Stamboom Holman » Geerlack ntrl Zn Thomas Geerlick van de Melcroth (1483-1527)

Persoonlijke gegevens Geerlack ntrl Zn Thomas Geerlick van de Melcroth 

• Hij is geboren in het jaar 1483 in Oirschot, Noord-Brabant.
• Woonachtig: Herdgang Verrebest.
• Hij is overleden op 22 november 1527 in Oirschot, Noord-Brabant, hij was toen 44 jaar oud.
• Een kind van Thomas Geerlick van de Melcroth en Elisabeth Jan Jan Bruijstens
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 23 maart 2014.

Gezin van Geerlack ntrl Zn Thomas Geerlick van de Melcroth

Hij is getrouwd met Anna Jansdr van Hersel.

Zij zijn getrouwd in het jaar 1485 te Oirschot, hij was toen 2 jaar oud.

Kind(eren):

1. Ida (Yke)dr Geerlick van de Melcroth  1520-1587 

Notities over Geerlack ntrl Zn Thomas Geerlick van de Melcroth

Anna huwde 2e Hendrik Rutger van de Hoeven

=================252====================
Eerder had meester Daniel van Herzel, kanunik in een huwelijksoveereenkomst beloofd om aan Anna Jansdochter van Herzele, eerder weduwe van Geerlack van de Melcroth, met een schepenbrief van Den Bosch, die een jaarlijkse rente van 2 gulden te geven, aflosbaar met 40 gulden, welke rente door Anna of haar a.s. kinderen genoten zouden kunnen worden. Afgesproken was toen dat als Anna zou overlijden zonder wettig nageslacht te krijgen bij genoemde Henrick Rutgers van der Hoven, de a.s. bruidegom destijds, hetgeen God moge verhoeden, dat die rente of die 40 gulden wat vruchtgebruik betreft door Henrick genoten zou worden zolang hij leeft en na zijn dood zou de rente dan versterven op Iken dochter van genoemde Geerlack vanden Melcroth, die er dan het erfrecht van krijgt en indien Iken zou komen te overlijden zonder wettig nageslacht te hebben dan zou de rente weer vervallen aan de wettige erfgenamen van meester Daniel van Herzel, zoals destijds werd vastgelegd in de huwelijkse voorwaardes d.d. 20 september 1528 Om deze belofte nu te vervullen is voor ons hier deze heer Daniel verschenen en heeft met eens schepenbrief van Den Bosch aan Hernick Rutgers van der Hoven die een rente verkocht van 2 gouden Karolusguldens, ten behoeve van hemzelf en zijn vrouw Anna en zijn wettige kinderen die hij eventueel bij Anna zal verkrijgen, alles op de voorwaardes zoals hiervoor vermeld.
Het betreft een jaarlijkse rente van 2 gulden die Jan zoon van wijlen Daniel van Herzel eerder had verkocht aan genoemde meester Daniel van Herzel, op onderpand van een stuk land genoemd dat Neijelant, groot anderhalflopenzaad gelegen in de gemeente Tongele ter plaatse genoemd op de Borchart, b.p. het erf van genoemde Jan daar. Ook nog op onderpand van een stuk veld genoemd den Worp waarover de rivier de Dommel loopt. De verkopervan de rente belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen. Datum 12 juli 1529, getuigen Jan en Velde.

=================253====================
Eerder had wijlen Geerlack van den Melcroth met instemming van en in tegenwoordigheid van Anna zijn vrouw dochter van Jan van Herzel, in zijn testament destijds als uitvoerders van dat testament ten behoeve van zijn minderjarig kind verwekt bij genoemde Anna, benoemd de geachte Aert Henricks van Nistelroij en Thomas Rutger Janssen van Kerkoerle, samen en iederhoofdelijk, om dat testament voor hem uit te voeren en hij gaf hen daarbij volmacht om al zijn bezit etc. te beheren en ook zeggenschap om het eventueel te belasten of te verkopen.
De uitvoerders mogen zulks doen naar hun goeddunken en op de meeste gunstige wijze voor het kind, welk testament was opgemaakt op 22 november 1527.Op grond van dat testament zijn hier nu verschenen deze Aert Henricksen Thomas Rutgers als voogden over Iken minderjarige dochter van Geerlack en Anna en hebben beloofd aan meester Daniel van Herzel, kanunnik dieeen jaarlijkse rente van 20 stuivers te gaan betalen, op onderpand van een stuk land groot 4 lopenzaad gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Jacop Lippen, Heijlwich Verheijen, Deenis Leegen, Gerart Willems, een straat. Actum als boven.
De rente is aflosbaar tegen betaling van 18 gouden Karolusguldens,
Datum 12 juli 1529, getuigen Jan en Velde.

