Stamboom Hobers » Geesje Jans Hobers (1620-1703)

Persoonlijke gegevens Geesje Jans Hobers 

  • Zij is geboren in het jaar 1620 in Ane (Gramsbergen).
    Geesje is geboren op "t erve Hobers" in Ane. Haar geboortejaar is gebaseerd op de in ondertrouwinschrijving vermelde feiten. Haar doopinschrijving in Hardenberg is in 1708 verbrand:
    "1708 Den agsten meij is deese stadt ten enemaal afgebrant door een oude vrouwe genaamt Aeltje Kraak, alias Otten, en niets gebleven als het huijs van de weduwe Krols, de kerke en schole etc., in welke tijdt ook het trouw- en doopboek weggeraakt sijn"
  • Ze werd gedoopt in Hardenberg.Bron 1
  • Opleiding: Geen.
    Ze zet een "kruisje" onder beide ondertrouwinschrijvingen en haar testament.
  • Vermelding: Opmerkelijk.
    Geesjes tweede echtgenoot Claes was eerder getrouwd met Geesjes stiefdochter Annetje Andriesz. Claes is 18 jaar jonger dan Geesje. Geesje was zelfs doopgetuige bij hun drie kinderen geweest.
  • Geloof: Nederduitsch Gereformeerd.Bron 2
  • Woonachtig:
    • in het jaar 1647: Amsterdam "inde Laurierstraat op de hoek tweede dwarsstraat daar den bonten Os uijthangt".Bron 3
    • in het jaar 1647: Amsterdam "opde Louwerierstraet".Bron 4
    • in het jaar 1670: Amsterdam "in de Laurierdwarstraet".Bron 4
    • van 1698 tot 1703: Amsterdam "op de Laurierg[rach]t Z[uid] Zijde beijde middelste brugh".Bron 5
    • in het jaar 1703: Amsterdam "Inde blomstraat op de hoeck vande accolijstraat" .Bron 6
  • Zij is overleden op 5 maart 1703 in Amsterdam, zij was toen 83 jaar oud.Bron 6
    Haar boedelbeschrijving vermeldt:
    "Inde blomstraat op de hoeck vande accolijstraat int welck huijs Geesje Jans overleden is"

    Neef Gerrit Nieuwenhuis doet op 8 maart 1703 aangifte van het overlijden van Geesje:
    "maart 8
    gerrit nuhuijs voor geessie jans f 30:--"

    De familie betaalt begraafbelasting in de hoogste klasse: "Eerste Classis a 30 gulden"
    Geesje wordt een dag later begraven in de Wester Kerk:
    "9 geesie jans in de blom straat"

    De totale kosten voor de begrafenis zijn f 367:18:--; o.a. "aan veertien dragers f 42:--:--.

    De complete rekening van de begrafenis is te lezen bij Notities.
  • Zij is begraven op 9 maart 1703 in Amsterdam.Bron 7
  • Een kind van Jan (Johann) Hobers en NN
  • Jacobus Claesz is haar petekind
  • Jannetje Claesz is haar petekind
  • Jannetje Claesz is haar petekind
  • Geertruij Theunisz (Gemanuels) is haar petekind
  • Andries Nieuwenhuijs is haar petekind
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 8 maart 2023.

Gezin van Geesje Jans Hobers

(1) Zij is getrouwd met Andries Andriesz van der Mie.

Toestemming voor het huwelijk is 4 oktober 1647 verkregen te Amsterdam.Bron 4

"Den 4' Octob[er] 1647
Compareerden voor Roeloff Bicker en[de] Cornelis Abba com[m]issaris[sen]
Andries Andriess van Husterme backer wed[enae]r van Jannetje Reijers
woon[ende] inde Louwerierstraet en[de] Geesje Jans van Gramsbergen
(lees Ane)
out 27 Jaer, woon[ende] opde Louwerierstraet"


Ze kunnen beiden niet schrijven: "+" en "+"
In de marge staat: "sij heeft den 2' octob[er] bewijs gedaen ter weescaemer"

Kind(eren):



(2) Zij is getrouwd met Claes Jacobs van der Woude.

Toestemming voor het huwelijk is 23 mei 1670 verkregen te Amsterdam.Bron 4

"Den 23 Maii 1670
mans doot goed ingebracht
Compareerden voor d[e] h[ee]r J[acob] Trip commis[sari]s
Claes Jacobse van Runderwoud backer wed[enaer] van Annetje Andries woont in de Laurierstraet
en[de] Geesje Jans van Gramsbergen wed[ue] van Andries Driesse woont in de Laurierdwarstraet"
"Versoekende hare drie Sondaagse uytroepingen, omme naar deselve de voorsz. trouwe te solemniseren en in alles te voltrekken, soo verre daar anders geene wettige verhinderinge voor en valle. En naar dien sy by waarheyd verklaarden datse vrye Persoonen waren, en malkanderen in bloede niet en bestonden, waar door een Christelijk Huwelijk mochte verhindert worden, zijn hun hare geboden verwilliget."


Claes kan (nauwelijks) naamtekenen, "claes jacoopse" en "X"
In de kantlijn: sij w[ees]camer voldaen

Notities over Geesje Jans Hobers

WERK IN UITVOERING
Deze bladz. is nog volledig onder constructie.


Van Ane naar Amsterdam
Geesje, dochter van stamvader Jan Hobers, is omstreeks 1620 geboren op 't erve Hobers in Ane, een buurtschapje met toen hooguit een tiental boerderijen. Hier groeit ze op en hier werkt ze van jongsaf mee op de boerderij. Naar school gaan is er niet bij; schrijven heeft ze dan ook nooit geleerd. Haar wereldje is beperkt tot Ane en de zondagse gang lopend naar de kerk in Hardenberg. Zoals gebruikelijk is de opvolging op de boerderij voorbestemd voor haar oudste broer Hermen Hobers zodat zij haar bestaan elders zal moeten opbouwen.

