Kind(eren):
Afgebeeld een van de wapens van de naamsdragers Burggraaf.
Te Amsterdam is de Zuiderkerk, in weinig jaren gebouwd 1603-1611,
De functie van burggraaf is ontstaan in het graafschap Vlaanderen, waar vanaf de regering van Boudewijn V (1035-1067) de burggraaf de vertegenwoordiger van de graaf in de verscheidene kasselrijen was.
Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij het bevel voerde over de grafelijke burcht, die het militaire, administratieve en gerechtelijke centrum was van elke kasselrij en rond welke zich de hoofdplaats van elke kasselrij ontwikkelde.ofwel de karolingische onderverdeling in gouwen (castellania), in oorsprong een soort Middeleeuwse kantons, met als centrum een grafelijk kasteel.
Aan het hoofd ervan stond aanvankelijk een burggraaf of kastelein (castellanus), gekozen uit de lokale adel, die als plaatselijk vertegenwoordiger van de graaf instond voor de verdediging van het kasteel en het gerechtelijk en administratief bestuur van het gebied errond.
Hij had enkel zijn functie in erfleen, terwijl de burcht en het grondgebied aan de graaf bleven; deze laatste wist immers maar al te goed hoe snel een grondleen de facto een eigendom werd.
De status van de burggraaf als vazal van de graaf komt duidelijker tot uiting in zijn Franse titel 'vicomte', van het Latijn 'vicecomes', wat letterlijk 'ondergraaf' betekent. Hij werd bijgestaan door een schepencollege dat naast de bestuurlijke ook de rechterlijke bevoegdheid bezat.
Naast deze burggraven had je er ook die geen enkel gebied bestuurden maar uitsluitend het beheer van een grafelijke vesting tot taak hadden. Een voorbeeld hiervan was de burggraaf van Diksmuide, bevelhebber van de plaatselijke burcht die eertijds een sleutelpositie innam aan de IJzergolf, een intussen reeds lang verdwenen zee-arm. Het omgekeerde kwam slechts eenmaal voor : Waasten was een kasselrij zonder burcht noch burggraaf.
In de 12e en hadden enkele van deze adellijke burggraven toch genoeg macht verworven om de graaf de voet dwars te kunnen zetten, dus werden ze vanaf omstreeks 1200 systematisch vervangen door burgerlijke ambtenaren,de baljuws. Deze werden door de graaf betaald en waren dus veel betrouwbaarder.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.