=================324====================
Eerder had wijlen Geerlack van den Melckroth in zijn testament als zijn uitvoerders en als voogden over zijn minderjarige dochter Yken verwekt bij Anna dochters van Jans van Herzele, Aert Henricks van Nistelroij en Thomas Rutgers Janssen van Kerkoerle benoemd, samen en ieder hoofdelijk om al zijn nagelaten bezit te beheren, te verhuren of geheel of gedeeltelijk te verkopen zoals dat met het meeste voordeel zou kunnen gebeuren ten behoeve van genoemde Yken, zoals blijtk uit dat testament d.d. 22 november 1527. Verder was er in de huwelijkse voorwaardes tussen Henrick Rutgers van der Hoven als partij ter ener zijde en genoemde Anna Jansdochter van Herzele die eerder weduwe was van genoemde Geerlack als partij ter andere zijden door vermelde voogden en uitvoerders in dat testament van Geerlack bepaald, dat deze Henrick Rutgers van Hove en Anna het bezit zullen mogen gebruiken deel, zijnde deels de roerende bezittingen en ook de levende have dat door wijlen Geerlack werd nagelaten, zoals blijkt uit de huwelijkse voorwaardes d.d. 20 september 1528. Terzake hiervan zijn nu voor ons schepenen verschenen Goijaert Thomas Geerlicks van den Melcroth, verder heer Henrick Stockelmans priester, Jan Colen en Henrick Gijsbrechts van der Achter en hebben naar beste weten verklaard dat zij erbij aanwezig waren en het ook de beste oplossing vinden dat het bezit van wijlen deze Geerlack in aanwezigheid van de genoemde uitvoerders en door Henrick van den Hoven geschat is geweest om te vergelijken met de schulden die in het sterfhuis zijn aangetroffen. Daarbij is er het volgende afgesproken. In de eerste plaats hebben Aert en Thomas als uitvoerders en voogden afstand gedaan van hun aanspraken in het bezit ten gunste van genoemde Henrick en Anna zijn vrouw, waarbij die dat bezit verder zullen mogen gebruiken zonder dat ze daarvoor iets behoeven terug te geven. Dat betreft alle schapen, 3 paarden, 2 koeien, 2 vaarzen, een kalf, 2 varkens, een wagen, een kar, een ploeg met alle toebehoren, de oogstegewassen zoals die in de schuur liggen en alle hop die in het huis van Geerlack werd aangetroffen. Voor dat bezit heeft Henrik Verhoeven beloofd om daarvoor bepaalde schulden van het sterfhuis te zullen betalen, te weten aan Katalijn weduwe van Adriaen Colen 12 gulden, aan Gielis Peter Gielis 17 gulden, aan de de kinderen van Joerden Sbrouwers 5 gulden, aan Gijsbert Verweteringe 6 guldens, aan Henrick Dirck Hermans 2 en een halve gulden, aan Simons Wouters 3 Peters, aan Elisabeth in die Roose in Den Bosch 2 en een halve gulden, aan Aeleijt Colen 4 gulden, aan Dirck Groet Jans 3 gulden, aan Henrick Rosen 2 gulden, aan Cornelis Denen 11 stuivers, aan de bode van Geerlack hun huur en alle ander kleine schulden. Daarvoor zal vermelde Yken volldieg gevrijwaard zijn. Verder is afspraak dat Henrick en Anna het huis zullen mogen gebruiken en