Geesje en haar broer Jan besluiten naar Amsterdam te vertrekken; iets wat meer "Hardenbergers" in die tijd deden. Daar is werk in overvloed. Het relatief tolerante Amsterdam heeft al vanaf de Middeleeuwen een enorme aantrekkingskracht op vreemdelingen. Rond 1600 barst Amsterdam uit haar voegen, meer dan veertienduizend mensen kloppen jaarlijks aan bij de stadspoorten. Bij de grote uitbreiding van de stad in 1612 wordt de Jordaan aangelegd als volkswijk voor arbeiders en immigranten. Ook Geesje Jans Hobers vestigt zich omstreeks 1638 in deze nieuwe wijk; ze gaat wonen in de Laurierstraat.

De eerste bewoners van de Jordaan hebben het goed, de in 1602 opgerichte VOC zorgt voor veel werk. Er is vraag naar ambachtslieden, kleermakers, timmerlieden en andere toeleveranciers, maar ook naar onderofficieren en matrozen. De Brouwersgracht is met zijn ophaalbruggen eenvoudig bereikbaar voor de grote vrachtschepen. In de pakhuizen wordt een deel van de koloniale waar opgeslagen. Hierdoor ontstaat in de omgeving een industriegebied met bierbrouwerijen, papiermolens en fabriekjes. In iedere straat zitten wel een paar bakkers. Bakkerijen voorzien de handelsvloot van scheepsbeschuit.

De bewoning van de Jordaan wordt intensiever. Huiseigenaren verhuren hun zolders, kelders en kamertjes aan hele gezinnen. Tegen woningnood ontstaan vindingrijke oplossingen. Een dak wordt opgetild en een nieuwe verdieping wordt er tussen geplaatst. Doordat de huizen hoger worden, lijken de straten smaller te worden. Woningen worden ook opgesplitst in een voor- en achterhuis. Een lange smalle gang moet het achterhuis ontsluiten. Kasten worden omgebouwd tot 'bedstee'. Het jongste kind slaapt in de 'rolcoets', de onderste la van de slaapkast.

Eerste huwelijk
Zo is de situatie als Geesje in 1647 op relatief late leeftijd in het huwelijksbootje stapt. Haar echtgenoot woont net als Geesje in de Laurierstraat en is bakker van beroep. Ze is 'al' 27 jaar als ze trouwt met weduwnaar Andries Andrieszoon. Zeven jaar eerder trouwde hij met Jannetje Reijers. Andries en zijn eerste vrouw Jannetje kregen vier kinderen: de tweeling Annetje en Grietje, Andris en Geertruijt. Geesje Hobers wordt dus 'ineens' moeder van vier kleine kinderen.

Voordat weduwnaar Dries hertrouwt met Geesje dient hij zich te melden bij de weeskamer. In die kamer in het stadhuis op de Dam ten overstaan van de weesmeesters waarborgt hij de voogdij en nalatenschap van zijn kinderen: "hij heeft den 2' octob(er) bewijs gedaen ter weescaemer". Het ondertrouwregister eveneens opgesteld in het stadhuis op de Dam vermeldt:
"Den 4' Octob(er) 1647
Compareerden voor Roeloff Bicker en(de) Cornelis Abba com(m)issaris(sen)
Andries Andriess van Husterme backer wed(enae)r van Jannetje Reijers woon(ende) inde Louwerierstraet en(de) Geesje Jans van Gramsbergen
(lees Ane) out 27 Jaer, woon(ende) opde Louwerierstraet"

Ze kunnen beiden niet schrijven en zelfs niet naamtekenen; twee kruisjes onder de akte laten dat zien (afbeelding). Bij het kerkelijk huwelijk zullen de in Amsterdam wonende familieleden aanwezig geweest zijn, o.a. Geesjes broer Jan Jansz. Hobers met zijn vrouw Jannetje Sijmons en hun dochtertjes Hendrikje en Grietje. Geesje trekt in bij het gezin van Andries in het huis annex bakkerij met in de gevel "den bonten Os". Een jaar geleden kocht hij deze bakerij:

"Andries Andriesz backer een huijs ende Erve met getimmerte inde Laurierstraat op de hoek tweede dwarsstraat daar den bonten Os uijthangt"

Het huwelijk wordt gezegend met twee kinderen. In het eerste jaar wordt hun zoontje Johannes (vernoemd naar opa Johannes Hobers) geboren en twee jaar later weer een zoontje dat de naam Hendrick krijgt.

Geesje komt dus in de goede tijd in Amsterdam aan en ook zij bouwt er samen met haar man in de loop der jaren een vermogen op met de verhuur van kamertjes en kelders in de vele huizen die ze bezit. Knap voor iemand die niet kan lezen en schrijven.

Huijsen en Erven
Er zijn verschillende bronnen die laten zien welke onroerende goederen Geesje en haar man in de loop van de jaren kopen om te verhuren. In de eerste plaats natuurlijk de originele koopaktes. De meest overzichtelijke bron is echter de beschrijving van haar al haar bezittingen na haar dood. We kijken dus even 56 jaar vooruit, naar het jaar 1703. Geesje is dan overleden en uit de "Inventaris" blijkt hoeveel panden Geesje met haar man bezat, aan wie ze het pand of een deel ervan verhuurde en hoeveel huurpenningen ze ervoor ontving. De beschrijving laat goed zien hoe de verhuur in die tijd plaats vond. Soms wordt een huis voor een jaar of langer verhuurt. Kleinere ruimtes worden per week verhuurd. Zo verhuurt Geesje een "pothuis" voor zes stuivers per week. Een pothuis of puthuis is een kleine verdiepte ruimte die deels bovengronds uitsteekt. Oorspronkelijk was dit de "put" waarin het hemelwater werd opgevangen, maar ook daar wil wel iemand voor zes stuivers per week slapen. Alles bij elkaar is de verhuur een enorme bron van inkomsten voor een ongeletterde bakkersvrouw. De inventaris vermeldt:
"volgen de vaste goederen

Een huijs en erve staande en geleegen opde Lauriergragt aande Suijtsijde over het Luterse weeshuijs, jegenwoordig bewoont dog sonder huur bij Hendrik de Vries en sal het gemelte huijs van huur doen in't jaar f 235:-- integaan primo Maij aanstaande en is verhuurt voor een jaer.

Een huijsje daarnaast genaamt de Valk bewoont werdende bij Paulus Martijn doende van huur in't jaar f 104:--

Twee kleijne woningjen agter de bovengenoemde huijs den Os en Valk dewelke bij de week verhuurt werd, welke bewoonders wel eenige penningen te quaat sijn...

Een huijs en erve staande en gelegen inde Laurierstraet aande Z:Z: opde hoek van tweede Lauriers dwars off Rosemarijnstraet bewoont werdende bij Gerrit Hendricxe Nieuwenhuijs tegen f 300:-- int jaer

twee kamers boven hetselve huijs die apart verhuurt werden als de eene aan albert Bos tegen f 36:-- in't jaer en de ander aan Jan Vermouw tegen f 42:-- in't jaar ... het pothuijs van't selve huijs is verhuurt aan .... tegen ses stuijvers sweeks.

Een huijs & erve staande & geleegen naast het voorgaande, bewoont werdende bij Pieter Trekhuijsen tegen f 86:-- in't jaar

twee kamers boven hetselve huijs, die apart verhuurt werden, de eene aan Jan Kramer tegen f 26:-- in't jaar en d'andere is bij de week verhuurt aan ...

Een huijs en erve staande en geleegen inde blomstraet op de hoek van de akolijstraet bewoont werdende bij Johannes waakhuijsen dewelke Vrouwendag laastleede daar in metterwoon is gekomen, ...
Welk bovenstaande huijs de voorn(oemde) Joannis Waakhuijsen als in huwelijk hebbende Hendriktje Hendricx Nieuwenhijs op taxatie mag aannemen

Een huijs en erve staande en geleegen inde Laurierstraet over de poort vant geweesene waale weeshuijs, bewoont bij de wed(uw)e Jan grusé, doende aan huur met het agterhuijs en kelder een somme van f 44:-- int jaar ... twee kamers worden apart verhuurt, als een aan Jan Jon tegen f 44:-- in't jaar en d'andere aan Joost Joosten mede tegen f 44:-- int jaar

Een huijs en erve staande en geleegen opde Lauriergragt Noortsijde opde oosterhoek vande rosemarijnstraet, bewoont bij dirk otto broodbakker, tegen f 320:-- in't Jaar ... twee kamers worden apart verhuurt, als een aan Jan Jon tegen f 44:-- in't jaar en d'andere aan Joost Joosten mede tegen f 44:-- int jaar ... de kelder is verhuurt aan geertruij ... tegen 10 stuijvers sweeks

Een huijs en Erve staande en geleegen aan de westsijde van de tweede Laurierdwarsstraet off rosemarijnstraet naest het hoekhuijs, bewoont werdende Jean Houesse , tegen f 82:-- in't Jaar ... ... de kelder is verhuurt aan Jan Verwer ... tegen f 50:-- int jaar"

Wat op papier is afgesproken is niet altijd de realiteit. Geregeld is er sprake van achterstallige huur. Zo wordt er van één van de huurders vermeld: "die nog eenige huurpenningen te quaad is, dog daarvan sal niet veel te haalen sijn"

Familiecontacten
Om al die panden te kunnnen kopen moet er hard gewerkt worden. Bakker Andries staat zes dagen per week voor dag en dauw op om zijn brood te bakken. Geesje zal meegewerkt hebben, maar ook haar handen vol hebben aan een gezin met zes kinderen. Vier uit het eerste huweljk van haar man en twee van hen samen. "Backersgesellen" zijn dan ook zeer welkom en worden in eerste instantie gezocht binnen de familie. De ook van Ane afkomstige Hendrik Hobers en zijn neef Jan Hobers maken de reis naar Amsterdam en zijn of worden beiden "backer". Ze duiken in Amsterdam voor het eerst op in de Laurierstaat. Dit kan geen toeval zijn. Het wijst erop dat ze hun bakkersloopbaan in Amsterdam begonnen in de bakkerij van (oud)tante Geesje.

Meer Hobers-en komen naar Amsterdam en dan is het altijd gemakkelijk dat daar familie woont die je kan helpen met werk of wellicht zelfs met een relatie. Zo is Geesje getuige bij het huwelijk van Koert Hobers, de zoon van haar broer Harmen, met Dirkje, een bakkersdochter uit de Laurierstraat. Dat lijkt erop dat de uit Ane afkomstige Koert door oudtante Geesje aan de vrouw is geholpen. Ook bij het huwelijk van Geesje, de dochter van haar broer Roelof, is Geesje getuige. Geesje is dus duidelijk van betekenis voor de familieleden die het buurtschap Ane verlaten om in Amsterdam een toekomst op te bouwen. Dit zal later ook blijken uit de "Inventaris" die na haar dood wordt opgesteld en waarin wordt beschreven dat al deze familieleden ook grote sommen geld leenden van Geesje.

Zo gaan de jaren voorbij en komt het moment dat de oudste (stief)dochter Annetje trouwt met (alweer een bakker) Claes Jacobse. Claes komt ook wonen in het huis annex bakkerij in de de Laurierstraat en zo is er weer een bakkersgesel bij. Niemand zal op dat moment beseft hebben dat moeder Geesje zes jaar later zelf met deze Claes zal trouwen. Het kan verkeren. Oma Geesje is zelfs de doopgetuige bij het eerste kindje van Claes en Annetje.

Dan grijpt de dood in. Na een huwelijk van 19 jaar overlijdt Geesjes man Andries op 55- jarige leeftijd. Andries wordt begraven in de Wester Kerk:
"1666 de dooden inde mandt van december"
"13 Anderis Andriesen van der Mie Laurierstraat f 15:--"

De te betalen 'begraafbelasting' van 15 gulden, de op één na hoogste klasse, duidt er al op dat het gezin vermogend is. Het leven in de bakkerij moet doorgaan. Schoonzoon Claes is nu de bakker en er zullen ook nog de nodige knechten geweest zijn. Geesje is nog twee keer doopgetuige bij de doop van een kindje van Claes en haar stiefdochter Annetje. De vreugde bij de geboorte van het laatste kindje is van korte duur. Een maand na de doop overlijdt moeder Annetje, waarschijnlijk aan de gevolgen van het kraambed.


Akte bij notaris Hellerus
"Op huyden den 25en augusti anno 1667 compareerde [voor
mij Jacobus Hellerus, not[ari]s pub[lique] bij den Hove van Hollant,
t’ Amst[erdam] residerende, Geesjen Jans weduwe van Andries [de Mie
backer, wonende in de Laurierstraet deser stede ende bekende
mitsdesen ontfangen te hebben uyt handen van Sara Reyn[out
weduwe van Otto Landgraeff de somme van hondert acht [en
twintich guldens vijftien stuyvers die com[parante]
per reste van huyshuyr v[er]schenen p[rim]o augusti deses jaers
van Albert Jans, schoelapper, van een huys staende in de
Laurierstraet naast het hoeckhuys van de tweedwarsstraet,
deughdelijck was competerende en[de] welcke pen[ningen] deselve Albert
Jans haer Sara Reynout hadde geordonneert en belast aen de [comparante
te betalen in betalinge vor de tabackwinckel met den inboedel en huysraede die hij aen deselve [Sara
Reynout v[er]cogt en[de] gelevert hadde, bedanckende sij comp[aran]te
derhalve deselve Sara Reynout voir goede voldoeninge [en
betalinge ende bekennende dienaengaende geen actie
ofte pretentie op deselve Sara Reynout ofte Albert Jans
meer te hebben nochte reserveren, belovende derhalven deselve die
daerov[er] nu nochte eeuwigen dagen niet meer te sullen eysschen,
moeyen of molesteren noch laten eysschen, manen, moeyen ofte
directe[lijck] noch indirecte[lijck] in rechte nochte daerbuyten in eenige
manieren. Onder v[er]band als na rechten. Consenterende h[iervan?
acte gedaen t’ Amst[erdam] in ’t bijsijn van Barent Poeraet en Lucas
Bols als get[uygen].
[get.] Geesjen X Jans
Barent Poeraet 1667
Lucas Bols
J. Hellerus Nots. Pub. 1667"


Tweede huwelijk
Op 17 maart 1670 had Geesje achter de 14 dragers met de baar en het zwarte rouwkleed gelopen naar de Noorderkerk om (stief)dochter Annetje te begraven. Geesje met haar eigen kinderen en haar drie kleinkinderen blijven samen met schoonzoon Claes achter in de bakkerij. De situatie "dwingt" hen te trouwen; Geesje is 50 jaar en Claes 32 jaar oud als ze twee (!) maanden na de dood van Annetje trouwen:
"Den 23 Maii 1670
mans doot goed ingebracht
Compareerden voor d[e] h[ee]r J[acob] Trip commis[sari]s
Claes Jacobse van Runderwoud backer wed[enaer] van Annetje Andries woont in de Laurierstraet
en[de] Geesje Jans van Gramsbergen wed[ue] van Andries Driesse woont in de Laurierdwarstraet"

Claes kan (nauwelijks) naamtekenen, "claes jacoopse" en "X"
In de kantlijn: sij w[ees]camer voldaen

Voordat Geesje haar kruisje onder de ondertrouwakte zette, moest ze eerst naar de weeskamer om de rechten van haar kinderen veilig te stellen. Naast de begraafinschrijving van haar eerste man in het weeskamerboek ("Andries Andries. van der Mie Laurierstraet hoeck van de 2 d[war]sstraet [...] d[...] 2") noteert de weesmeester:
"Den 5 octob[ris] 1667 heeft Giesje Jans v[er]thoont het testament van haer ov[er]leden man gepass[eer]t voor den not[ari]s
Jacobus Hellerus op den 24 augusti 1667 daerbij de weescamer is gesecludeert
sulx dat sij v[er]mach te blijven sitten in den gehe[...] boedel tot wederhuwel[ijcken] toe
daerin Annetje Andries de ge[...]de d[ochte]r consenteerde.
Pr[esent] Geelvinck w[eesmeester]
Den 7 juny 1670 heeft Geesje Jans v[er]klaert in handen van vooghden bewijs gedaen te hebben,
welck bewijs Dirck van Dickhuysen, en Jan Barentsz Gerberts de vooghden bekenden in haeren handen ontfangen te hebben.
Pr[esent] de heer Joan Blaeu weesm[eeste]r."

Materieel blijft het hen voor de wind gaan; voor 3310 gulden, een vermogen in die tijd, kopen ze een huis in de Bloemstraat. Claes heeft zijn geboorteplaats Ruinerwold gebruikt als nieuwe familienaam: Claes Jacobsz van der Woude.
" Wij Ut Supra, dat op den 1 februarii Ao 1674 bij executie vercoft is aen Claes Jacobsz van der Woude een huijs en erve staende en leggende inde blomstraet op de hoek van de Akolijstraet, aen d' westzijde breet 't 20 voeten ende lang 33 voeten, belend de Ackolijstraet aen d' westzijde en Jacob van Haerlem aen d'oostzijde, streckende voor van de straet tot achter aen de Armen van de Mennonisten ... voor f 3310:--:-- die de voors[eide] Claes Jacobsz van der Woude ter berde gebracht heeft den 11 februarii Ao. 1678"

Begonnen ze hier een nieuwe bakkerij? Was dit nieuwe huis alleen hun woonhuis en hielden ze de bakkerij in de Laurierstraat aan? Goed mogelijk want het is slechts een 200 meter lopen door de Akoleienstraat om bij hun bakkerij in de Laurierstraat te komen. We zullen het niet weten. Wat we wel weten is dat de nieuwe situatie van korte duur is. Twee jaar na de koop van het huis in de Bloemstraat overlijdt Claes; hij wordt net als zijn eerste vrouw begraven in de Noorderkerk:
"1676
Den 9 Septemb. Claas Jacobsz van der Woude, inde blomstraat"

Geesje is op 56-jarige leeftijd voor de tweede keer weduwe. Financieel blijft het haar voor de wind gaan, maar naarmate ze ouder wordt is het ook moeilijker zelfstandig te blijven wonen. Als ze 78 jaar oud is, verhuist ze opnieuw; ze gaat bij of met haar ongehuwde zoon wonen op de Lauriergracht "bij de middelste brugh". Afbeelding 3 laat het uizicht zien dat ze had vanuit haar huis op de brug en het Lutherse Weeshuijs.
"Een huijs en erve staande en geleegen opde Lauriergragt aande Suijtsijde over het Luterse weeshuijs"

Testament
Als Geesje 81 jaar is en "swack van lichaam" wordt het tijd haar testament op te stellen. Ze heeft in haar Amsterdamse jaren een enorm vermogen opgebouwd, dat eerlijk onder de erfgenamen verdeeld moet worden. Ook al is het in de eerste plaats een juridisch document, de aanhef getuigt van een grote dankbaarheid naar God. Haar geloof wordt ook in het testament beleden:
Inde name Godes Amen

"inden Jare 1702 op den 27 dagh vande maand meij inde na middagh de klocke omtrent drie uure Comp(areerde) voor mij Joannes Slijck notaris Geesje Jans eerder wed(uwe) van Andries de Mie ende laast wed(uwe) van Claas Jacobse, woonende op de Laurierg(rach)t Z(uid) Zijde beijde middelste brugh door hoge ouderdom swack van lichaam doch egter met ons goed verstaande, haar verstand, memorie ende uijt spraak wel hebbende en gebruijk inde soo 't uijtterlijk bleeck, de welcke conciderende de sekerheijt des doodts ende d'onsekere uuren en tijden van dien, ende niet gaarne van dese werelt willende scheijden, voor alvorens te disponeren haer tijdelijke goederen haar door God Almaghtigh genadelijk verleent 't welck sij verclaerde te doen uijt vrije wille sonder bedwangh of persuatie van iemand bevelende voor alhaar ziele in de barmhartige hand van God, ende haare besturvene lichame de Christelijke begraving voorts revocerende en casserende doodt ende te niet doende alle voorgaande testamente codicille off andere making van uijterste wille ....

Tot zover is de formulering van dit testament niet bijzonder. Alle testamenten die begin 1700 in Amsterdam werden opgesteld, hebben deze standaardformulering. De tekst die dan volgt is wel van ENORM GROOT belang. In 1708 zijn bij de grote brand in Hardenberg alle doop- en trouwboeken verbrand, waardoor het erg moeilijk is de familielijnen vóór die tijd te volgen. Geesje noemt in 1702 (zes jaar vóór de brand) al haar erfgenamen in Amsterdam en Ane en omgeving, waardoor we nu toch een sleutel tot reconstructie van de familie Hobers hebben. Niet iedereen draagt meer (gebruikelijk bij het verlaten van de boerderij) de naam Hobers. Ze noemt:

.... Ende op nieuw disponerende heeft sij testatrice gewelegateerd ende besprooken aen Hendrickje Hendricx Nieuwenhuijs dochter van Hend(rick) Hermens woonende ten huijze vande testatrice de somme van vijff hondert gulden, welcke somme sij testatrice wil dat het welck na haer doodt door den ondergenoemde executeurs sullen worden uijt gekeert ende in alle haar testatrice verdere goederen, roerende en onroerende, hebbende en toekomende gene ter werelt uijt gesondert waar die ook gelege off hoe genaampt soude moge sijn, heeft sij testatrice tot erfgenamen gestelt ende genomineert, so als sij stelt en nomineert bij dese:

Jan Coerts hoberts soon van Coert hermense hoberts woonende binnen dese stad.

Jan en Jannetje egberts kinderen van egbert roeloffs woonende in overijsel; Hendrickje wouters dochter van Geesje roelofs woonende in lojerstraet alhier

Hendrick en Fredrick Jans hoberts woonende alhier, Jan Janse hoberts, Albert Janse hoberts, Hendrickje Janse hoberts alle vijff kinderen van Jannetje Hermens Hoberts geprocureert bij Egbert Jans, woonende de drie laaste in Overijsel. Egbertje Hermens en Jan Hermens, mede kinderen van van Jannetje hermense Hoberts geprocureert bij Albert Hermens woonende meede in Overijsel.

hendrickje Hendrix nieuwenhuijs, Gerrit hendrix nieuwenhuijs, ende Jannetje hendrix nieuwenhuijs woonende alhier, Asse hendrix nieuwenhuijs, Jan hendrix nieuwenhuijs, Harrempje hendrix nieuwenhuijs, femmetje hendrix nieuwenhuijs en Coert hendrix nieuwenhuijs woonende in Overijsel alle kinderen van Hindrick Hermens.

Lijsbet Jans, hendrick Jans en Grietje Jans woonende in overijsel kinderen van Jan Reijndertse, mitsgaders alle de kinderen van wigbert Reijndertse in Overijssel dewelcke sij testatrice verklaarde bij naamen niet te kunnen noemen, woonende mede in overijsel. Noch de kinderen van Egbert Reijndertse die zij mede niet kan noemen woonende int wester drent mitsgaders de kinderen van hermen Reijndertse die sij mede niet kan noemen woonen(de) in Ov(er)ijsel
en eyndelijk de kinderen van Hend(rick) Reijndertse (bovengen(oemde) erffgen(amen) sij testatrice oud meuje staat)

en dat alle hooft voor hooft en yder van hun overlijden van de testatrice in levende lijve sullen sijn,

vorders is haer testatrice wil en begeren dat Gerrit Hendricxxe Nieuwenhuijs haer hier boven mede gestelde erffgen(aam) 't huys en erff staande ende gelegen in de Laurierstr(aet) op de hoeck van de tweede dwerst(raet) sal mogen aannemen en 't gene 't huys en erff meerder soude moge waardigh sijn als sijn erffportie
dat hij Gerrit hendricx nieuwenhuis het te kort komende gelt niet eerder sal hoeven te betalen als alle jare met de somme van drie hondert gulden sonder dat hij van het tekort komende gelt eenige intresse sal betalen
gelijck mede haar testatrice hier boveng(enoemde) geprelegateerde erffgename Hendrickje hendricx nieuwenhuijs bij taxatie sal mogen aannemen 't huijs en erve staande ende gelegen inde blomstraet opde hoeck van de laaste dwarstraet en t gen het huijs en erve meeerder soude moghen waardigh sijn als haer erff portie
dat hij hendrickje hendricx nieuwenhuis het te kort komende gelt niet eerder sal behoeven te betalen als alle jare met de somme van twee hondert guldens sonder dat sij van het tekort komende gelt eenige intresse sal betalen"


Codicil
Op 14 februari 1703 "s' avonts de klocke omtrent negen uuren" spoedt notaris Slijck zich naar het huis in de Blomstraat op de hoek van de laatste dwarsstraat. Dit huis is eigendom van Geesje, maar wordt gehuurd door haar nicht Hendrikje Nieuwenhuijs. Geesje is daar "siekelijk te bedde leggende dog egter haer verstand, memorie en uijtspraek wel hebbende".
Geesje is dan al precies twee weken ziek en is blijkbaar naar haar nicht Hendrikje gegaan om door haar verzorgd te worden. Hendrikje wordt hier overigens gewoon voor betaald, zoals later zal blijken: "aan Hendrikje Nieuwenhuijs voor 33 dagen huijsvesting, eeten, drinken en oppassen voor ijder dag een gulden ..... f 33:--:--".

Geesje weet dat haar einde nadert en laat de notaris een "Codicil" opmaken. Behalve een testament, kun je ook een codicil maken. Je kunt dan zelf opschrijven wie je meubels, sieraden en kleding krijgen als je komt te overlijden. Dat is wat hier gebeurt: de familieleden die in Amsterdam wonen, liggen wat nader aan het hart dan de familie die achterbleef in Ane en omgeving. Zij erven namelijk "alle haer huijsraet, meubilen, imboel mitsgaders haar goudt en silver" (wat veel zal blijken te zijn) "in gelijke portien verdeelt te worden".

Ontroerend is het kruisje dat ze als handtekening onder het codicil, 14 dagen voor haar dood, nog zet. (afbeelding 4)

Overlijden van Geesje Jans Hobers
Geesje is 83 jaar oud als ze na een ziekbed van 33 dagen overlijdt. Het is heel bijzonder dat we ruim 300 jaar na haar dood de laatste weken van haar leven, haar overlijden en haar begrafenis kunnen reconstrueren. De beschrijving van haar "Inventaris" vermeldt dat tot in detail. De laatste 33 dagen van haar leven werd ze verzorgd in het huis van haar nicht Hendrikje Nieuwenhuijs: "Inde blomstraat op de hoeck vande accolijstraat int welck huijs Geesje Jans overleden is". Op 5 maart 1703 overlijdt Geesje Jans Hobers. Hendrikjes broer Gerrit Nieuwenhuis doet op 8 maart 1703 aangifte van het overlijden van Geesje:
"maart 8
gerrit nuhuijs voor geessie jans f 30:--"

Ook uit de betalen begraafbelasting blijkt de welstand van de familie: "Eerste Classis a 30 gulden"
Geesje wordt een dag later begraven in de Wester Kerk. Het is het vertrouwde beeld van een begrafenis. Voorop de aansprekers, twee in dit geval; dan de 14 in het zwart geklede dragers met hun baar en de kist onder een zwarte roef. Het is maar een klein stukje lopen, aan het eind van de Bloemstraat zie je de Westerkerk. De grafdelver schrijft in het begraafboek:
"9 geesie jans in de blom straat"

De totale kosten voor de begrafenis zijn f 367:18:--; o.a. "aan veertien dragers f 42:--:--. Alle kosten voor deze begrafenis worden keurig gescpecificeerd:

Doodschulden
Na Geesjes overlijden wordt, voor een eerlijke verdeling van de erfenis, de complete inventaris van Geesjes huis beschreven, als ook haar goud en zilver. Daarnaast heeft Geesje een vermogen aan bezittingen in de vorm van obligaties, uitstaande leningen en gelden uit de verhuur van huizen, kelders en kamertjes. Door deze beschrijving weten we nu ook precies wat haar begrafenis kostte en wat er bij de begrafenis genuttigd werd.


Volgen de doodschulden
 
aan twee gebuuren die de overledene ontkleet hebben, betaald   -   -   -   -   -   -   -  
aan de doodkist   -   -   -   -   -   -   -     -   -   -   -   -   -   -  
aan Hendrikje Nieuwenhuijs voor 33 dagen huijsvesting, eeten, drinken en oppassen
voor ijder dag een gulden   -   -   -   -   -   -   -     -   -   -   -   -   -   -
aan kaarsjes in 't sterfhuijs   -   -              -   -                    -   -   -     -   -   -   -   -   -   -
aan broot op de begravenis en het rouwmaal   -   -   -   -                    -   -   -  
aan kaas, boter, peper en zout samen  -   -   -   -   -   -   -     -   -   -   -   -   -   -
aan coffij, wijn, brandewijn en suijker samen -   -              -   -                    -   -   -  
aan een kalfsborst op de begravenis   -   -   -   -                    -   -   -  
 
 
                                                                                Transport            f 75: 3:--
aan het wassen van eenig vuijl lijwaet -   -              -   -                    -   -   -  
aan papier en eenige klijnigheeden   -   -   -   -                    -   -   -  
aan Hendrikje Hendrics Nieuwenhuijs voor het sluijten van haar huijs voor 5 dagen
aan deselve voorsooveel sij betaald heeft aande Notaris Slijck voor een codicil
aan veertien dragers -   -              -   -                    -   -   -     -   -   -   -   -   -   -
aan 5 bedienden in 't Sterfhuijs   -   -   -   -                    -   -   -  
aan de gravemakers knegt   -   -   -   -                    -   -   -     -   -   -   -   -   -   -
op het secretarie betaald voor het regt van begraven
aan de aanspreeker -   -              -   -                    -   -   -  
nog aan een aanspreeker die meede voor het lijk heeft gegaan   -   -   -   -        -   -   -  
nog aan een aanspreeker voor het nooden van eenige vrinden in het sterfhuijs
aan rouwgoet volgens specific. -   -              -   -                    -   -   -  
aan handschoenen & roubanden voor de aansprekers   -   -   -   -   -   -   -
aan de regenten van het aalmoesseniershuijs voor boeten   -   -   -   -   -   -   -
 
 
                                                                                Transport            f 276:--:--
aan de drukker voor de begravenis briefjens en impost   -   -   -   -   -   -   -
aan de dootgraver van de Westerkerk   -   -   -   -   -   -   -
aan 1 ½ boek papier                          -   -   -   -                    -   -   -  
aan de proc: de Vlieger voor een besoigne over het Testament & Codicil  -   -   -  
aan Warnaar rotting voor twee ankers wijn                          -   -   -   -                    -   -   -  
aan Adof Dibbits voor een anker wijn                          -   -           -   -   -   -   -
aan Juriaan Thesing voor een anker wijn                          -   -   -   -   -           -   -


 
 
 
 
    6:--
  12:10:--
 
  33:--:--
    1: 1:--
  16: 8:--
    2: 2:--
    1: 8:--
    2:14:--
  75: 3:--
 
 
    1:13:--
    --: 6:--
    7:10:--
    9:12:--
  42:--:--
  15:--:--
    1: 2:--
  31: 7:--
  21:--:--
    3:--:--
    1:13:--
  27:10:--
  11: 4:--
  28:--:--
276:--:--
 
 
  11: 5:--
  21:10:--
    --: 9:--
    1: 2:--
  24:--:--
  16:12:--
  17:--:--

f 367:18:--



Inventaris
"Staat en Inventaris van alle de goederen, middelen en effecten mitsgaders in en uijt schulde naargelaten en metter dood ontruijmt den 5 maart 1703 door Geesje Jans "

 
HIER NOG DE INVENTARIS TRANSRIBEREN
 
Aldus geinventariseert vijfde, dertiende ende op den seven en twintigsten maart en de geslooten den 4 april 1703


Executeur Gerrit Hendriks Nieuwenhuijs zet als eerste zijn handtekening waarbij hij bevestigt dat alles corect is beschreven en getaxeerd: "gerret hendricks Nuhuis". Ook zwager Johannes Waakhuijsen en zijn vrouw Hendrikje Hendriks Nieuwenhuijs tekenen: "ijannes engelber wakuijs" en "hendrickie hendricks"

Quitantie
Een jaar na Geesjes overlijden komen familieleden uit Ane naar Amsterdam om samen met de Amsterdamse erfgenamen een "Quitantie" te tekenen. Door hun handtekening te zetten, bevestigen de erfgenamen dat ze accoord gaan met de vaststelling en de verdeling van de erfenis van Geesje door de executeurs. Dit document geeft weer een gedetailleerde opsomming van Geesjes bezittingen en schulden, maar ook de namen van de erfgenamen in Ane die delen in de erfenis. De erfgenamen "bekennen ijder ontfangen te hebben een somme van hondert een en 't seventig guldens, veertien stuijvers en agt penningen"

Voor de leesbaarheid heb ik interpunctie, hoofdletters en afkortingen 'aangepast'. Het woord "schepen kennisse" komt geregeld voor; het betekent 'een schuldbekentenis voor schepenen opgemaakt'.


3 Augustus 1704
Quitantie ten behoeven van de executeurs van den Testament van Geesje Jans.

Op Huyden Den 3e augustus 1704 compareerden voor mij Joannis Slijck notaris publicq bijden hoven van Holland geadmitteert binnen Amsterdam residerende in praesentie vande naargen[oemde] getuijgen Joannis Boom woonende tot Leijden dog althans sijnde binnen dese stad, Johannes Waakhuijsen als in huwelijk hebbende Hendrikje Hendriks Nieuwenhuijs, Hendrik Hoberts, Jan Mejer als in huwelijk hebbende Jannetje Nieuwenhuijs, Theunis Janse als in huwelijk hebbende Hendrickje Wouters, Jan Hoberts [.....] alle woonende binnen dese stad,

Mitsgaders Jan Egbert Hoberts ende Jan Janse Monickemeijer als in huwelijk hebbende Jannetje Egberts ende nog de voornoemde Jan Egberts Hoberts ende Jan Janse Monikemeijer als procuratie hebbende van Jan Egberts, Dirck Egberts, als in huwelijk hebbende Lijbeth Jans, Hendrick Janse, Roelof Janse, als in huwelijk hebbende Egbertje Albertse Hoberts, Albert Egbertse Hobberts ende van van Jan Hendrikse, als in huwelijk hebbende Hendrickje Egberts, alle woonende in den banne van Hardenberg in Overijssel. Sijnde de procuratie gepasseert voor Jan van Borne, Verwalter Schout tot Hardenberg voornoemd in dato 23 Julij 1704. in die qualitijt alle tesamen mede Erfgenamen van Geesje Jans eerder Weduwe van Andries van de Mie, en laast van Claas Jacobs volgens de Testamente door de voornoemde Geesje Jans voor mij notaris en seekere getuijgen gepasseert in dato den 27 Meij 1702.

Te kennen geevende dat Gerrit Hendrikse Nieuwenhuijs en Dirk Smit als Executeurs van de voornoemde Testamente en voogden over de minderjarige Erfgenamen van de voornoemde Geesje Jans aan haar comparanten in haere respect: qualiteijten hebben gedaan behoorlijcke Reeckening van haare administratie bij haar wegens den boedel van de voornoemde Geesje Jans tot dato deses gehouden, Welcke Reeckening bij haar comparanten in haare respect: qualiteijten is onderteekent.

Verklarende sij comparanten de gemelde Reeckening van post tot post soo van den ontfang als uijtgave te hebben nagesien ende deselve in alle sijne deelen opregt en deugdelijk gevonden, bij welcke reeckening consteert van de voornoemde boedel meerder ontfangen als uijtgegeven te sijn, een Somme van ses duijsend, drie hondert drie en vijftig guldens, seven stuijvers en tien penningen van welcke somme sij comparanten bekennen ijder ontfangen te hebben een somme van hondert een en 't seventig guldens, veertien stuijvers en agt penningen; voor welke betalinge sij comparanten de voornoemde Executeurs tot soo verre niet alleenlijk bedancken, maar ook voor de somme quiteren bij desen.


Dan volgt de eigenlijke "quitantie":



Anno 1703                Den Boedel van Geesje Jans
 
Maert 13     In den Boedel gevonden aan Contant gelt                -   -   -   -   -   -   -   -   -  
April 19      Van Frans van den Boogaard, ingevolgde desselfs Obligatie een Somme van hondert en veertig guldens
Dito            Van deselve aan Intresse               -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Mei 19       Van Jannetje Gerrits, voor een Jaar Interest van een Obligatie van f 200: Capitaal, -   -   -  
Dito            Van deselve voor een Jaar Intresse van een Schepenen kennisse
Mei 12       Van de Hr. G: Hasselaer voor een Obligatie van f 400         -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Dito              Van deselve voor Intresse         -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Junij 3      Van Joannes Waakhuijsen, Wegens overgenomen Bakkers gereetschap
Junij 9      Van Adriaan Wassenaar voor een Jaar Intres van een Schepenen kennisse van f 400
Julij 7       Van Pieter Claese booman, voor twee Jaeren Interesse van een Obligatie van f 100
Dito           Van deselve op de voornoemde Obligatie, aan Capitaal ontfangen een Somme van
Aug.16    Van Paulus Wolf voor twee Jaren interesse van een Schepenen kennisse van f 600
Dito 31       Van Johannes Hoogkeren op Reuken: van verscheenen Interese van f 1600          -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Oct. 12    Van Johanna Weerts voor een Jaar Interesse van een Obligatie van f 150         -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Oct. 21    Ontfangen van Jan Coldits voor Intresse van diverse Schepenen kennisse
Dito 25    Van Harmen ten breure Meester Timmerman voor een jaar Interesse van een Obligatie van f 2000

 
De volgende huijshuuren ontfangen van de bewoonders van de naargenoemde Huijsen tot dato deeses Naamentlijk
 
Van Hendrik de Vries, voor een half jaar dat verscheenen is geweest ultimo April 1704: een Somme van
Van Harmen Willemsz op Sijn lopende huur van primo Meij 1703 tot ultimo April 1704 van ’t huijs op de hoek van
de tweede Laurierdwaersstraet, daer de bonte Os in de Gevel Staat een Somme van
Van deselve op Sijn oude Restante een Somme van                -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Van Paulus Martijn op Sijn lopende huur van ’t huijs Staande naest het voornoemde
Van deselve op Sijn oude restant               -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Van Barent Janse op Sijn lopende huur verscheenen als vooren, van ‘t 1ste huijs in de Rosemarijn Straet,
’t welke ‘Sweeks tot 10 Stuivers is verhuurt, een somme van               -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Van deselve op Sijn oude restant                -   -   -   -   -   -   -   -   -  
Van Paulus van den Berg op Sijn lopende huur van ’t tweede huijsje naast het voornoemde insgelijks tegens 10 stuivers
’s weeks verhuurt, een somme van
Van deselve op Sijn oude restant


Credit
 
f 104: 4: --
f 140:--:--
  f 10:10:--
  f 10:--:--
  f 15:--:--
f 400:-:--
  f 25:--:--
f 185: 5: 8
  f 16:--
   f 8:--
  f 50:--
  f 48:--
f 200:--
   f 6:--
f 240:--
  f 80:--
 
 
 
f 235:--
 
  f 64:--
  f 38:1:--
  f 85:--
  f 26:--
  f 23:--
   f 2:--
  f 18: 9:--
   f 4: 4--




Te verwerken verhaalelementen:

* 1670 Getuige bij huwelijk Jan Coenraadse Hobers en getuige bij doop neefjes en nichtjes. Onderlinge Hobers contacten in Amsterdam getuigen bij doop en huwelijk beschrijven.

Bronnen:
Testament: 17 mei 1702; Not.Arch. Inventarisnr. 5075, Toegangsnr. 6237 Fo 49
Codicil: 14 februari 1703; Not.Arch. Inventarisnr. 5075 Toegangsnr. 6239, Fo 85
Quitantie: 3 augustus 1704; Not.Arch. Inventarisnr. 5075 Toegangsnr. 6239, Fo 917

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Geesje Jans Hobers?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Geesje Jans Hobers

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Afbeelding(en) Geesje Jans Hobers

Voorouders (en nakomelingen) van Geesje Jans Hobers

Jan (Johann) Hobers
± 1572-> 1622

Geesje Jans Hobers
1620-1703

(1) 
(2) 

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

Bronnen

  1. Doopboek Hardenberg
  2. Doopregister Amsterdam
  3. Kwijtscheldingen Amsterdam
  4. Ondertrouwregister Amsterdam
  5. Notarieel Archief Amsterdam
  6. Boedelbeschrijving
  7. Begraafregister Amsterdam

Over de familienaam Hobers

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Hobers.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Hobers.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Hobers (onder)zoekt.

De publicatie Stamboom Hobers is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
W. Hobers, "Stamboom Hobers", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-hobers/I1314.php : benaderd 20 april 2024), "Geesje Jans Hobers (1620-1703)".