII, in die beate Lucie virginis" Godefridus, proost, en het gehele convent van de H. Gerlacus verklaren, dat zuster Johanna de Haren, genoemd luvenis, een jaarrente van twaalf vaten rogge uit twee bunder land te Houthem - erfelijk verpacht aan de weduwe van Wigerus de Houthem - heeft gekocht ten behoeve van een altijd brandende lamp, die in de kloosterkerk ontstoken zal worden voor het altaar van de H. Michael ter ere van de H. Maagd Maria, de H. Michael en alle heiligen.
https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=38&miaet=1&micode=14.D003&minr=14624201&miview=inv2&milang=nl
Beatrix van Houthem |