bewonen waarin Geerlack is gestorven tot het moment dat Yken meerderjarig zal zijn en niet eerder en in de tussentijd moeten Henrick en Anna daarvan wel alle pachten en rentes betalen zowel reeds vervallen als in de toekomst. Daarbij zal ten tijde dat Yken meerderjarig wordt, dat bezit zonder lasten dienen te zijn, die opeisbaar zijn met Kerstmis of Maria Lichtmisdag na de oogsttijd dan. Verder moeten Henrick en Anna het huis goed onderhouden en repareren en het achterlaten zoals ze het aanvaard hebben. Verder is afgesproken dat Henrick en Anna de tuin krijgen en alles wat men daaruit ontvangt en zodat dat voor de 3 volgende jaren is gehuurd van Joest Driessen en voor die periode moeten zijn ook alle lasten daaruit betalen, maar niet langer dan als zodanig. Maar de huurtermijn die daarin achterloopt zal Henrick en Anna ook zo open laten staan bij het einde van de huurperiode. Alle genoemde voorwaardes en afspraken hebben genoemde Aert en Thomas beloofd na te zullen komen alsmede Henrick. Verder belooft Henrick naar eer en geweten de volgende bezittingen van wijlen Geerlack in gebruik te hebben. In de eerste plaats 3 nieuwe bedden en een oud bedje met alle toebehoren, verder beddegoed zijnde elk bed een paar slaaplakens, 3 hoofdkussens, 2 oorkussens, 4 zitkussens waarvan 2 met arendsklauwen en 2 met zwarte leeuwen, verder 9 “gerden’, eene nieuwe ‘ren’ om eten in te bewaren, 2 kisten, zijnde een grote oude schrijnkist met ijzeren banden daaromheen, de andere een klein ‘schrijn’, nog een ‘schuifkantoor’ ( secretaire?, JT) , 2 ‘geschoten’ zitkussens en een ‘ongeschoten’, een grote tafel zonder voeten, 2 tafels met voet, een pretter (bidstoel, JT), 6 drievoeten, een kruishaal, een tang, 4 koperen potten, een lange vleespot, 2 ‘gescoden’ beddekoetsen aan elkaar gemaakt, nog een ‘gescoden’ beddekoets, een slechte bedstede, 3 tinnen schotels, 10 kommetjes, 6 sausvaatjes, een ganzenpan, een punder, een grote koeketel, en 5 andere goede ketels, een aks, 3 oude biertonnen, een halve bierton, een trog, een ‘scade’, een melktobbe, 2 korenvloten vervaardigd van een wijnpijp, 3 tafellakens waarvan een linnen, 2 linnen getrijpte dweilen, 4 nieuwe ‘cusbladeren’ met 9 banden en 3 molenijzers, 2 metalen luchters, een hangijzer, een rooster, een ijzeren lepel, een ijzeren pan, een bussel, een 'schoolboog', een kleine degen, een waterbak, een lopen, een nieuwe korenmand, een wan, een tinnen kan, een koperen bekken, een vleeston, een paardskribbe (voederbak, JT). Al de genoemde invenatris etc. zullen Henrick en Anna mogen gebruiken totdat Yken meerderjarig zal zijn en dan moet er afstand van worden gedaan en afgedeeld al naar goeddunken van Yken en de familie. Verder moet Henrick, hetgeen hij hierbij ook belooft, als Yken meerderjarig wordt, haar dan 8 gulden eens betalen voorde hop en een steen gehekeld vlas.
Datum 4 december 1529, getuigen Hoppenbrouwer en Willem.

=================011=======================
Aert Henricks (Sijckens, JT) en Thomas Rutger Jans van Kerkoerle als gemachtigen in het testament en laatste wil van wijlen Geerlack van den Melcroth en als voogden over diens minderjarigedochter Ida, verwekt bij zijn vrouw Anna Jansdochter van Hersell en als volkomen gemachtigd hiervoor zoals is gebleken uit het instrument en laatste wil, verkopen hierbij een akker aan Geerlack Peter Wreijssen, genoemd de Lijsenhof, met alle toebehoren, gelegen in Naastenbest, b.p. Bertram van den Spijker, verder aan de gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks 2 gulden te betalen aan Rolof in Boxtel, nog 3 en een halve gulden per jaar aan Goijaert den Becker, aflosbaar met 56 gulden, nog een oude grote als grondchijns voor zover die er op drukt. Datum 8 januari 1530, getuigen Belaert en Esch,

=================071====================
Eerder hadden wijlen Geerlack van den Melcroth en zijn wettige vrouw Anna dochter van Jans van Hersel, samen hun testament opgemaakt en daarbij als hun uitvoerders en als voogden voor hun minderjarige dochter Iken toen Aerden Henricks en Thomas Rutgers van Kerkoerle benoemd en hadden hen daarbij volmacht gegeven inzake al hun huizen etc. die ze hadden gekocht van het Grote Gasthuis in Den Bosch en inzake al hun andere bezit, om dat alles zo profijtelijk mogelijk te verkopen en het geld daaruit vrijkomend te beleggen ten behoeve van genoemde Iken en dat ze daarvan later bewijs zouden moeten overleggen, zoals dat in dat testament was omschreven en zoals ons dat als schepenen is gebleken uit dat dokument d.d. 22 november 1527, opgemaakt door heer Jacop van den Spijker al notaris. Daarom zijn hier nu voor ons verschenen Aert Henricks en Thomas Rutgers als uitvoerders en als voogden en verder Henrick Rutgers van der Hoven als man van Anna dochter van Jan van Hersel en ze verkopen nu met een schepenbrief van Den Bosch en een van Oirschot, inclusief de rechte daarin van genoemde Iken, aan Henrick Aert Jacops Smollers de volgende bezittingen. In de eerste plaats een hoeve met alle akkerland, heide en weilanden etc., zoals Geerlack van den Melcroth dat had gekocht van de beheerders van het Grote Gasthuis in Den Bosch, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest in de Vleut daar. Dat betreft een huis, tuin en grond, met een hopveld en nog een klein huisje, met een houtveld en akker alles aan elkaar gelegen, b.p. Aert van Tulden, Ursula weduwe van de Langeneep, Peter van de Spijker, de gemeijnte. Verder nog een akker genoemd de Asboom, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. Thomas Claessen, Willem Jacops, Goijaert die Becker, Jans van den Ecker, de gemeenschappelijke straat. Verder een akker genoemd dat Vlamerschot, b.p. de kinderen van Adriaen Colen, Jans de Cremer, de kinderen van Jan de Cremer, de gemeenschappelijke straat. Verder nog een akker genoemd de Heijtcamp, b.p. de kinderen van Adriaen Colen, de gemeijnte daar en de gemeenschappelijke straat, de kinderen van Gielis Lucassen. Nog een akker genoemd dat Neijewe Land, deels akker en deels weide, b.p. Aleijt weduwe van Jacop van den Langeneep, Jan Jans van Velthoven, de gemeijnte, Wouter Ansems van Eersel, de gemeijnte. Verder nog een stuk land genoemd de Langen Beemd, ter zelfder plaatse gelegen in de Vluet daar, b.p. de gemeijnte, Jan van den Ecker met mneer anderen, Thomas Goessens van Oudenhoven. Verder nog een perceel genoemd de Deken, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de kantorij van Oirschot, de tafel van de H. Geest in Den Bosch, Antonis van Amersoijen in de Vluetstraat. Verder nog een weiland genoemd dat Eeuwsel met een akkertje daaraan, b.p. Herman Heijnen, de kinderen van Claes van Delft, Dirck Jan Hanscomakers, de erfgenamen van Acht weduwe van Adriaen Goijaerts, Goijaert van den Hovel, de kinderen van Claes van Delft, de gemeenschappelijke straat. Al die percelen en bezit had Geerlack van den Melcroth gekocht en verkregen van Frans Toelinck als meester en rector van het Grote Gasthuis destijds in Den Bosch, gelegen nabij de Gevangenpoort daarbij met instemming van Antonis van Achel als beheerder van het Grote Gasthuis. Eerder was dat zelfde bezit door wijlen Aert Aerts Barbier in diens testament vermaakt aan dat Grote Gasthuis en wijlen Aert had het van diverse andere personen verkregen zoals dat blijkt uit schepenbrieven van Den Bosch en van Oirschot. De uitvoerders beloven deze verkoop altijd gestand te zeullen doen en men zal alle lasten daarin van hun kant afhandelen, maar de koper moet wel jaarlijks uit het huis met schuur etc., het hopveld en het kleine huisje, een oude grote als grondchijns betalen en anderhalf mud rogge per jaar,Bossche maat en in Den Bosch te leveren aan de erfgenamen van Willem Sbrouwers, nog een mud zelfde maat en in Den Bosch te leveren en 100 bussels rijshout ook in Den Bosch aan de Ulenborg daar aan het Loijers Gasthuis, nog een oude schilt per jaar aan het Meelmans Gasthuis
in Den Bosch tegenover de St. Jacopsstraat daar. Uit het Vlamerschot dient hij 16 lopen rogge per jaar te betalen Oirschotse maat en in Oirschot te leveren aan de erfgenamen van wijlen Wouter Peter Gielis. Uit det Neijwe Land 6 en een halve lopen rogge per jaar, Oirschotse maat in Oirschot te leveren aan de kapel van St. Odulphus te Best. Uit de weide en de akker twee stuivers een oort aan de kinderen van Claes van Delft, nog anderhalve gulden maximaal en niet mer per jaar als grondchijns, nog 45 Rijnsguldens per jaar aan het Grote Gasthuis in Den Bosch en daar ook te leveren, vrij van belastingen of heffingen aflosbaar tegen de penning 20. Verder dient de eigenaar te zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Genoemde Henrik zal alle pachten en rentes gaan betalen met ingang van a.s. Pinksteren en wel zo dat het bezit van Geerlack van den Melcroth en zijn erfgenamen daarvoor gevrijwaard blijven.
Datum 6 februari 1532, getuigen Dirck en Ven
( nog de zelfde dag wordt het bezit vanwege het recht van vernadering opgeeist door Daniel Janszoon van Herzel, zie folio 23-r, JT )

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Geerlack ntrl Zn Thomas Geerlick van de Melcroth?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Geerlack ntrl Zn Thomas Geerlick van de Melcroth

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen